30 145
Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet ouderschap na scheiding en het afschaffen van de mogelijkheid tot het omzetten van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap (Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding)

nr. 18
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID TEEVEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 13

Ontvangen 14 mei 2007

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In de beweegreden wordt na «en voorts» ingevoegd: een administratieve echtscheiding in te voeren en.

II

In artikel I worden na onderdeel A vijf onderdelen ingevoegd, luidende:

Aa

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt na «van huwelijken» ingevoegd: en administratieve echtscheidingen.

2. In het tweede lid wordt na «rechterlijke uitspraken» toegevoegd: en administratieve echtscheidingen.

Ab

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Hij voegt voorts aan de onder hem berustende akten van de burgerlijke stand latere vermeldingen toe van akten houdende administratieve echtscheiding tussen echtelieden wier huwelijksakte in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand is opgenomen.

Ac

Aan het opschrift van afdeling 6 van titel 4 wordt na «rechterlijke uitspraken» toegevoegd: en administratieve echtscheidingen.

Ad

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd luidende: Hij maakt eveneens akten van inschrijving op van administratieve echtscheidingen betreffende huwelijken waarvan de akten niet in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand zijn opgenomen.

Ae

In artikel 23b, eerste lid, wordt na «van huwelijk,» ingevoegd: van administratieve echtscheiding,

III

In artikel I wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ca

Artikel 142 wordt als volgt gewijzigd:

Het eerste lid, onder b, komt te luiden:

b. in geval van beëindiging van het huwelijk door echtscheiding: het tijdstip van ondertekening van de schriftelijke verklaring, bedoeld in artikel 149b, vierde lid, of het tijdstip van indiening van het verzoek tot echtscheiding;.

IV

In artikel I wordt onderdeel D vervangen door:

D

Artikel 149 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c komt te luiden:

c. door echtscheiding, overeenkomstig de bepalingen van afdeling 1A dan wel afdeling 2 van deze titel;.

2. Aan het slot van onderdeel d wordt de puntkomma vervangen door een punt en vervalt onderdeel e.

V

In artikel I worden na onderdeel D twee onderdelen ingevoegd, luidende:

Da

Na artikel 149 wordt een Afdeling 1A ingevoegd, luidende:

AFDELING 1A. ADMINISTRATIEVE ECHTSCHEIDING

Artikel 149a

Deze afdeling is niet van toepassing op echtgenoten:

a. die het gezag gezamenlijk of alleen uitoefenen over een of meer van hun gezamenlijke kinderen;

b. die ingevolge artikel 253sa of 253t het gezag gezamenlijk uitoefenen over een of meer kinderen.

Artikel 149b

1. Tot het nemen van een beslissing tot en het uitspreken van een administratieve echtscheiding is de ambtenaar van de burgerlijke stand bevoegd, indien is voldaan aan de voorwaarden van de verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van de Europese Unie van 27 november 2003 (pbEG L 338) betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1347/2000, gesteld ter zake van de bevoegdheid van de rechter.

2. De beslissing wordt genomen door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de woonplaats van een van de echtgenoten. Bij gebreke van een woonplaats van een echtgenoot in Nederland is de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage bevoegd.

3. Alvorens de beslissing wordt genomen, verklaren de echtgenoten, in persoon ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand dat hun huwelijk duurzaam ontwricht is en dat zij dit op die grond met wederzijds goedvinden wensen te beëindigen. Zij leggen daarbij een schriftelijke verklaring over die voldoet aan de vereisten, gesteld in het vierde lid. De ambtenaar van de burgerlijke stand vergewist zich ervan dat sinds de ondertekening van de overeenkomst, bedoeld in artikel 149c, niet meer dan drie maanden zijn verstreken en spreekt hierna uit dat het huwelijk is beëindigd. Hij maakt daarvan terstond in het daartoe bestemde register een akte van administratieve echtscheiding op.

4. De schriftelijke verklaring, bedoeld in het derde lid:

a. is ondertekend door beide echtgenoten;

b. is ondertekend door een of meer advocaten of notarissen;

c. gaat vergezeld van een afschrift van de huwelijksakte en vermeldt dat de echtgenoten gezamenlijk hebben gekozen voor toepassing van het Nederlandse recht op de echtscheiding;

d. vermeldt dat de echtgenoten een overeenkomst hebben gesloten als bedoeld in artikel 149c, alsmede in specifieke bewoordingen dat de desbetreffende overeenkomst voor zover toepasselijk de in het eerste lid van dat artikel omschreven bestanddelen bevat;

e. vermeldt de datum en het tijdstip waarop de overeenkomst, bedoeld in artikel 149c, is ondertekend.

5. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de aan de ambtenaar van de burgerlijke stand over te leggen stukken.

6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere beroepsgroepen worden aangewezen die bevoegd zijn om de schriftelijke verklaring te ondertekenen en kunnen regels worden gesteld omtrent de deskundigheden en de kwaliteitseisen waarover zij dienen te beschikken.

7. Echtgenoten kunnen de overeenkomst, bedoeld in artikel 149c, overleggen, in welk geval de ambtenaar van de burgerlijke stand er zorg voor draagt dat deze onderdeel uitmaakt van de akte van administratieve echtscheiding.

8. Tegen de beslissing van de ambtenaar van de burgerlijke stand staat geen andere voorziening open dan de voorziening, bedoeld in artikel 27.

Artikel 149c

1. Echtgenoten die verklaren dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en dit wensen te beëindigen, sluiten een overeenkomst over de regeling van de gevolgen van de beoogde beëindiging. Deze overeenkomst bevat:

a. een regeling met betrekking tot de uitkering tot levensonderhoud ten behoeve van de echtgenoot die niet voldoende inkomsten tot zijn levensonderhoud heeft, noch zich deze in redelijkheid kan verwerven;

b. een regeling wie van de echtgenoten huurder zal zijn van de woonruimte die hun tot hoofdverblijf dient, of wie van de echtgenoten gedurende een bij de overeenkomst te bepalen termijn het gebruik zal hebben van de woning en de inboedel die een van hen of hun beiden toebehoren dan wel ten gebruike toekomen;

c. een regeling met betrekking tot de verdeling van enige gemeenschap waarin de echtgenoten zijn gehuwd dan wel de verrekening die bij huwelijkse voorwaarden is overeengekomen;

d. een regeling met betrekking tot de verevening of verrekening van pensioenrechten.

2. Op een beëindiging van het huwelijk door middel van administratieve echtscheiding zijn de artikelen 155, 157, 158, 159, eerste en derde lid, 159a, 160 en 164 van overeenkomstige toepassing.

Db

Artikel 163 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. De echtscheiding komt tot stand door de inschrijving van de beschikking of van de akte van administratieve echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand en wel door een toevoeging van een latere vermelding van de beschikking of van de akte van administratieve echtscheiding aan de huwelijksakte. In het geval, bedoeld in artikel 21, eerste lid, tweede volzin, komt de echtscheiding tot stand door inschrijving van de akte van administratieve echtscheiding in het register, bedoeld in het tweede lid van dat artikel.

2. Na het derde lid wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

4. In afwijking van het tweede lid geschiedt de inschrijving van akten van administratieve echtscheiding, met uitzondering van die bedoeld in artikel 21, eerste lid, tweede volzin, ambtshalve door de ambtenaar van de burgerlijke stand.

VI

Na Artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL III

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 266, lid 4 wordt tussen «hetzij» en «ingevolge» ingevoegd: na ondertekening door beide partners van de schriftelijke verklaring, bedoeld in artikel 149b, vierde lid, van Boek 1, hetzij.

VII

Na artikel III worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIIA

De Wet verevening pensioenrechten bij scheiding wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt na «tijdstip van scheiding:» ingevoegd: in het geval van een administratieve echtscheiding: de datum van opmaken van de akte van administratieve echtscheiding;.

2. In onderdeel b wordt het woord «ingeval» telkens vervangen door: in het geval.

ARTIKEL IIIB

De Wet rechten burgerlijke stand wordt als volgt gewijzigd:

Aan het eerste lid wordt na onderdeel a, onder verlettering van de onderdelen b, c en d tot c, d en e, een onderdeel ingevoegd, luidende:

b. voor elk afschrift van een akte van administratieve scheiding als bedoeld in artikel 149b van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;.

Toelichting

De primaire doelstelling van dit amendement is om de verantwoordelijkheid voor de echtscheiding bij de echtgenoten te laten. Het betreft hier alleen de echtgenoten zonder kinderen die het met elkaar eens zijn over de voorwaarden van een overeenkomst als bedoeld in artikel 149c van boek 1. Het gaat daarbij om een zekere dejuridisering van de echtscheiding, waarbij uiteraard altijd de gang naar de rechter mogelijk blijft. Bij echtscheidingen die door de echtgenoten zelf kunnen worden geregeld is een procedure via de rechtbank overbodig en ongewenst.

Met het amendement wordt beoogd dat echtgenoten zelf aangeven dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en dat dat voldoende is om het huwelijk te beëindigen. Zeker als er geen kinderen in het spel zijn is er geen principieel verschil tussen het aangaan en het ontbinden van het huwelijk. Nu er geen taak van de overheid is om het belang van het kind te waarborgen stelt de overheid zich ook terughoudend op bij het ontbinden van een relatie.

Dit amendement beoogt de volgende voordelen te bewerkstelligen:

– een aanzienlijke kostenbesparing voor echtgenoten die in onderling overleg komen tot een overeenkomst aangaande de beëindiging van hun relatie;

– het uitgangspunt is dat een scheiding in beginsel door de echtgenoten zelf kan worden afgewikkeld: zij nemen zelf de verantwoordelijkheid voor het aangaan en beëindigen van hun relatie;

– juist omdat de afspraken door de echtgenoten zelf met hun instemming worden gemaakt, is de kwaliteit van die gemaakte afspraken, en de te verwachten naleving ervan, veel groter;

– de rechter, en andere juridische adviseurs (advocaten, notarissen, scheidingsbemiddelaars), worden niet meer belast met zaken waarin de rechter – en de andere juridische adviseurs – geen toegevoegde waarde bieden.

De hiervoor genoemde (administratieve) echtscheiding kan in veel gevallen ook leiden tot besparingen op de gefinancierde rechthulp.

Teeven

Naar boven