30 166 (R 1795)
Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap tot beperking van meervoudige nationaliteit en tot invoering van het verlies van het Nederlanderschap wegens het toebrengen van ernstige schade aan de essentiële belangen van het Koninkrijk of van een of meer van zijn landen

nr. 26
BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET WETSVOORSTEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2007

Bij de Tweede Kamer is een voorstel aanhangig tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap tot beperking van meervoudige nationaliteit en tot invoering van het verlies van het Nederlanderschap wegens het toebrengen van ernstige schade aan de essentiële belangen van het Koninkrijk of één van zijn landen (Kamerstukken II, 30 166 (R 1795), nr. 2).

Eindstemming over het wetsvoorstel is op verzoek van het vorige kabinet aangehouden totdat het nieuwe kabinet daarover zijn standpunt zou hebben bepaald. Het argument daarvoor was dat de aangenomen amendementen het wetsvoorstel zodanig ingrijpend hadden aangepast, dat een nieuwe afweging nodig zou zijn.

Van het standpunt van het kabinet is mededeling gedaan bij mijn brief van 12 oktober 2007 (Kamerstukken II, 30 166 (R1795), nr. 25). Daarin heb ik aangegeven dat het kabinet een andere benadering van meervoudige nationaliteit voorstaat. Het kabinet wil een nieuw wetsvoorstel voorbereiden.

Daartoe gemachtigd door de Koningin trek ik bovengenoemd voorstel tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap daarom hierbij in.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven