30 146
Instellen P-Direkt als baten-lastendienst

nr. 19
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 december 2007

Tijdens het Algemeen Overleg met de Vaste Commissie voor BZK op 1 november jl. over mijn brief over P-Direkt (TK 06–07, 30 146, nr. 18) heb ik toegezegd om de «Visie op de inzet van de kwaliteitsinstrumenten»1 aan de Kamer te doen toekomen.

In de nota Nieuwe Aanpak (TK 06–07, 30 146, nr. 17) is de sturing (Governance) van de projectorganisatie beschreven. Bijgaand document geeft, uitgaande van die toedeling van rollen en verantwoordelijkheden, een overzicht van de kwaliteitsinstrumenten die door de opdrachtgever, opdrachtnemer en projectleiders worden gehanteerd en op welke punten er raakvlakken zijn.

Het naast-hogere sturingsniveau vormt zich een oordeel over de werking van het kwaliteitssysteem en stuurt bij als dat nodig blijkt.

Deze visie op de inzet van de kwaliteitsinstrumenten is in aanbeveling van de Auditdiensten opgesteld opdat voorkomen wordt dat er gaten en/of doublures in het kwaliteitssysteem zitten. (zie TK 06–07, 30 146, nr. 18; bijlage Rapportage follow-up onderzoek nieuwe aanpak P-Direkt).

Met bijgaande aanpak is dat risico, ook naar de mening van de Auditdienst, afdoende afgedekt.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven