30 145
Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet ouderschap na scheiding en het afschaffen van de mogelijkheid tot het omzetten van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap (Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding)

nr. 17
AMENDEMENT VAN HET LID BOUCHIBTI

Ontvangen 10 mei 2007

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt onderdeel Ba vervangen door:

Ba

Artikel 80c wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan artikel 80c wordt na het tweede lid een lid toegevoegd, luidende:

3. Een geregistreerd partnerschap kan niet met wederzijds goedvinden als bedoeld in het eerste lid, onder c, worden beëindigd indien de partners:

a. al dan niet gezamenlijk het gezag uitoefenen over een of meer van hun kinderen;

b. ingevolge de artikelen 253sa of 253t het gezag gezamenlijk uitoefenen over een of meer kinderen.

2. In het eerste lid, onderdeel d, wordt de zinsnede «op verzoek van één der partners» vervangen door: op verzoek van de partners of een van hen.

II

In artikel II wordt onderdeel A vervangen door:

A

Artikel 815 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede tot en met het vierde lid tot het vijfde tot en met het zevende lid worden na het eerste lid drie leden ingevoegd, luidende:

2. Het verzoekschrift bevat een ouderschapsplan ten aanzien van de minderjarige kinderen over wie de echtgenoten:

a. al dan niet gezamenlijk het gezag uitoefenen over een of meer van hun kinderen;

b. ingevolge de artikelen 253sa of 253t het gezag gezamenlijk uitoefenen over een of meer kinderen. 3. In het ouderschapsplan worden in ieder geval afspraken opgenomen over:

a. de wijze waarop de echtgenoten de zorg- en opvoedingstaken, bedoeld in artikel 247 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, verdelen of het recht en de verplichting tot omgang, bedoeld in artikel 377a, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek vormgeven;

b. de wijze waarop de echtgenoten elkaar informatie verschaffen en raadplegen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van de minderjarige kinderen; c. de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen.

4. Het verzoekschrift vermeldt over welke van de gevraagde voorzieningen overeenstemming is bereikt en over welke van de gevraagde voorzieningen een verschil van mening bestaat met de gronden daarvoor. Tevens vermeldt het verzoekschrift op welke wijze de kinderen zijn betrokken bij het opstellen van het ouderschapsplan.

2. Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:

6. Indien het ouderschapsplan, bedoeld in het tweede lid, of de stukken, bedoeld in het vijfde lid, onderdelen a tot en met c, redelijkerwijs niet kunnen worden overgelegd, kan worden volstaan met overlegging van andere stukken of kan op andere wijze daarin worden voorzien, een en ander ter beoordeling van de rechter.

Toelichting

Met dit amendement wordt de definitie van kinderen voor wie een ouderschapsplan moet worden opgesteld verduidelijkt. In de huidige omschrijving vallen alle kinderen onder het ouderschapsplan. Dat heeft tot gevolg dat echtgenoten/partners die voor de tweede keer een huwelijk of geregistreerd partnerschap zijn aangegaan en al kinderen hebben uit een eerdere verbintenis, worden verplicht voor deze afzonderlijke kinderen een ouderschapsplan te maken. Met dit amendement willen we deze mensen uitzonderen van de verplichting tot het maken van een ouderschapsplan.

Bouchibti

Naar boven