30 129
Regels ter uitvoering van bepalingen van de Wet op de vaste boekenprijs (Besluit vaste boekenprijs)

nr. 1
A
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2005

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 19 mei 2005. De wens dat het in de maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld kan door of namens een van beide Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 17 juni 2005.Hierbij doe ik u toekomen1 een afschrift van het besluit van 3 mei 2005 houdende regels ter uitvoering van bepalingen van de wet op de vaste boekenprijs (Besluit vaste boekenprijs). Het besluit heb ik aangeboden aan de Minister van Justitie voor publicatie in het Staatsblad. Het besluit bevat nadere regels ter uitvoering van de Wet op de vaste boekenprijs. Deze wet is op 1 januari 2005 in werking getreden. Omdat de wet zich beperkt tot de essentialia van het stelsel, dienen nadere uitvoeringsmaatregelen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te worden vastgesteld. Voorliggend besluit strekt daartoe. Waar mogelijk en wenselijk is zo veel mogelijk aangesloten bij de praktijk op basis van de tot 1 januari 2005 geldende Handelsreglementen, doch op enkele punten noopte de wet tot een iets afwijkende regeling. Tevens is gestreefd naar vereenvoudiging van de regulering. Mede op basis van gestructureerd overleg met de branche en daarin gezamenlijk getrokken conclusies is het gelukt de omvangrijke regulering zoals die bestond onder de Handelsreglementen in omvang drastisch terug te brengen en tevens naar inhoud sterk te vereenvoudigen.

Mede vanwege het overleg met de brancheorganisaties bleek het niet haalbaar om het besluit tegelijkertijd met de wet in werking te laten treden. Noodgedwongen wordt thans in de praktijk gewerkt met een beleidslijn van het Commissariaat voor de Media die belast is met het toezicht op de naleving van de wet. Het is gewenst dat de bepalingen van het onderhavige besluit zo spoedig mogelijk in werking kunnen treden. Onderdelen van het besluit betreffen echter onderwerpen waarvoor in artikel 29 van de Wet op de vaste boekenprijs is voorgeschreven dat zij aan beide kamers der Staten-Generaal dienen te worden voorgelegd alvorens zij in werking kunnen treden. Het betreft de bepalingen van de hoofdstukken 1, 2 en 4 van het besluit. In verband daarmee zal het besluit in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, welk besluit niet wordt genomen voordat vier weken na de overlegging zijn verstreken en evenmin indien binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat de in genoemde onderdelen geregelde onderwerpen bij wet worden geregeld.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. C. van der Laan


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven