nr. 17
AMENDEMENT VAN HET LID BOUCHIBTI
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt onderdeel Ba vervangen door:
Ba
Artikel 80c wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan artikel 80c wordt na het tweede lid een lid toegevoegd, luidende:
3. Een geregistreerd partnerschap kan niet met wederzijds goedvinden
als bedoeld in het eerste lid, onder c, worden beëindigd indien de partners:
a. al dan niet gezamenlijk het gezag uitoefenen over een of meer
van hun kinderen;
b. ingevolge de artikelen 253sa of 253t het gezag gezamenlijk
uitoefenen over een of meer kinderen.
2. In het eerste lid, onderdeel d, wordt de zinsnede «op verzoek
van één der partners» vervangen door: op verzoek van de
partners of een van hen.
II
In artikel II wordt onderdeel A vervangen door:
A
Artikel 815 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het tweede tot en met het vierde lid tot
het vijfde tot en met het zevende lid worden na het eerste lid drie leden
ingevoegd, luidende:
2. Het verzoekschrift bevat een ouderschapsplan ten aanzien van de
minderjarige kinderen over wie de echtgenoten:
a. al dan niet gezamenlijk het gezag uitoefenen over een of meer
van hun kinderen;
b. ingevolge de artikelen 253sa of 253t het gezag gezamenlijk
uitoefenen over een of meer kinderen. 3. In het ouderschapsplan worden in
ieder geval afspraken opgenomen over:
a. de wijze waarop de echtgenoten de zorg- en opvoedingstaken, bedoeld
in artikel 247 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, verdelen of het recht
en de verplichting tot omgang, bedoeld in artikel 377a, eerste lid, van Boek
1 van het Burgerlijk Wetboek vormgeven;
b. de wijze waarop de echtgenoten elkaar informatie verschaffen en
raadplegen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon
en het vermogen van de minderjarige kinderen; c. de kosten van de verzorging
en opvoeding van de minderjarige kinderen.
4. Het verzoekschrift vermeldt over welke van de gevraagde voorzieningen
overeenstemming is bereikt en over welke van de gevraagde voorzieningen een
verschil van mening bestaat met de gronden daarvoor. Tevens vermeldt het verzoekschrift
op welke wijze de kinderen zijn betrokken bij het opstellen van het ouderschapsplan.
2. Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:
6. Indien het ouderschapsplan, bedoeld in het tweede lid, of de stukken,
bedoeld in het vijfde lid, onderdelen a tot en met c, redelijkerwijs niet
kunnen worden overgelegd, kan worden volstaan met overlegging van andere stukken
of kan op andere wijze daarin worden voorzien, een en ander ter beoordeling
van de rechter.
Toelichting
Met dit amendement wordt de definitie van kinderen voor wie een ouderschapsplan
moet worden opgesteld verduidelijkt. In de huidige omschrijving vallen alle
kinderen onder het ouderschapsplan. Dat heeft tot gevolg dat echtgenoten/partners
die voor de tweede keer een huwelijk of geregistreerd partnerschap zijn aangegaan
en al kinderen hebben uit een eerdere verbintenis, worden verplicht voor deze
afzonderlijke kinderen een ouderschapsplan te maken. Met dit amendement willen
we deze mensen uitzonderen van de verplichting tot het maken van een ouderschapsplan.
Bouchibti