30 169
Mantelzorg

nr. 14
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 30 januari 2008

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 heeft op 19 december 2007 overleg gevoerd met staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over:

– de brief d.d. 26 november 2007 inzake inzet onderuitputting Regeling waardering mantelzorgers (30 169, nr. 12).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Van der Vlies (SGP) roept het amendement van de SGP in herinnering dat 65 mln. uittrekt voor een uitkering van € 250 per mantelzorger. Naar schatting zou het gaan om 200 000 mantelzorgers. Via het indicatiemechanisme zijn echter slechts 40 000 mantelzorgers bereikt. De staatssecretaris heeft daarop besloten van de overgebleven 55 mln. een bedrag van 32 mln. naar het Gemeentefonds door te sluizen. Daarover is een convenant afgesloten met de gemeenten en Mezzo, de koepelorganisatie van de mantelzorgers. De resterende 21 mln. vloeit terug in de algemene middelen. Kan dit niet anders? Kan de staatssecretaris niets bedenken, ondanks de Comptabiliteitswet? Hoe wordt het convenant uitgevoerd? Wordt het convenant voor 2011 geëvalueerd?

In het jaar 2008 moet de volle 65 mln. bij de mantelzorgers terechtkomen. Dat betekent een verruiming van de criteria en een ander indicatiemechanisme. In februari 2008 wordt de regeling dan ook geëvalueerd. Er komt bovendien nog een wetsvoorstel.

De staatssecretaris moet toezeggen om het resterende, forse bedrag zo gauw mogelijk bij de mantelzorgers te krijgen. Het gaat daarbij niet alleen om AWBZ-zorg en extramurale zorg, maar ook om mantelzorgers die een prestatie leveren in een informele setting.

Mevrouw Wolbert (PvdA) vindt het «mantelzorgcompliment» nog steeds sympathiek. Er zijn echter problemen bij het bereiken van de mantelzorgers. Het is dan ook goed dat het niet-bestede bedrag via het convenant alsnog aan de mantelzorg wordt besteed. Kan de evaluatie van de regeling niet eerder plaatsvinden? Voorkomen moet worden dat in 2008 eenzelfde situatie optreedt als in 2007.

Veel mensen vinden het jammer dat een AWBZ-erkenning nodig is om voor het mantelzorgcompliment in aanmerking te komen. Er moet dan ook gezocht worden naar mogelijkheden om meer mantelzorgers te bereiken.

Mevrouw Kant (SP) sluit zich aan bij de vragen van de heer Van der Vlies. Kan de staatssecretaris daarnaast inzicht geven in de exacte bedragen?

Een bedrag van 32 mln. gaat via het convenant naar het Gemeentefonds. De ervaringen met mantelzorg in de Wmo zijn echter tot nu toe weinig positief. Hoe waarborgt de staatssecretaris dat dit geld bij de mantelzorgers terechtkomt? Wordt dit geld geoormerkt? De eis van AWBZ-erkenning moet snel aangepast worden. Tevens moet overwogen worden om ook huisartsen vast te laten stellen of er sprake is van een situatie van mantelzorg.

Mevrouw Willemse-van der Ploeg (CDA) vindt het jammer dat de verwachtingen van de CDA-fractie van juni 2007 zijn uitgekomen. Het blijkt immers dat lang niet alle mantelzorgers worden bereikt. Het is echter goed dat het geld voor het grootste deel behouden blijft voor de mantelzorg.

Heeft ondersteuning en opsporing van mantelzorgers prioriteit bij besteding van de 32 mln.? Is het mogelijk de huidige regeling snel te evalueren? Kan opnieuw gekeken worden naar de criteria? Hoe worden in 2008 de mantelzorgers bereikt die recht hebben op het mantelzorgcompliment? Is de staatssecretaris bereid de aanvraagprocedure te vereenvoudigen?

De overgebleven 18 mln. mag niet naar de algemene middelen terugvloeien, maar hoort bij de mantelzorgers terecht te komen.

Antwoord van de staatssecretaris

De staatssecretaris stelt vast dat zowel Kamer als regering het mantelzorgcompliment een goed idee vindt. Tegen die achtergrond is het betreurenswaardig dat mensen het gevoel hebben buiten de boot te vallen. Elke regeling vraagt echter om een goede afbakening van wie ervoor in aanmerking komt. Geprobeerd is om daarbij zo snel mogelijk te werken, zodat de mensen nog in 2007 en voor inwerkingtreding van de wet hun compliment ontvingen. Daardoor is misschien niet iedereen (goed) geïnformeerd. Het wetsvoorstel, dat inmiddels bij de Kamer ligt, moet zo snel mogelijk behandeld worden om een legitieme basis te creëren voor het mantelzorgcompliment.

Om te leren hoe het beter kan, wordt naar verwachting begin januari met een evaluatie gestart. Die moet antwoord geven op de vraag of en hoe meer mensen bereikt kunnen worden. Misschien kunnen de gemeenten daarbij een rol spelen. Het resultaat van de evaluatie is begin april beschikbaar, zodat de Kamer er nog voor het zomerreces over kan spreken. Doel is dat de middelen bij de individuele mantelzorger terechtkomen. De staatssecretaris sluit bij voorbaat geen enkel criterium uit. De periode van zes maanden kan verkort worden. De besparing op de AWBZ kan worden geschrapt. Ook kan intramurale zorg meegerekend worden. In plaats van het uitkeren van een bedrag kan gedacht worden aan respijtzorg, begeleiding of onderwijs.

De evaluatie gaat over de wijze van totstandkoming van de regeling en de uitvoering door CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg), Bureaus Jeugdzorg en SVB (Sociale Verzekeringsbank). Het idee om huisartsen te laten indiceren voor mantelzorg kan een rol spelen bij de pilots in het CJZ. De evaluatie moet uitwijzen of er ten onrechte mantelzorgers buiten de boot zijn gevallen. Ook de vraag of er sprake is van adequate communicatie en wat daarin te verbeteren valt, moet beantwoord worden. Ook wordt de uitvoerder van de evaluatie gevraagd, aan te geven of aanpassing van de criteria wenselijk is en welke gevolgen dat heeft. De budgettaire kaders, uitgaande van 220 000 mensen structureel, zijn daarbij bepalend. Bij de evaluatie moet ook gekeken worden of de voorwaarde om nog in 2007 een uitkering aan mantelzorgers te geven ertoe geleid heeft dat er relatief weinig mensen zijn bereikt.

Er is 65 mln. ter beschikking gesteld, waarvan 2 mln. uitvoeringskosten. Van dit bedrag is 12 mln. uitgekeerd, zodat er 51 mln. overblijft. Twee derde daarvan is belegd in het convenant met de gemeenten en een derde vloeit terug naar de schatkist. Die verdeling, met 32 mln. voor de gemeenten, is gebaseerd op de inschatting van betrokkenen hoeveel kan worden weggezet. Dit bedrag komt overeen met wat de gemeenten sowieso krijgen voor ondersteuning van mantelzorgers. Aan hen dus de eenmalige opdracht om in het jaar 2008 twee keer dit bedrag weg te zetten.

Een en ander is geheel in tegenspraak met de afspraak in het kabinet dat meevallers niet mogen worden gebruikt voor intensiveringen. Deze door het ministerie van Financiën gemaakte uitzondering geeft aan hoe belangrijk het thema mantelzorg is voor het kabinet. Een eventuele onderuitputting in het volgende jaar zal dus niet via de gemeenten beschikbaar worden gesteld aan mantelzorgondersteuning.

De gemeenten moeten proberen het geld zo gericht mogelijk aan individuele mantelzorgers te doen toekomen. Het landelijk voorschrijven hoe dat moet, is echter strijdig met de Wmo-gedachte. De gemeenten wordt echter gewezen op het belang ervan, onder meer via het VNG. De staatssecretaris heeft alle vertrouwen in de gemeenten.

Nadere gedachtewisseling

De heer Van der Vlies (SGP) waarschuwt de staatssecretaris om met de evaluatie snelheid te betrachten. Ook als de evaluatie van april nog voor het zomerreces door de Kamer besproken wordt, moet ervoor opgepast worden dat 2008 geen herhaling van de situatie van 2007 laat zien.

Mevrouw Wolbert (PvdA) onderschrijft het belang van een spoedige evaluatie.

Mevrouw Willemse-van der Ploeg (CDA) benadrukt het belang van goede communicatie met de gemeenten over de besteding van de 32 mln. van het convenant. Deze zijn bedoeld voor de individuele mantelzorger.

Voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Smeets

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Teunissen


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Halsema (GroenLinks), Kant (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Joldersma (CDA), Jan de Vries (CDA), Smeets (PvdA), voorzitter, Van Miltenburg (VVD), Schippers (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Willemse-van der Ploeg (CDA), Van der Veen (PvdA), Schermers (CDA), Van Gerven (SP), Wolbert (PvdA), Heerts (PvdA), Zijlstra (VVD), Ouwehand (PvdD), Agema (PVV), Leijten (SP), Bouwmeester (PvdA) en Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Vendrik (GroenLinks), Van Velzen (SP), Neppérus (VVD), Vietsch (CDA), Sterk (CDA), Ormel (CDA), Van Dijken (PvdA), Verdonk (Verdonk), Dezentjé Hamming (VVD), Atsma (CDA), Van der Ham (D66), Çörüz (CDA), Gill’ard (PvdA), Jonker (CDA), Langkamp (SP), Vermeij (PvdA), Arib (PvdA), Kamp (VVD), Thieme (PvdD), Bosma (PVV), Luijben (SP), Hamer (PvdA), Ortega-Martijn (ChristenUnie) en De Wit (SP).

Naar boven