In 2021 heeft uw Kamer de motie van het lid de Hoop c.s.1 aangenomen waarin de regering wordt verzocht om in overleg te gaan met woningcorporaties
en gemeenten om een oplossing te zoeken voor mensen met een longziekten die moeite
hebben om te verhuizen uit gebieden met slechte luchtkwaliteit.
Hierbij informeer ik uw Kamer over de wijze waarop ik hier opvolging aan heb gegeven.
Naar aanleiding van uw motie is overleg geweest met AEDES, de koepel van woningcorporaties
en met gemeenten. Uit deze verkennende gesprekken kwam naar voren dat gemeenten mensen
met een medische indicatie, al voorrang kunnen geven bij de toewijzing van sociale
huurwoningen. De regels hiervoor kunnen worden opgenomen in een gemeentelijke huisvestingsverordening.
Dit is niet alleen relevant voor gebieden met hoge concentraties luchtvervuiling in
de buitenlucht. Ook kenmerken van de woningen zelf, bijvoorbeeld vocht, ventilatie
en de aanwezigheid van schimmel kunnen invloed hebben op de gezondheidsklachten van
longpatiënten.
Mensen met ernstige longklachten kunnen een medische indicatie aanvragen waarmee ze
voorrang kunnen krijgen voor vervangende woonruimte. Een medische indicatie betekent
echter niet dat altijd op korte termijn een vervangende woning kan worden aangeboden.
Dit komt doordat het aanbod van woningen beperkt is. Bovendien zijn er vaak veel mensen
in een gemeente die op andere gronden een indicatie hebben voor het verlenen van voorrang.
Het kan daarom, zelfs met een medische indicatie enige tijd duren voor een geschiktere
woning wordt aangeboden.
Uit de gesprekken kwam ook het beeld naar voren dat er weinig aanvragen zijn van longpatiënten
om te verhuizen naar een woning met een betere luchtkwaliteit. Vaak willen mensen
ook liever niet verhuizen om zo in de buurt van vrienden, familie, werk, scholen,
sportvereniging en bijvoorbeeld kerk te blijven. Dit speelt zowel bij sociale woningbouw
als bij particuliere verhuur en bij eigen huis bezit.
Ik vind het van belang om in heel Nederland de luchtkwaliteit te verbeteren zodat
we toewerken naar een situatie waarin gevoelige groepen, zoals mensen met een longziekte,
niet hoeven te verhuizen vanwege luchtvervuiling. Daar werk ik samen met gemeenten
en provincies aan in het Schone Lucht Akkoord en daarvoor zet ik mij ook in internationaal
verband voor in. Zolang we die situatie nog niet bereikt hebben, vind ik het van belang
om gevoelige groepen zoals longpatiënten te helpen als zij ernstige gezondheidsklachten
ondervinden als gevolg van luchtvervuiling in hun woonomgeving.
Ik werk daarom binnen het Schone Lucht Akkoord aan het herijken van het beleid gericht
op gevoelige groepen (zoals kinderen, ouderen en mensen met een longziekte) en gevoelige
bestemmingen (zoals scholen, verzorgingshuizen en kinderdagverblijven). Dit doe ik
in samenwerking met gemeenten, provincies, GGD Nederland en gezondheidsorganisaties.
Het streven is om eind 2022 een advies voor beleid ter bescherming van hoog gevoelige
groepen vast te stellen. Dat advies gaat in op hoe gemeenten kunnen sturen op een
zo gezond mogelijke locatie voor de meest gevoelige groepen. Bijvoorbeeld door geen
gevoelige bestemmingen toe te staan in gebieden met hoge concentraties luchtvervuiling,
zoals in de buurt van drukke wegen. Naar aanleiding van het advies bespreek ik met
gemeenten welke opvolging aan het advies kan worden gegeven. Daarbij betrek ik ook
de mogelijkheden voor het verder versterken van gemeentelijke beleid ten aanzien van
woningtoewijzing bij ernstige gezondheidsklachten door luchtvervuiling.