nr. 13
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN GENT EN VENDRIK
Ontvangen
3 november 2005
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In de considerans wordt «te verplichten tot openbaarmaking van de
beloningen die het gemiddelde belastbare loon per jaar van Onze Ministers
te boven gaan» vervangen door: te binden aan een maximum beloning.
II
Artikel 1, onderdeel a, vervalt.
III
Artikel 7 wordt vervangen door:
Artikel 7
1. Het belastbare loon gaat het gemiddelde belastbare loon van Onze Ministers
niet te boven.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
met betrekking tot het eerste lid.
3. Onze Minister kan, in overeenstemming met het oordeel van de ministerraad,
besluiten dat in een bepaald geval het eerste lid niet van toepassing is.
4. Een zodanig besluit wordt niet eerder genomen dan vier weken nadat
het voornemen daartoe schriftelijk ter kennis is gebracht van de Tweede Kamer
van de Staten-Generaal. Indien de Tweede Kamer binnen vier weken na ontvangst
van de kennisgeving zich uitspreekt tegen het voorgenomen besluit, wordt het
besluit niet genomen.
5. In het financieel verslagleggingsdocument worden de gegevens opgenomen
waaruit blijkt dat het eerste lid wordt nageleefd.
IV
In artikel 9, tweede lid, wordt «het belastbaar loon zoals opgenomen»
vervangen door: de gegevens opgenomen.
V
In artikel 10 wordt «de gegevens die op grond van artikel 7, eerste
tot en met derde lid, zijn of hadden moeten worden opgenomen in het financieel
verantwoordingsdocument over het voorafgaande jaar» vervangen door:
de gegevens in het financieel verantwoordingsdocument over het voorafgaande
jaar.
VI
Artikel 11a vervalt.
VII
In artikel 12 wordt «op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip»
vervangen door: met ingang van 1 januari 2006.
VIII
In artikel 13 wordt «openbaarmaking» vervangen door: maximering.
Toelichting
Met dit amendement stellen de indieners voor om de inkomens in de (semi)publieke
sector te maximeren. De hoofdregel voor alle functionarissen in de publieke
sector, zoals omschreven in de artikelen 2 tot en met vijf, komt te luiden,
dat het gemiddelde ministerssalaris het maximumsalaris is. Hiermee wordt aangesloten
bij de bijna kamerbreed gesteunde motie Bakker c.s. (30 300, nr. 52)
die de regering oproept voorstellen te doen voor een normering van de topinkomens
in de publieke sector. De indieners zien niet in waarom met het vaststellen
van deze normering gewacht zou moeten worden tot december. Invoering van deze
publieke beloningsnorm heeft urgentie. Daarom ook wordt voorgesteld om voorliggend
wetsvoorstel per 1 januari 2006 in werking te laten treden.
Het amendement laat de nodige ruimte voor flexibiliteit: het derde lid
van het voorgestelde nieuwe artikel 7 geeft ruimte aan de ministerraad om
de Kamer voor te stellen in individuele gevallen een hoger salaris te betalen
dan het gemiddelde ministerssalaris. Voorgesteld wordt om in een dergelijk
geval via een voorhangprocedure bij de Kamer dit hogere salaris vast te stellen.
Indien dit amendement wordt aangenomen wordt in het opschrift «openbaarmaking»
telkens vervangen door «maximering».
Van Gent
Vendrik