nr. 4
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Vastgesteld 25 november 2005
Het Presidium heeft met genoegen kennisgenomen van de instemming van de
leden van de fracties van CDA en PvdA met het voorliggende voorstel tot wijziging
van het Reglement van Orde in verband met het openbaar maken van de neveninkomsten
van de leden. Het Presidium verwacht overigens na beantwoording van de vragen
van de leden van de fractie van de VVD ook de steun van die fractie te verwerven.
Het Presidium heeft met de indiening van deze voorstellen niet willen
wachten op de wettelijke regeling die in voorbereiding is, omdat eerder is
gebleken dat er in de Kamer een meerderheid bestaat voor het op korte termijn
treffen van een eigen voorziening. Bovendien acht het Presidium het ook principieel
juister dat de Kamer zelf hiertoe het initiatief neemt en niet afwacht wat
de regering hierover voorstelt. Ook daarom heeft het Presidium niet tevoren
overleg gevoerd met de minister van Binnenlandse zaken, zo antwoordt het Presidium
vragen van de leden van de fracties van VVD en CDA.
Het Presidium neemt de suggestie van de leden van de fractie van het CDA
gedeeltelijk over door het begrip neveninkomsten als volgt te definiëren: «loon
in de zin van artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met
de eindheffingbestanddelen bedoeld in artikel 31 van die wet.» Naar
het Presidium heeft begrepen sluit het met deze definitie aan bij de voorstellen
over het openbaar maken van neveninkomsten van politieke ambtsdragers, zoals
nu bij de regering in voorbereiding is. Daarmee wordt overigens tevens afgezien
van het voorstel ook winst uit onderneming openbaar te maken. Ook daarmee
beoogt het Presidium aansluiting te zoeken bij de te verwachten wetgeving
terzake. In het antwoord op een vraag van deze leden laat het Presidium weten
van oordeel te zijn dat er geen redenen zijn ook inkomsten uit vroegere dienstbetrekkingen,
pensioenen en uitkeringen onder de openbaarmaking te laten vallen. Het gaat
hier immers om nevenfuncties die de hoofdfunctie kunnen beïnvloeden en
belasten.
Met de nadere definitie van het begrip loon meent het Presidium tegemoet
te zijn gekomen aan de wens van de fractie van het CDA om een eenduidige en
heldere regeling vast te stellen. Daarmee reageert het ook op
de stelling van de fractie van de VVD dat onkostenvergoedingen geen inkomen
zijn.
In reactie op een vraag van de leden van de fractie van de VVD antwoordt
het Presidium dat er, anders dan bij Commissarissen van de Koningin, burgemeesters
e.d., aan het lidmaatschap van de Tweede Kamer ambtshalve geen nevenfuncties
zijn verbonden. Het Presidium ontgaat het verband tussen de nu voorliggende
wijziging met de regeling aftrek neveninkomsten. Dat laatste vergt overigens
een wijziging van de wet Schadeloosstelling, zo voegt het Presidium daaraan
toe.
Hoewel naleving van de nu voorgestelde bepaling en de bepalingen over
het reizen- en geschenkenregister en het register nevenfuncties niet in rechte
afdwingbaar is, meent het Presidium dat het in de rede ligt dat de leden alle
bepalingen in het Reglement van Orde in acht nemen, zo antwoordt het aan de
leden van de fracties van de CDA en de PvdA. Over wat niet voor registratie
wordt aangemeld bestaat naar de aard van het feit van niet-aanmelden geen
inzicht.
Anders dan de leden van de fractie van de VVD veronderstellen, wordt juist
niet voorgesteld neveninkomsten te melden voor zover ze boven de drempelwaarde
uitgaan. Het voorstel dat nu wordt gedaan beoogt het openbaar maken van alle
neveninkomsten zoals hierboven nader is gedefinieerd.
In reactie op een vraag van de leden van de fracties van het CDA en de
VVD over het openbaar maken van te verwachten winst uit onderneming verwijst
het Presidium naar een voorgaande passage waarin wordt voorgesteld het begrip
loon nader te definiëren.
Over de wenselijkheid van een gedragscode, zoals wordt geopperd door de
leden van de fractie van de PvdA, wil het Presidium zich nader beraden in
overleg met de Commissie voor de Werkwijze. In het kader van het nu voorliggende
voorstel worden daartoe geen voorstellen gedaan.
Het Presidium meent dat het nu voorliggende voorstel niet valt onder artikel
63 van de grondwet waarin wordt bepaald dat over geldelijke voorzieningen
van leden van de Staten-Generaal met tenminste tweederde meerderheid van stemmen
moet worden beslist. Anders dan de leden van de fractie van de VVD veronderstellen
gaat het hier niet om het treffen van een geldelijke voorziening, maar om
het openbaar maken van neveninkomsten.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
F. W. Weisglas
De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
J. E. Biesheuvel-Vermeijden