30 134
Wijzigingen en reparaties in diverse wetten op het terrein van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een aantal wijzigingen en reparaties in diverse wetten op het terrein van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In de bijlage bij de Algemene wet bestuursrecht wordt in onderdeel C, onder 2, «artikel 29, eerste en achtste lid,» vervangen door «artikel 29, eerste en negende lid,» en wordt na «artikel 38, tweede lid,» ingevoegd: artikel 39a, eerste lid,.

ARTIKEL II

In artikel 51, tweede lid, van de Huisvestingswet wordt «Uitvoeringswet huurprijzenwet woonruimte» vervangen door: Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte.

ARTIKEL III

Artikel 13, eerste lid, van de Huursubsidiewet wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt «€ 565, 44» vervangen door: € 585, 24.

b. Onderdeel 2° komt te luiden:

2°. de huurder of de medebewoner op de peildatum jonger dan 23 jaar is en ten behoeve van die huurder of die medebewoner in en rond de woning voorzieningen zijn aangebracht die noodzakelijk zijn in verband met een handicap van die huurder of die medebewoner,.

2. In onderdeel b wordt «€ 307, 49» vervangen door: € 317, 03.

ARTIKEL IV

In de artikelen 15a, 30, 32, vijfde lid, onderdeel d, en 35 van de Kernenergiewet wordt «Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» vervangen door: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

ARTIKEL V

In artikel 73 van de Natuurbeschermingswet 1998 vervalt de aanduiding «1.» voor de tekst van het eerste onderdeel en vervalt onderdeel 2.

ARTIKEL VI

De onteigeningswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 76a ter, eerste lid, en 124 wordt «Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» vervangen door: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

B

In artikel 77, eerste lid, wordt het bij de Wet Victor toegevoegde onderdeel 6° vernummerd tot onderdeel 7°.

ARTIKEL VII

In artikel 12, tweede lid, van de Tracéwet wordt onderdeel c geletterd b.

ARTIKEL VIII

In artikel 1, eerste lid, onderdeel q, van de Wet bescherming Antarctica wordt «Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» vervangen door: Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

ARTIKEL IX

De Wet bevordering eigenwoningbezit wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Het rekenvermogen, bedoeld in deze wet en de bepalingen die daarop berusten, is het gezamenlijk vermogen van degenen die behoren tot het huishouden van de eigenaar-bewoner in het peiljaar.

2. In het tweede lid vervalt: de vrijstelling kapitaalverzekeringen voor kinderen, bedoeld in artikel 5.12 van die wet,.

B

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «€ 35 200» vervangen door: het bedrag, bedoeld in artikel 5.5, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals dit luidt in het peiljaar,.

2. In het tweede lid wordt «eerste lid» vervangen door: eerste lid, onderdelen a, c en d,.

C

Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14. Rechtmatig verblijf in Nederland

Voor een primaire toekenning is vereist dat, op het moment dat de aanvraag voor de eigenwoningbijdrage bij Onze Minister wordt ingediend:

a. de eigenaar-bewoner:

b. 1°. de Nederlandse nationaliteit bezit of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander wordt behandeld, of

2°. vreemdeling is en rechtmatig verblijf houdt als bedoeld in artikel 8, onder b, d, e of l, van de Vreemdelingenwet 2000, en

b. degene die tot het huishouden van de eigenaar-bewoner behoort:

1°. de Nederlandse nationaliteit bezit of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander wordt behandeld, of

2°. vreemdeling is en rechtmatig verblijf houdt als bedoeld in artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000.

D

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «aanvraag» vervangen door: verzoek.

2. In het tweede lid wordt «een daling van het vermogen na de 1 januari die voorafgaat aan de peildatum» vervangen door: een daling van het vermogen na het peiljaar.

E

Artikel 27, eerste lid, komt te luiden:

1. Het fiscaal effect wordt verkregen door de normrente te vermenigvuldigen met:

a. voor eenpersoonshuishoudens en tweepersoonshuishoudens, indien het rekeninkomen minder bedraagt dan of gelijk is aan het laagste bedrag, genoemd in de tabel onder II bij artikel 2.10 van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals dit luidt in het peiljaar: 0,29;

b. voor eenpersoonshuishoudens en tweepersoonshuishoudens, indien het rekeninkomen meer bedraagt dan het laagste bedrag, genoemd in de tabel onder II bij artikel 2.10 van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals dit luidt in het peiljaar: 0,33;

c. voor eenpersoonsouderenhuishoudens en tweepersoonsouderenhuishoudens, indien het rekeninkomen minder bedraagt dan of gelijk is aan het laagste bedrag, genoemd in de tabel onder II bij artikel 2.10 van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals dit luidt in het peiljaar: 0,13, en

d. voor eenpersoonsouderenhuishoudens en tweepersoonsouderenhuishoudens, indien het rekeninkomen meer bedraagt dan het laagste bedrag, genoemd in de tabel onder II bij artikel 2.10 van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals dit luidt in het peiljaar: 0,16.

F

In artikel 31, tweede lid, wordt «toegepast» vervangen door: aangepast.

G

Artikel 34, derde lid, komt te luiden:

3. De artikelen 5, 6, derde, vierde en vijfde lid, 7 tot en met 23 en 25 tot en met 31 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in artikel 8 voor «rekeninkomen» wordt gelezen «actueel inkomen» en dat deze artikelen, voorzover zij slechts gelden voor primaire toekenningen, niet van toepassing zijn indien de eigenaar-bewoner reeds een eigenwoningbijdrage of een bijzondere bijdrage is toegekend.

H

Artikel 35, zesde lid, komt te luiden:

6. De artikelen 42, eerste en derde lid, 44, eerste lid, derde en vijfde volzin, 45 tot en met 47, 49 en 54 zijn van overeenkomstige toepassing.

I

In artikel 38, tweede lid, wordt «Een aanvraag» vervangen door: Een verzoek.

J

Artikel 40, eerste lid, komt te luiden:

1. De eigenwoningbijdrage, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder b, bestaat uit:

a. een maandelijkse tegemoetkoming in de hypotheekrente;

b. een tegemoetkoming in verband met het financieel risico voor de eigenaar-bewoner bij een stijging van het percentage, bedoeld in artikel 26, eerste lid, en

c. indien overdrachtsbelasting als bedoeld in artikel 2 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer verschuldigd is: een maandelijkse toeslag in verband met die overdrachtsbelasting.

K

Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «9, eerste lid» vervangen door: 9, eerste lid, onderdelen a, c en d.

2. Het tweede lid, tweede volzin, vervalt.

L

In artikel 42, zesde lid, wordt «Een aanvraag» vervangen door: Een verzoek.

M

Artikel 43, tweede lid, onderdelen a en b, komt te luiden:

a. een authentiek afschrift van de akte van levering van de woning, en

b. een afschrift van de geldleningsovereenkomst.

N

Artikel 48 vervalt.

O

Aan artikel 54 wordt een volzin toegevoegd, luidende: Onder sociaal-fiscaalnummer wordt verstaan: het nummer, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel j, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

P

Artikel 63a vervalt.

Q

In artikel 65, tweede lid, onder b, wordt «de artikelen 15, eerste lid, 29, eerste lid, formule, 31, eerste lid, en 63a, onderdeel e, onder 1°» vervangen door: de artikelen 15, eerste lid, 29, eerste lid, formule, en 31, eerste lid.

ARTIKEL X

In de artikelen 64, eerste en derde lid, en 91, eerste lid, van de Wet bodembescherming wordt «Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» vervangen door: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

ARTIKEL XI

De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1, in de begripsomschrijving «huishoudelijke afvalstoffen», vervalt: afgegeven of.

B

In artikel 1.2, vijfde lid, wordt «Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» vervangen door: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

C

In de artikelen 2.35, 5.1, vijfde lid, en 21.6, tweede lid, wordt «Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» vervangen door: Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

D

In artikel 10.38, eerste lid, aanhef, wordt «artikel 10.37, tweede lid, onder a tot en met e» vervangen door: artikel 10.37, tweede lid, onder a tot en met f.

E

In artikel 10.40, eerste lid, aanhef, wordt «elke aan hem verrichte» vervangen door: een zodanige.

F

Artikel 10.43 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «de in de artikelen 10.38 tot en met 10.40 gestelde verplichtingen» vervangen door: verplichtingen als bedoeld in de artikelen 10.38 tot en met 10.40.

2. In het tweede lid wordt «die bepalingen» vervangen door: de betrokken bepalingen.

G

In artikel 16.62 wordt «Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer» vervangen door: Onze Minister.

H

Artikel 18.2d wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. artikel 10.52.

2. In het tweede lid wordt de puntkomma aan het slot van onderdeel c vervangen door een punt en vervalt onderdeel d.

ARTIKEL XII

Artikel 1a van de Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 1° vervalt in de zinsnede met betrekking tot de Kernenergiewet: 35, tweede lid, voorzover betrekking hebbend op een onderwerp, geregeld bij een krachtens de artikelen 29, 32 of 34 vastgestelde algemene maatregel van bestuur,.

2. In onderdeel 2° vervalt in de zinsnede met betrekking tot de Kernenergiewet «35, tweede lid, voor zover betrekking hebbend op een onderwerp, geregeld bij een krachtens artikel 28 vastgestelde algemene maatregel van bestuur,» en wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet milieubeheer «10.44, derde lid» vervangen door: 10.44.

ARTIKEL XIII

Artikel 18, derde lid, van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing komt te luiden:

3. Artikel 50, vierde, vijfde en zesde lid, van de Woningwet is van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL XIV

De Wet op het RIVM wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4, derde lid, wordt «Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» telkens vervangen door: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

B

In de artikelen 2, tweede lid, 4, vierde lid, 6, 7 en 8, tweede lid, onder a, en derde lid, wordt «Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» vervangen door: Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

ARTIKEL XV

Artikel 10c, zesde lid, van de Wet rampen en zware ongevallen komt te luiden:

6. Artikel 10, zevende lid, aanhef en onder b, van de Wet openbaarheid van bestuur is, voorzover het gaat om milieu-informatie als bedoeld in artikel 19.1a van de Wet milieubeheer, uitsluitend van toepassing voorzover het gegevens betreft die afbreuk doen aan de mogelijkheid van het voorkomen van sabotage.

ARTIKEL XVI

Artikel III van de wet van 20 november 2003 tot wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met de invoering van een rijksprojectenprocedure (rijksprojectenprocedure) (Stb. 519) vervalt.

ARTIKEL XVII

De Woningwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 70c, vierde lid, wordt «verzorgingshuizen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Overgangswet verzorgingshuizen» vervangen door: instellingen waarin aan ten minste vijf personen van 65 jaar of ouder duurzaam verblijf en verzorging wordt verschaft.

B

In artikel 70e, tweede lid, wordt «zij» telkens vervangen door «hij» en wordt «haar» vervangen door: hem.

C

In artikel 81, eerste lid, wordt «het wonen» vervangen door: het bouwen, het wonen en de woonomgeving.

D

In artikel 82, eerste lid, wordt «het wonen» vervangen door: het bouwen, het wonen en de woonomgeving.

ARTIKEL XVIII

Artikel 1 van de Woningwet 1962 vervalt.

ARTIKEL XIX

Indien het bij koninklijke boodschap van 17 juli 2003 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van bijzondere wetten aan de Wet dualisering gemeentebestuur (Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden) (28 995) tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

Artikel XXVII, onderdeel I, onder 1, komt te luiden:

1. In de aanhef wordt «Elke gemeente draagt» vervangen door: De gemeenteraad en burgemeester en wethouders dragen.

B

In artikel XXIX, onderdeel E, wordt «voorschriften geeft onderscheidenlijk voorschriften geven» vervangen door «voorschriften geeft of geven» en wordt aan het slot van dat onderdeel ingevoegd: en wordt «het door hen verstrekken van subsidie» vervangen door: het door burgemeester en wethouders, het dagelijks bestuur van een plusregio of gedeputeerde staten verstrekken van subsidie.

ARTIKEL XX

Indien het bij koninklijke boodschap van 25 november 2003 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van bijzondere wetten aan de Wet dualisering provinciebestuur (Wet dualisering provinciale medebewindsbevoegdheden) (29 316) tot wet wordt verheven, vervalt artikel XIII, onderdeel B, van die wet.

ARTIKEL XXI

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, waarbij:

a. artikel III terugwerkt tot en met 1 juli 2003,

b. artikel IX, onderdelen A, onder 1, en D, onder 2, terugwerken tot en met 1 juli 2001,

c. artikel IX, onderdelen A, onder 2, B, G, H, K, N, O, P en Q, terugwerken tot en met 1 juli 2002, en

d. artikel IX, onderdeel C, terugwerkt tot en met 1 april 2001.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Naar boven