nr. 2
VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN HET REGLEMENT VAN ORDE VAN DE TWEEDE KAMER
DER STATEN-GENERAAL
Het Reglement van Orde wordt als volgt gewijzigd:
I.
Artikel 20 komt te luiden:
Artikel 20. De commissie voor de Verzoekschriften en de
Burgerinitiatieven
1. Er is een commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven,
waarvan de werkwijze bij afzonderlijk door de Kamer vast te stellen reglement
wordt geregeld.
2. Zij is belast met het uitbrengen van verslag over alle door de Kamer
of een commissie van de Kamer in haar handen gestelde verzoekschriften en
burgerinitiatieven. Zij is tevens belast met het uitbrengen van verslag over
onderzoeksrapporten van de Nationale ombudsman, indien daartoe aanleiding
is.
3. De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven toetst
of een burgerinitiatief voldoet aan de ontvankelijkheidscriteria, genoemd
in artikel 132a, en aan de vormvereisten, vastgesteld in het in het eerste
lid bedoelde reglement.
4. Elk verslag over een verzoekschrift en een burgerinitiatief bevat een
duidelijke conclusie of een behandelingsvoorstel.
5. De commissie is bevoegd mondeling of schriftelijk in overleg te treden
met de regering en de Nationale ombudsman.
6. De commissie kan aan een vaste of algemene commissie verzoeken haar
van advies te dienen of namens haar een onderzoek in te stellen en daaromtrent
aan haar verslag uit te brengen, waarna zijzelf aan de Kamer verslag uitbrengt.
II.
Ingevoegd wordt een nieuw hoofdstuk, luidende:
HOOFDSTUK XA BURGERINITIATIEF
Artikel 132 a.
1. Het burgerinitiatief is een voorstel om een onderwerp voor behandeling
door de Kamer voor te dragen en is gericht op de vervaardiging, wijziging
of intrekking van een wettelijke regeling dan wel op het te voeren regeringsbeleid.
2. Het burgerinitiatief kan niet betreffen:
a. een aangelegenheid van een decentrale overheid;
b. een vraag over, klacht of bezwaar tegen het regeringsbeleid;
c. een onderwerp waarover korter dan één jaar voor indiening
van het burgerinitiatief door de Kamer een besluit is genomen, behoudens in
het geval van substantiële en voldoende concrete nieuwe feiten of omstandigheden
die ten tijde van de beraadslaging over het onderwerp in de Kamer niet bekend
waren.
d. belastingen en begrotingen;
e. zaken die in strijd zijn met de Grondwet en de goede zeden;
3. In het reglement, bedoeld in artikel 20, eerste lid, kunnen nadere
voorwaarden worden gesteld.
4. De initiatiefnemer kan verzocht worden een toelichting te geven op
zijn burgerinitiatief. De initiatiefnemer kan door de Kamer worden uitgenodigd
het woord te voeren aan het slot van de beraadslaging.
5. De Kamer neemt ten aanzien van elk geagendeerd burgerinitiatief een
besluit.
Toelichting
Het burgerinitiatief is inmiddels ingevoerd op gemeentelijk en provinciaal
niveau. Op landelijk niveau bestaat het burgerinitiatief nog niet.
Het voorstel is om het burgerinitiatief in beginsel tijdelijk voor een
periode van 2 jaar mogelijk te maken en daarna te evalueren1.
Invoering van het burgerinitiatief heeft diverse voordelen, waarvan de
belangrijkste is dat het burgerinitiatief de afstand tussen burger en politiek
kan verkleinen. Nadelen zijn er ook; onzorgvuldig afgehandelde burgerinitiatieven
kunnen veel schade berokkenen. Daarom is een zorgvuldige werkwijze noodzakelijk.
Met een afzonderlijke toetsing op toelaatbaarheid van burgerinitiatieven door
de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven en de verplichting
om ten aanzien van elk burgerinitiatief een besluit te nemen denkt het Presidium
dit te waarborgen.
Voor de werkwijze van de commissie voor de Verzoekschriften is een afzonderlijk
reglement door de Kamer vastgesteld. Het voorstel is om de Commissie voor
de Verzoekschriften te wijzigen in Commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven en deze commissie te belasten
met de initiële behandeling van burgerinitiatieven. De commissie adviseert
de Kamer in de eerste plaats over de toelaatbaarheid van het burgerinitiatief.
De commissie beoordeelt of het burgerinitiatief voldoet aan de criteria volgens
de bepalingen van hoofdstuk XA en de voorwaarden in het Reglement voor de
commissie.
De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven adviseert
in de tweede plaats hoe het burgerinitiatief behandeld zou kunnen worden en
ziet toe op het informeren over en betrekken van de initiatiefnemer bij het
proces. In veel gevallen zal de commissie adviseren het burgerinitiatief voor
verdere behandeling in handen te stellen van een vaste commissie uit de Kamer.
In dat geval zal de commissie voor de Verzoekschriften in haar
verslag aan de Kamer, waarin zij dit voorstel doet, standaard het voorstel
moeten opnemen dat de commissie die de behandeling van het burgerinitiatief
overneemt op haar beurt verslag moet uitbrengen aan de Kamer. Uiteindelijk
beslist immers de Kamer zowel procedureel als inhoudelijk over het burgerinitiatief.
Introductie van het burgerinitiatief wordt slechts zinvol geacht indien
de initiatiefnemers intensiever bij de parlementaire behandeling worden betrokken
dan uitsluitend door middel van een hoorzitting. De initiatiefnemer kan bijvoorbeeld
in de slotfase van het debat (al dan niet na afloop van de beraadslaging)
maximaal 3 minuten fysiek een plaats gegeven worden om de Kamer toe te spreken.