30 166 (R 1795)
Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap tot beperking van meervoudige nationaliteit en tot invoering van het verlies van het Nederlanderschap wegens het toebrengen van ernstige schade aan de essentiële belangen van het Koninkrijk of van een of meer van zijn landen

nr. 20
MOTIE VAN HET LID FRITSMA

Voorgesteld 15 februari 2007

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat het niet mogelijk is om het Nederlanderschap te verliezen op grond van criminele activiteiten;

constaterende, dat bijvoorbeeld veel Marokkaanse straatterroristen die zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit bezitten, niet kunnen worden gedenaturaliseerd;

overwegende, dat het wenselijk is om intrekking van het Nederlanderschap op grond van misdrijven toch mogelijk te maken, zodat de Nederlandse samenleving wordt beschermd tegen criminaliteit en straatterrorisme en zodat er een preventieve werking ontstaat;

verzoekt de regering om te bewerkstelligen dat de volgende categorieën bezitters van een meervoudige nationaliteit de Nederlandse nationaliteit verliezen:

– mensen die tweemaal een misdrijf hebben gepleegd waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld;

– mensen die driemaal een misdrijf hebben gepleegd waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van twee jaar of meer is gesteld;

– te bewerkstelligen dat het Europees Verdrag inzake nationaliteit terzake wordt aangepast dan wel opgezegd,

en gaat over tot de orde van de dag.

Fritsma

Naar boven