30 139 Veteranenzorg

Nr. 205 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 november 2018

Met deze brief reageer ik op de motie van het lid Belhaj (Kamerstuk 30 139, nr. 193) die is ingediend tijdens het notaoverleg Veteranen op 26 juni jl. (Kamerstuk 30 139, nr. 201). Deze motie verzoekt de regering om te onderzoeken in welke mate het noodzakelijk is om externe medische adviseurs te betrekken bij het proces met betrekking tot de schaderegeling in het kader van de Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS). Daarnaast verzoekt de motie de regering te onderzoeken of dit op een andere wijze (intern) kan worden georganiseerd.

Regeling volledige schadevergoeding

In 2014 is de Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS) in werking getreden. Deze regeling beoogt compensatie te bieden voor alle resterende schade die een veteraan of dienstslachtoffer heeft opgelopen door een dienstongeval. Het gaat om schade die resteert als rechtspositionele aanspraken (zoals bijvoorbeeld een toegekend Militair Invaliditeitspensioen (MIP) en andere voorzieningen waarop een Militair Oorlogs- of Dienstslachtoffer (MOD’er) aanspraak heeft) als ook overige voorzieningen en uitkeringen van overheidswege (AWBZ, WMO, gemeentelijke voorzieningen, arbeidsongeschiktheidsuitkering), volledig zijn benut. Deze schade wordt naar de maatstaven van het Burgerlijk Wetboek berekend en in mandaat door juristen van Defensie vastgesteld. Om in aanmerking te komen voor een vergoeding van rest- of volledige schade dient sprake te zijn van invaliditeit ten gevolge van de dienst en een medische eindtoestand. Met deze regeling worden juridische procedures over aansprakelijkheid overbodig.

Invaliditeitsbeoordeling

Om in aanmerking te komen voor een MIP of een vergoeding op basis van de RVS moet een invaliditeitsbeoordeling door een verzekeringsarts worden opgesteld. Bij de invaliditeitsbeoordeling dient de verzekeringsarts in zijn rapport uitspraak te doen over het al dan niet bestaan van een causaal verband tussen de vastgestelde beperkingen en het dienstverband. De beperkingen worden uitgedrukt in een invaliditeitspercentage. Eerst wordt beoordeeld of er een objectiveerbare ziekte of gebrek is. Vervolgens wordt bezien of er sprake is van dienstverband en invaliditeit. Als dat het geval is, wordt een (voorlopig) MIP vastgesteld door het ABP namens Defensie. Nadat de MOD’er optimaal is behandeld en/of de medische eindtoestand is vastgesteld, volgt een definitief vastgesteld militair invaliditeitspensioen en kan voor de eventueel resterende schade aanspraak worden gemaakt op een vergoeding op basis van de RVS. Juristen van Defensie bepalen op welke voorzieningen de MOD’er aanspraak heeft, waarbij factoren als carrièremogelijkheden voordat het ongeval plaatsvond en het verlies aan verdienvermogen ten gevolge van het ongeval een rol spelen.

Medisch advies

Om een claim op basis van de RVS te kunnen beoordelen hebben de juristen van Defensie die de claims behandelen onder andere medische informatie nodig. Zij vragen de veteraan daarom altijd om een medische onderbouwing. Als iemand die medische informatie niet rechtstreeks aan de behandelaar wil verstrekken, mag deze geen kennis nemen van die medische informatie en kan de behandelaar niet anders dan een medisch adviseur inschakelen. Bij de beoordeling van letselschadeclaims moeten de juristen van Defensie immers vaststellen of de schade is veroorzaakt door de dienstverbandaandoening. Als er wel schade is, maar als die niet door het dienstverband is veroorzaakt, kent Defensie geen schadevergoeding toe. De MOD’er hoeft overigens niet met deze medisch adviseur te spreken. De medisch adviseur hoeft voor zijn advies alleen het rapport van de arts en eventuele andere medische informatie in te zien. De MOD’er wordt hierdoor niet extra belast. Bij de beoordeling van een claim vindt dus geen tweede medische keuring plaats, maar worden eerdere keuringsverslagen en verslagen van medische behandelingen die hebben plaatsgevonden op papier beoordeeld. Hier vloeit een medisch advies uit voort.

Voor het medisch advies maakte Defensie in het verleden gebruik van eigen medische adviseurs. Dit stuitte echter op kritiek van advocaten die vonden dat deze adviseurs niet onafhankelijk genoeg waren. Daarnaast bleek de capaciteit voor die advisering onvoldoende. Daarom maakt Defensie nu gebruik van een extern medisch adviesbureau.

De opstelling van dit medische advies kan enige tijd vergen. Getracht wordt om dit tijdsbeslag zo veel als mogelijk te bekorten. In overleg met het medisch adviesbureau wordt dan ook gewerkt aan het verkorten van adviestermijnen. Ook probeert Defensie het aanvragen van medische adviezen tot een minimum te beperken. Als de MOD’er de juristen van Defensie machtigt om de medische informatie in te zien, kan het aanvragen van extern medisch advies in de meeste gevallen achterwege blijven. Ook als de advocaten van de MOD’ers zelf al een medisch advies hebben aangevraagd, hoeft Defensie dat niet altijd meer te doen. De door de verzekeringsartsen vastgestelde dienstverbandaandoeningen staan in de letselschadezaken niet meer ter discussie.

Tot slot

Als Defensie signalen ontvangt (via de zorgcoördinator, via belangenbehartigers of direct van de veteraan) dat er sprake is van financiële problematiek dan kan Defensie, bovenop de bestaande en toegekende voorzieningen als een invaliditeits- of arbeidsongeschiktheidspensioen, voordat er sprake is van een medische eindsituatie, al een voorschot op de later vast te stellen schadevergoeding op basis van de RVS toekennen. Dat heeft Defensie de laatste jaren ook meermaals gedaan. Hierdoor kan financiële rust worden geboden, zodat iemand beter aan zijn herstel en re-integratie kan werken.

Defensie streeft ernaar om procedures met betrekking tot schaderegelingen zo snel mogelijk te voltooien. Het gaat echter om complexe dossiers die zorgvuldig moeten worden behandeld. Zoals hierboven toegelicht, is het op dit moment, in veel gevallen, niet mogelijk om een claim op basis van de RVS toe te kennen zonder gebruik te maken van externe medische adviseurs. Defensie begint nog dit jaar met een evaluatie van de RVS. Uiteraard zal daarbij aandacht zijn voor de vraag of deze regeling aanpassing behoeft. Als er mogelijkheden zijn om het stelsel aan te passen dan wel te vereenvoudigen zullen we daar uiteraard invulling aan geven.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Naar boven