Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 30180 nr. 10 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 30180 nr. 10 |
Vastgesteld 27 maart 2009
Van 26 t/m 28 februari 2009 vond in Parijs een conferentie plaats van de Voorzitters van de parlementen van de Europese Unie. Namens de Tweede Kamer der Staten-Generaal nam de Voorzitter, Gerdi Verbeet, deel. Zij werd begeleid door de Griffier van de Tweede Kamer, Jacqueline Biesheuvel-Vermeijden, en door de stafmedewerker van de Griffier, Gonnie de Boer. Namens de Eerste Kamer der Staten-Generaal nam de eerste Ondervoorzitter, Heleen Dupuis, deel aan de conferentie. Zij werd begeleid door de Griffier van de Eerste Kamer, Geert Jan Hamilton. Het programma, de conclusies van het voorzitterschap en de speech die de Voorzitter uitsprak1 zijn bij dit verslag gevoegd.
Informeel debat over de institutionele toekomst van de EU na het Verdrag van Lissabon
In Parijs vond voor de tweede keer een informeel debat plaats in kleine kring – deelname was beperkt tot de Voorzitters zelf en één ander lid uit hun delegatie. Het thema voor de discussie betrof de institutionele toekomst van de EU na inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, en de gevolgen die de inwerkingtreding van het verdrag zal hebben voor de nationale parlementen.
Het onderwerp is ingeleid door de heer Accoyer, Voorzitter van de Franse Assemblee en door de heer Gama, Voorzitter van het Portugese parlement.
Accoyer stelde dat na de totstandkoming van het Verdrag van Lissabon de situatie veranderd is en hij refereerde daarbij onder meer aan de financiële crisis en aan de situatie in de Gaza-strook. Dit onderstreept volgens hem de noodzak dat Europa gehoord wordt. Hij wees ook op enkele initiatieven die reeds genomen zijn, zoals de bijeenkomst van de G12 in Georgië, het herstelplan voor banken dat inmiddels door alle landen van de Europese Unie geïmplementeerd is, de recent gehouden top in Washington en de nog niet lang geleden opgerichte Unie voor de Mediterrane regio. Hij bepleitte om zonder uitstel een nieuwe fase in te gaan, de wetgevende fase. Hij wees op de belangrijke rol van de nationale parlementen in het verkeer tussen de burgers en Brussel. De subsidiariteitstoets is volgens Accoyer nu al een succes gelet op de vele reacties tot nu toe. Accoyer heeft ook 4 speerpunten genoemd:
1. Direct reageren op ontwerpwetgeving,
2. De ontwikkeling van een gemeenschappelijk kader voor de subsidiariteitstoets,
3. Versteviging van het evaluatiemechanisme van de subsidiariteit op het terrein van Vrijheid, Veiligheid en Justitie.
4. Nauwe betrokkenheid bij de werkgroep Gonzales over de reflectie (in ieder geval vóór dat het rapport uitkomt in juni 2010).
De heer Gama heeft naar voren gebracht dat de financiële crisis de meerwaarde van de Europese Unie aantoont. De heer Gama sprak ook de hoop uit dat het Verdrag van Lissabon op 1 januari 2010 in werking kan treden. Hij onderstreepte de betrokkenheid van de nationale parlementen bij de werkgroep-Gonzales en bij het monitoren van de subsidiariteitstoets welke, anders dan in de nationale parlementen, nog niet zijn beslag gekregen heeft in het Europees parlement. Hij benadrukte ook de noodzaak om te weten wat de nationale parlementen doen en wat zij willen gaan doen. Volgens de heer Gama is dit geen taak voor de COSAC die immers anders is opgezet. De heer Gama legde de vraag voor hoe Nationale parlementen een bijdrage kunnen leveren aan de Europese Unie, ook op het gebied van veiligheid en Justitie. Hoe kunnen nationale parlementen dit coördineren en het tijdschema controleren? Idem wat betreft de verzending van conclusies, hoe kunnen de nationale parlementen de impact van elkaars overwegingen en meningen controleren? De heer Gama heeft gepleit voor coherentie en samenhang op dit gebied en om niet het kind met het badwater weg te gooien. Ook stelde hij voor om het tijdschema van de COSAC te harmoniseren en om verdubbeling of verdrievoudiging van bijeenkomsten te voorkomen.
In het daaropvolgende debat hebben bijna alle Voorzitters kort het woord gevoerd. De Voorzitters benadrukten het belang van nauwe samenwerking tussen nationale parlementen, niet alleen bij het subsidiariteitsvraagstuk maar ook bij politieke discussies. Nationale parlementen zouden zich niet moeten beperken tot het controleren van Europese wetgeving, maar ook zelf prioriteiten moeten stellen, een eigen stem laten horen, zo werd door een aantal Voorzitters geopperd. De Ondervoorzitter van de Eerste Kamer, mevrouw Dupuis, bracht naar voren dat de Europese Commissie «aan de bron» veel kan doen om te voorkomen dat nationale parlementen veel tijd en energie moeten steken in subsidiariteitstoetsen, namelijk door zeer terughoudend te zijn met voorstellen op terreinen buiten de pijlers van het Verdrag, zoals gezondheidszorg, sociale zekerheid en onderwijs. Velen pleitten voor meer informatie-uitwisseling en meer onderlinge afstemming, maar dan wel op een pragmatische, flexibele en efficiënte manier. Bijvoorbeeld door het beter benutten van bestaande netwerken van de permanente vertegenwoordigers van de parlementen bij de EU, van adviseurs/assistenten van de Voorzitters en Griffiers, en ook door beter gebruik van IPEX. En door interparlementaire bijeenkomsten effectiever te maken, meer themagericht en minder grootschalig. De Voorzitters benadrukten tot slot de rol die nationale parlementen en het Europees Parlement bij uitstek hebben om de EU dichter bij de burgers te brengen. Hun betrokkenheid bij het aanpakken van diverse crises moet ook duidelijker naar voren komen.
Verreweg de meeste aandacht ging op dit onderwerp uit naar de huidige financiële en economische crisis. Alle aanwezigen maakten zich zorgen over de situatie en met name ook over de gebrekkige betrokkenheid van parlementen bij de totstandkoming van allerlei noodplannen. Juist bij deze vaak zeer vergaande maatregelen die mogelijk tot ver in de toekomst voelbaar zullen zijn moet de democratische controle optimaal functioneren en dat was volgens velen nu geenszins het geval. Zo wees de Voorzitter van de Tweede Kamer, mevrouw Verbeet, in dit verband niet alleen op het grote belang van onderlinge samenwerking en afstemming, maar ook op de eventuele gevolgen voor toekomstige generaties. Een aantal Voorzitters wees er in die context ook nog eens op dat de bestrijding van de financiële crisis niet zozeer een academisch vraagstuk is als wel een in hoge mate politieke.
De aanwezigen pleitten onder andere voor solidariteit, innovativiteit en eigen initiatief, offensief optreden bij het bestrijden van de crisis. Er werd erkend dat er een logische nationale verantwoordelijkheid is om te zorgen voor het eigen volk, maar dat tegelijk gewaakt moet worden voor nationalisme en protectionistische maatregelen. De gemeenschappelijke markt moet overeind blijven, zo vonden velen, er mag niet worden getornd aan de kernprincipes van het Europese economische model. Wel vonden veel Voorzitters dat er wellicht een herbezinning moest plaatsvinden op het huidige model van toezicht op de financiële markten. Tot slot wees een aantal aanwezigen er op, dat een crisis ook kansen met zich meebrengt, in dit geval met name om een impetus te geven aan kennis en innovatie.
Een aantal Voorzitters voerde ook het woord over de crisis in het Midden-Oosten. De Voorzitter van het Tsjechische Kamer van Afgevaardigden had samen met de Voorzitter van het Europees Parlement het initiatief genomen om in Parijs te komen met een verklaring waarin de parlementsvoorzitters allen gezamenlijk hun zorgen uitten over het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Dit voorstel haalde het niet, maar de beide Voorzitters kondigden wel een bezoek aan van een gemengde parlementaire delegatie, onder leiding van de Tsjechische Voorzitter, aan het gebied. Na de conferentie zouden de parlementen daar meer informatie over ontvangen.
Parlementen en het EU voorzitterschap
Dit onderwerp is op verzoek van het Hongaarse parlement voor de Voorzittersconferentie van 27–28 februari 2008 geagendeerd. Hongarije bekleedt in de eerste helft van 2011 het voorzitterschap van de Europese Unie en het parlement is reeds zo’n jaar bezig zich daar op voor te bereiden. De Voorzitter van het Hongaarse parlement, mevrouw Katalin Szili, heeft in Parijs een rapport gepresenteerd over het onderwerp. Voor het maken van dat rapport is een uitgebreide vragenlijst rondgestuurd aan alle EU parlementen, met een veelheid aan vragen over afstemming tussen regering en parlement, politieke sturing binnen het parlement en ook een groot aantal praktische zaken. Slechts enkele Voorzitters namen hierop het woord. Voor zover zij dat deden was het voornamelijk om mevrouw Szili te danken voor het zorgvuldige werk dat door het Hongaarse parlement was verricht om inzichtelijk te maken, hoe nationale parlementen op eigen wijze en parallel aan de regering, invulling kunnen geven aan het EU voorzitterschap wanneer hun land dat bekleedt. Het Hongaarse rapport zal op de IPEX site worden gepubliceerd.
De toekomst van de EU – op weg naar 2030
De Europese Raad van 14 december 2007 heeft op initiatief van de Franse President Nicolas Sarkozy, besloten tot instelling van een onafhankelijke reflectiegroep «Horizon 2020–2030» om de Unie te helpen «meer efficiëntie te bereiken bij het anticiperen op en het aangaan van de uitdagingen op de langere termijn (horizon 2020–2030). De Groep is verzocht om aan de hand van de in de verklaring van Berlijn van 25 maart 2007 (viering 50 jaar Europese samenwerking) genoemde uitdagingen na te gaan welke de wezenlijke problemen en ontwikkelingen zijn waar de Unie wellicht mee geconfronteerd zal worden, en te bestuderen hoe die kunnen worden aangepakt. Daartoe is onder andere het volgende vereist: versterking en modernisering van het Europese model van economisch succes en sociale verantwoordelijkheid, bevordering van het concurrentievermogen van de EU, rechtsstatelijkheid, duurzame ontwikkeling als essentiële doelstelling van de EU, wereldwijde stabiliteit, migratie, energie en klimaatbescherming, en bestrijding van wereldwijde onveiligheid, internationale criminaliteit en terrorisme. Verder moet de groep onderzoeken hoe meer aansluiting kan worden gevonden bij de burgers en hoe beter in hun verwachtingen en behoeften kan worden voorzien. De Groep verricht haar reflectiewerk binnen het in het Verdrag van Lissabon vastgestelde kader. Zij zal derhalve geen institutionele vraagstukken bespreken. Evenmin moet haar analyse, gezien het langetermijnperspectief ervan, een toetsing zijn van huidig beleid of betrekking hebben op de toekomstige financiële kader van de Unie.
De reflectiegroep staat onder leiding van de Spaanse oud-premier Felipe Gonzalez, die in Parijs een zeer uitgebreide presentatie hield over de belangrijkste aandachtspunten die de groep onder de loep zal nemen. Hij pleitte daarbij – samen met een aantal andere sprekers – voor een nieuw, toekomstbestendig Europees economisch en sociaal model. Veel aanwezigen wezen ook op de noodzaak een nieuwe balans te vinden tussen regulatie enerzijds en marktwerking anderzijds. En wederom werd gepleit voor innovatie, investeringen in onderwijs, wetenschap en onderzoek, en voor een brede toekomstvisie die economische, klimaat-, milieu-, sociale en andere vraagstukken met elkaar verbindt en met integrale oplossingen komt.
donderdag 26 februari | |
13:06 | vertrek vanaf Den Haag HS |
16:35 | aankomst te Paris Nord TH9338 |
20:00 | welkomstdiner Senaat |
22:30 | terugkeer naar hotels |
vrijdag 27 februari | |
09:00 | vertrek vanaf de hotels |
09:30 | aanvang conferentie |
12:45 | lunch Assemblée |
15:00 | hervatting conferentie |
17:30 | Voorzitters naar President Sarkozy overige deelnemers terug naar hotels |
18:00 | receptie President Sarkozy (Voorzitters) |
19:00 | terugkeer naar hotel (Voorzitter) |
20:00 | vertrek naar residentie Nederlandse ambassadeur |
20:30 | diner ter residentie met Franse gasten |
23:00 | terugkeer naar hotel |
zaterdag 28 februari | |
08:30 | vertrek vanaf hotels |
09:00 | hervatting conferentie |
12:25 | vertrek vanaf Paris Nord |
16:07 | aankomst te Den Haag HS TH93331 |
SPEECH VOORZITTER TWEEDE KAMER
Mesdames et Messieurs les Présidents des parlements,
La dernière fois que nous nous sommes rencontrés, en plein été il y a six mois, les premiers nuages venaient de paraître au firmament économique. Aujourd’hui nous nous revoyons, alors que nous sommes au cœur d’une crise économique presque sans précédent.
Ladies and gentlemen,
This is not the first recession you and I have ever seen.
We have had one worldwide in the early 1990s. Some of our countries were faced with harsh economic circumstances during their transition from communist to market economies. But on a global scale, we have to go back to the early 1980s for a recession of this scale and magnitude.
I remember that period well. I was a teacher then. In the Netherlands like elsewhere, unemployment was high, especially among young people. And every year, despite all their hard work for their final exams, I had to tell my students that two out of three of them would not find a job and acquire the work experience needed to remain employable later on in life.
Solving the current crisis will not be an easy task.
We will have to avoid the mistakes of the past, and take into account the many things that have changed since 1981.
Economically, as well as politically, we now live in a much more interdependent world. Climate change, energy security, population aging, and the rise of countries like China and India are high on the agenda now.
Europe’s role in the world has changed too.
The enlargement of the European Union and the creation of the Euro have made us the largest economy in the world, and given us the second largest global currency. We now have a common interest, as well as a responsibility, to get involved in the world’s decision-making process.
But we have to realise that the EU is a special case. We have shared many responsibilities at EU level, like trade, monetary policy and market supervision. But unlike the other global players, we chose not to pool important tasks like tax, economic policy, and financial supervision.
These arrangements have their merits, for instance because they maximise the involvement of national governments and parliaments. But we have to be aware of two things:
• None of our individual countries is big enough to face the challenges alone.
• Sometimes, protecting our own markets and jobs may seem a good idea. But in an interconnected world, in an interconnected Europe, beggar-thy-neighbour is never a good idea.
Therefore, cooperation and coordination should be key to our approach regarding the fundamental issues ahead of us:
• Revising financial supervision in the EU, following the publication of the De Larosière report.
• Reforming the Bretton-Woods system of global monetary management.
• Kick-starting and reforming the economy, in light of the European Economic Recovery Plan.
These come at a time when long-held paradigms are shaken to the core: on moral hazard, on the role of the state in the economy, on the right balance between national and supra-national policies.
It has to be said that these issues have been picked up with vigour by the European Commission and, even more so, by the Council Presidency. Since October last year, the leaders of our governments have convened mini-summit after informal meeting after emergency summit, in addition to their regular Council meetings.
But as far-reaching decisions are being taken so rapidly, we have to keep continuous watch to ensure that the democratic mandates suffice.
This applies even at a national level. On several occasions in my own country, the government decided overnight to commit large sums to save financial institutions. The speed and secrecy here were understandable and unavoidable. But considering the enormous amounts of tax payers’ money involved, future generations may still be paying for the solutions we implement today. So it is a legitimate question to ask whether the primacy of parliament is being respected.
Do our voters realise what is going on? Have we debated in our parliaments what positions our governments are going to take? Are smaller nations involved sufficiently in G7, G8 or G20 decision-making where they have no formal role?
Fundamental questions like these warrant fundamental discussion in our parliaments.
It is our responsibility, as Speakers of national parliaments, to make sure that this discussion takes place.
Coopérer au lieu de faire cavalier seul, des marchés ouverts et non fermés, et une sensibilité pour les intérêts des générations futures – pour les Pays-Bas, ces trois principes sont les éléments clés dans cette discussion.
Je vous remercie.
1) The Conference of Speakers of the Parliaments of the European Union met, at the joint invitation of the Presidents of the French Parliament, in Paris on February 26–28, 2009. The Speakers (or their representatives) of thirty-nine Chambers from the twenty-seven member states of the European Union as well as the President of the European Parliament participated in this Conference. The Speakers of the Parliaments of three candidate countries for membership also took part in the Conference. The Conference was co-chaired by Mr. Bernard Accoyer, President of the French National Assembly and Mr. Gerard Larcher, President of the French Senate.
2) As in 2008, during the Conference of Lisbon, the first meeting was given over to debates dealing, in an informal atmosphere, with the institutional future of the Union and the implementation of the provisions of the Treaty of Lisbon by national Parliaments. Subsequently the Conference debated the following topics: Europe, crisis management and the involvement of Parliaments, the preparation of the parliamentary dimension of the presidency of the European Union and the future of Europe for the year 2030. The President of the French Republic, Mr. Nicolas Sarkozy, received the Speakers of Parliaments on February 27.
3) The topic concerning the «Institutional future of the Union and the implementation of the provisions of the Treaty of Lisbon by national Parliaments»1 was introduced by Mr. Bernard Accoyer, President of the French National Assembly who presented a report on this question. The following then made speeches: Mr. Jaime Gama, President of the Assembly of the Republic of Portugal, Mr. Miloslav Vlček, President of the Chamber of Deputies of the Czech Republic, Mr. Premysl Sobotka, President of the Senate of the Czech Republic and Mr. Hans-Gert Pöttering, President of the European Parliament. During the debate which followed the Speakers underlined the major role played by the European Union in the response to the economic and financial crisis and to other new challenges such as climate change. They noted the responsibility of national Parliaments and the European Parliament in bringing citizens closer to European institutions. Numerous Speakers expressed their wish to promote pragmatic cross-the-board coordination between the national Parliaments, respecting the specificities and the competences of each. They considered it necessary to broaden the monitoring of subsidiarity and proportionality by developing all the possibilities of flexible fast and effective coordination. Certain Speakers proposed a reflection on the means to strengthen the monitoring of the European security and defense policy.
4) The topic concerning «Europe and crisis managnement. The involvement of Parliaments» was opened by Mr. Bernard Accoyer, President of the French National Assembly. The following then made speeches. Mr. Hans-Gert Pöttering, President of the European Parliament, Mr. Antonio Tajani, Vice-President of the European Commission, Mr. Miloslav Vlček, President of the Chamber of Deputies of the Czech Republic, who particularly noted the role to be played by parlamentary diplomacy in contributing to the search for peace in the Middle East following the Gaza crisis and Mr. Per Westerberg, President of the Swedish Parliament. During the debate which followed the Speakers noted that protectionism could in no circumtances represent a reply to the economic and financial crisis, considering that in this crisis, which has a global dimension and which also has effects on emerging countries, it is essential to strengthen solidarity and cooperation between states.
5) The topic concerning the «preparation of the parlamentary dimension of a presidency of the European Union» was introduced by Mr. Gérard Larcher, President of the French Senate. Mrs Katalin Szili, President of the National Assembly of the Republic of Hungary presented a report on the practice of Parliaments concerning the presidencies of the Union. Mr. Bronislaw Komorowski, President of the Polish Sejm then invited the Speakers to participate in the ceremonies commemorating the twentieth anniversary of the first free elections in Poland in the post-war period, on June 2 and 3, 2009 in Warsaw.
6) The topic concerning «the future of Europe for 2030» was introduced by Mr. Bernard Accoyer, President of the French National Assembly. The following then made speeches: Mr. Bruno Le Maire, French Minister for European Affaires, Mr. Felipe Gonzalez, President of the Reflection Group on the Future of Europe and Mr. Premysl Sobotka, Speaker of the Senate of the Czech Republic, who hoped that a debate on the idea of establishing a European Senate could be held. During the discussion the Speakers recalled the great expectations concerning Europe and its responsabilities during the financial crisis. They stressed the protection of social cohesion. Underlining the uncertain nature of forecasts they debated numerous questions such as economic and financial reform, the management of the flux of migration, climate change, European security and defense as well as institutional questions.
Concerning the institutional future of the Union and the implementation of the provisions of the Treaty of Lisbon by the national Parliaments
1) The Speakers observe the continuation of the ratification process of the Treaty of Lisbon which provides the Union with a renewed institutional framework liable to bring Europe closer to its citizens, in particular thanks to the strengthening of the prerogatives of Parliament whether it be those of the national Parliaments or those of the European Parliament. They observed that the European Council of December 11–12, 2008 laid down the path to make it possible for the treaty to come into force before the end of 2009 by committing itself to supplying the necessary legal guarantees which seek to address the concerns expressed by the Irish people.
2) The Speakers consider it important that national Parliaments, having respect to their constitutional rules and their parliamentary traditions, should be in a position to fully implement their new rights and powers which the application of the Treaty of Lisbon would grant them so as to contribute to the smooth functioning of the European Union.
3) In this regard, they welcome the success of the initiative put forward by the President of the European Commission, and approved by the European Council, to directly transmit the drafts of the Commission to national Parliaments so as to gather their opinions, in particular on the conformity of said drafts with the principles of subsidiarity and proportionality. The Speakers also commend the work carried out by the Conference of Community and European Affairs Committees (COSAC) in the testing of this new type of monitoring. They particularly recognize the effectiveness of the pilot exercises in subsidiarity which encourage national Parliaments to examine certain drafts which have been pre-selected together. In addition they welcome the results obtained by the COSAC work group on cooperation in matters concerning subsidiarity and proportionality. It is for these reasons that:
– they encourage Parliaments or Chambers which raise a possible problem concerning subsidiarity to exchange information on the way to proceed as quickly as possible, and in any case before the eightweek period elapses;
– they encourage informal exchanges of information concerning subsidiarity, in particular by means of the representatives of national Parliaments to the European Union.
4) The Speakers underline the necessity of strengthening cooperation between national Parliaments through the use of IPEX which could play a key role in the implementation of the provisions of the Treaty of Lisbon concerning the monitoring of subsidiarity. The Speakers welcome in this context the imminent introduction of a more efficient system of exchange of documents between national Parliaments thanks to IPEX. So as to render the site more functional, they invite national Parliaments to publish the summaries, in English or French, and other languages, of their most important positions and opinions concerning subsidiarity.
5) The Speakers note that a new stage in the implementation of the new parliamentary prerogatives could be reached from the beginning of the next term of the European Parliament. In the spirit of the step taken by the European Commission and the spirit of article 4 of the protocol (no. 2) on the application of the principles of subsidiarity and proportionality accompanying the Treaty of Lisbon, the Speakers invite the Council of the European Union to directly transmit to national Parliaments, beginning on September 1, 2009, in an informal manner, the draft legislative acts which do not proceed from the European Commission.
6) The Speakers invite the national Parliaments to intensify their cooperation in the area of the monitoring of subsidiarity and proportionality, possibly by addressing a common letter to the President of the European Commission when a significant number of Parliaments or Chambers had identified difficulties linked to the respect of the principles of subsidiarity and proportionality in the same draft European act. Such a step would have the effect of strengthening the opinions expressed by the national Parliaments.
7) The Speakers highlight the importance of the role of national Parliaments in the assessment and the monitoring of the construction of a European freedom, security and justice area. They emphasize the role of national Parliaments in the drawing-up of new priorities for European action in these matters. To achieve this, one of the interparliamentary meetings organized this year could deal with this question before the European Council announces the new programme which will replace the Hague Programme.
8) Given the role of national Parliaments in the smooth functioning of the European Union, the Speakers consider it useful that national Parliaments and the European Parliament debate, in an appropriate manner, the conclusions of the Reflection Group on the Future of Europe for 2030, before the presentation of its report to the European Council in June 2010.
Concerning the Involvement of Parliaments in Crisis Management
9) The Speakers commend the fact that the European Union has actively contributed to the resolution of many serious crises both of a regional and of a world dimension which Europe has had to face over recent months.
10) The Speakers underline the role Parliaments play within the European Union so that citizens may be fully informed, Government action may be monitored and that answers may be put forward at times of crisis.
11) The Speakers underline the importance of avoiding protectionism, considering it inefficient in the context of a global crisis and they stress the need for solidarity.
12) The Speakers expect that the European Union will speak with a single voice in order to play its full role in the reform of the international finance system, to strengthen the coordination of the national recovery plans and to launch a cooperative dynamic in the common interest. They also hope that tangible results in these fields might bring Europe closer to its citizens on the eve of the European elections.
Concerning Parliamentary practices for EU presidencies
13) The Speakers acknowledge the quality of the exchanges which took place during the inter-parliamentary meetings held during the Slovenian, French and Czech presidencies and invite the national Parliaments and the European Parliament to strengthen their cooperation on these subjects, in particular through the exchange of good practices.
14) The Speakers welcome the report on the preparation of the parliamentary dimension of the European presidency. They request the publication of the report on the IPEX site so that it may be made available to Parliaments and updated as required.
The Future of Europe for the Year 2030
15) The Speakers hope that the work of the reflection group on the future of Europe, chaired by M. Felipe Gonzalez, may enable the European Union, in a world which has become multi-polar, to map out avenues for the future, not only for itself but also in order to have its partners understand its conception of the main issues facing the world in the decades to come. It will be fundamental in this context to reflect upon both European values and the European identity to enable the drawing-up of common proposals to be implemented between now and 2030.
16) The Speakers also welcome the fact that the remit of the reflection group includes the task of paying particular attention to the means to be used to better address citizens and to answer their expectations and needs. They indeed underline that the support of European citizens for European institutions is a key element for the future development of the European Union. They welcome the intention of the group’s President, upon the completion of its work, to present a final report setting out clear and comprehensible recommendations for all.
17) The Speakers note that the reflection group should determine the best way to work in the long term for the stability and prosperity of both the Union and its surrounding regions. To this effect, they consider that it will be necessary to reflect deeply upon the European Union’s policy towards its neighbours.
NB vanwege tijdsgebrek tijdens de conferentie zijn de spreektijden ter plaatse ingekort en heeft de Voorzitter van de Tweede Kamer ook haar tekst moeten aanpassen. De bij dit verslag gevoegde tekst is de volledige.
This work took place using the one-plus-one format already used at the Conference of Lisbon, i.e. with one President or representative and one adviser for each Chamber or Parliament.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30180-10.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.