30 145
Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet ouderschap na scheiding en het afschaffen van de mogelijkheid tot het omzetten van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap (Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding)

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID DE WIT

Ontvangen 16 april 2007

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel K, wordt artikel 253a als volgt gewijzigd:

I

Het eerste lid komt te luiden:

1. In geval van gezamenlijke uitoefening van het gezag kunnen geschillen hieromtrent, indien daadwerkelijk blijkt dat de afspraken niet worden nagekomen, op verzoek van de ouders of een van hen aan de rechtbank worden voorgelegd. De rechtbank neemt een zodanige beslissing als haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt.

II

In het vijfde lid wordt «zes weken» vervangen door: twee weken.

Toelichting

Een ouder die problemen heeft met het niet naleven van de afspraken met betrekking tot de gezamenlijke gezagsuitoefening moet het geschil snel aan de rechter voor kunnen leggen. De termijn van zes weken, zoals opgenomen in artikel 253a na de nota van wijziging, is te lang.

Dit amendement beoogt een snelle toegang tot de rechter te verzekeren bij daadwerkelijk gebleken niet-nakoming van de afspraken omtrent de gezamenlijke uitoefening van het gezag.

De Wit

Naar boven