30 175 Luchtkwaliteit

Nr. 418 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 oktober 2022

In 2021 heeft uw Kamer de motie van het lid de Hoop c.s.1 aangenomen waarin de regering wordt verzocht om in overleg te gaan met woningcorporaties en gemeenten om een oplossing te zoeken voor mensen met een longziekten die moeite hebben om te verhuizen uit gebieden met slechte luchtkwaliteit.

Hierbij informeer ik uw Kamer over de wijze waarop ik hier opvolging aan heb gegeven. Naar aanleiding van uw motie is overleg geweest met AEDES, de koepel van woningcorporaties en met gemeenten. Uit deze verkennende gesprekken kwam naar voren dat gemeenten mensen met een medische indicatie, al voorrang kunnen geven bij de toewijzing van sociale huurwoningen. De regels hiervoor kunnen worden opgenomen in een gemeentelijke huisvestingsverordening. Dit is niet alleen relevant voor gebieden met hoge concentraties luchtvervuiling in de buitenlucht. Ook kenmerken van de woningen zelf, bijvoorbeeld vocht, ventilatie en de aanwezigheid van schimmel kunnen invloed hebben op de gezondheidsklachten van longpatiënten.

Mensen met ernstige longklachten kunnen een medische indicatie aanvragen waarmee ze voorrang kunnen krijgen voor vervangende woonruimte. Een medische indicatie betekent echter niet dat altijd op korte termijn een vervangende woning kan worden aangeboden. Dit komt doordat het aanbod van woningen beperkt is. Bovendien zijn er vaak veel mensen in een gemeente die op andere gronden een indicatie hebben voor het verlenen van voorrang. Het kan daarom, zelfs met een medische indicatie enige tijd duren voor een geschiktere woning wordt aangeboden.

Uit de gesprekken kwam ook het beeld naar voren dat er weinig aanvragen zijn van longpatiënten om te verhuizen naar een woning met een betere luchtkwaliteit. Vaak willen mensen ook liever niet verhuizen om zo in de buurt van vrienden, familie, werk, scholen, sportvereniging en bijvoorbeeld kerk te blijven. Dit speelt zowel bij sociale woningbouw als bij particuliere verhuur en bij eigen huis bezit.

Ik vind het van belang om in heel Nederland de luchtkwaliteit te verbeteren zodat we toewerken naar een situatie waarin gevoelige groepen, zoals mensen met een longziekte, niet hoeven te verhuizen vanwege luchtvervuiling. Daar werk ik samen met gemeenten en provincies aan in het Schone Lucht Akkoord en daarvoor zet ik mij ook in internationaal verband voor in. Zolang we die situatie nog niet bereikt hebben, vind ik het van belang om gevoelige groepen zoals longpatiënten te helpen als zij ernstige gezondheidsklachten ondervinden als gevolg van luchtvervuiling in hun woonomgeving.

Ik werk daarom binnen het Schone Lucht Akkoord aan het herijken van het beleid gericht op gevoelige groepen (zoals kinderen, ouderen en mensen met een longziekte) en gevoelige bestemmingen (zoals scholen, verzorgingshuizen en kinderdagverblijven). Dit doe ik in samenwerking met gemeenten, provincies, GGD Nederland en gezondheidsorganisaties. Het streven is om eind 2022 een advies voor beleid ter bescherming van hoog gevoelige groepen vast te stellen. Dat advies gaat in op hoe gemeenten kunnen sturen op een zo gezond mogelijke locatie voor de meest gevoelige groepen. Bijvoorbeeld door geen gevoelige bestemmingen toe te staan in gebieden met hoge concentraties luchtvervuiling, zoals in de buurt van drukke wegen. Naar aanleiding van het advies bespreek ik met gemeenten welke opvolging aan het advies kan worden gegeven. Daarbij betrek ik ook de mogelijkheden voor het verder versterken van gemeentelijke beleid ten aanzien van woningtoewijzing bij ernstige gezondheidsklachten door luchtvervuiling.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Kamerstuk 30 175, nr. 386; Handelingen II 2021/22, nr. 10, item 13

Naar boven