30 181
Voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal in verband met het openbaar maken van de neveninkomsten van de leden

nr. 4
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Vastgesteld 25 november 2005

Het Presidium heeft met genoegen kennisgenomen van de instemming van de leden van de fracties van CDA en PvdA met het voorliggende voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde in verband met het openbaar maken van de neveninkomsten van de leden. Het Presidium verwacht overigens na beantwoording van de vragen van de leden van de fractie van de VVD ook de steun van die fractie te verwerven.

Het Presidium heeft met de indiening van deze voorstellen niet willen wachten op de wettelijke regeling die in voorbereiding is, omdat eerder is gebleken dat er in de Kamer een meerderheid bestaat voor het op korte termijn treffen van een eigen voorziening. Bovendien acht het Presidium het ook principieel juister dat de Kamer zelf hiertoe het initiatief neemt en niet afwacht wat de regering hierover voorstelt. Ook daarom heeft het Presidium niet tevoren overleg gevoerd met de minister van Binnenlandse zaken, zo antwoordt het Presidium vragen van de leden van de fracties van VVD en CDA.

Het Presidium neemt de suggestie van de leden van de fractie van het CDA gedeeltelijk over door het begrip neveninkomsten als volgt te definiëren: «loon in de zin van artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met de eindheffingbestanddelen bedoeld in artikel 31 van die wet.» Naar het Presidium heeft begrepen sluit het met deze definitie aan bij de voorstellen over het openbaar maken van neveninkomsten van politieke ambtsdragers, zoals nu bij de regering in voorbereiding is. Daarmee wordt overigens tevens afgezien van het voorstel ook winst uit onderneming openbaar te maken. Ook daarmee beoogt het Presidium aansluiting te zoeken bij de te verwachten wetgeving terzake. In het antwoord op een vraag van deze leden laat het Presidium weten van oordeel te zijn dat er geen redenen zijn ook inkomsten uit vroegere dienstbetrekkingen, pensioenen en uitkeringen onder de openbaarmaking te laten vallen. Het gaat hier immers om nevenfuncties die de hoofdfunctie kunnen beïnvloeden en belasten.

Met de nadere definitie van het begrip loon meent het Presidium tegemoet te zijn gekomen aan de wens van de fractie van het CDA om een eenduidige en heldere regeling vast te stellen. Daarmee reageert het ook op de stelling van de fractie van de VVD dat onkostenvergoedingen geen inkomen zijn.

In reactie op een vraag van de leden van de fractie van de VVD antwoordt het Presidium dat er, anders dan bij Commissarissen van de Koningin, burgemeesters e.d., aan het lidmaatschap van de Tweede Kamer ambtshalve geen nevenfuncties zijn verbonden. Het Presidium ontgaat het verband tussen de nu voorliggende wijziging met de regeling aftrek neveninkomsten. Dat laatste vergt overigens een wijziging van de wet Schadeloosstelling, zo voegt het Presidium daaraan toe.

Hoewel naleving van de nu voorgestelde bepaling en de bepalingen over het reizen- en geschenkenregister en het register nevenfuncties niet in rechte afdwingbaar is, meent het Presidium dat het in de rede ligt dat de leden alle bepalingen in het Reglement van Orde in acht nemen, zo antwoordt het aan de leden van de fracties van de CDA en de PvdA. Over wat niet voor registratie wordt aangemeld bestaat naar de aard van het feit van niet-aanmelden geen inzicht.

Anders dan de leden van de fractie van de VVD veronderstellen, wordt juist niet voorgesteld neveninkomsten te melden voor zover ze boven de drempelwaarde uitgaan. Het voorstel dat nu wordt gedaan beoogt het openbaar maken van alle neveninkomsten zoals hierboven nader is gedefinieerd.

In reactie op een vraag van de leden van de fracties van het CDA en de VVD over het openbaar maken van te verwachten winst uit onderneming verwijst het Presidium naar een voorgaande passage waarin wordt voorgesteld het begrip loon nader te definiëren.

Over de wenselijkheid van een gedragscode, zoals wordt geopperd door de leden van de fractie van de PvdA, wil het Presidium zich nader beraden in overleg met de Commissie voor de Werkwijze. In het kader van het nu voorliggende voorstel worden daartoe geen voorstellen gedaan.

Het Presidium meent dat het nu voorliggende voorstel niet valt onder artikel 63 van de grondwet waarin wordt bepaald dat over geldelijke voorzieningen van leden van de Staten-Generaal met tenminste tweederde meerderheid van stemmen moet worden beslist. Anders dan de leden van de fractie van de VVD veronderstellen gaat het hier niet om het treffen van een geldelijke voorziening, maar om het openbaar maken van neveninkomsten.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

F. W. Weisglas

De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

J. E. Biesheuvel-Vermeijden

Naar boven