30 118
Regel omtrent de invoering en financiering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen alsmede met betrekking tot de intrekking van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)

nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID BUSSEMAKER C.S.

Ontvangen 27 juni 2005

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel 1.9, onderdeel D, wordt punt 5 vernummerd tot punt 6, en wordt een nieuw punt ingevoegd, luidende:

5. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel o door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

p. op verzoek van een eigenrisicodrager als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de verzekerde, bedoeld in artikel 9.1, eerste lid, onderdeel b, van die wet, die recht heeft op uitkering een onderzoek instellen naar en een oordeel geven over de vraag of de eigenrisicodrager ten aanzien van genoemde verzekerde, voldoende en geschikte reïntegratie-inspanningen heeft verricht voorzover hieromtrent door de eigenrisicodrager geen besluit is afgegeven.

Toelichting

Dit amendement heeft als doel de werknemer en werkgever de gelegenheid te geven een second opinion aan te vragen als zij klachten hebben over elkaars reïntegratie-inspanningen, in geval de werkgever eigenrisicodrager is. De rechten van werknemers bij eigenrisicodragers komen hiermee meer op een lijn met de rechten van werknemers wier werkgever die hebben gekozen voor publieke uitvoering van de WGA. Bovendien kan invoering van de second opinion de gang naar de rechter helpen voorkomen.

De in dit voorstel geïntroduceerde «second opinion» is vergelijkbaar met de «second opinion» in artikel 30, eerste lid, onderdeel g, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. De eigenrisicodrager die het daarvoor in aanmerking komende deel van de arbeidsongeschiktheidsuitkering of de WGA-uitkering op grond van de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen betaalt of de persoon die deze uitkering van de eigenrisicodrager ontvangt kunnen het UWV verzoeken een oordeel te geven omtrent de reïntegratie-inspanningen van de eigenrisicodrager. Deze mogelijkheid bestaat slechts zolang in dit kader door de eigenrisicodrager geen besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht is afgegeven. Is een dergelijk besluit afgegeven dan bestaat immers de mogelijkheid tot het instellen van bezwaar, en eventueel beroep. In het kader van een eventuele bezwaar- of beroepsprocedure zal het oordeel naar aanleiding van de ingewonnen«second opinion» meewegen maar het betreft geen bindend advies.

Het uitvoeren van de «second opinion» betreft een taak van het UWV. Voor partijen bestaat er echter geen verplichting om de «second opinion» ook daadwerkelijk bij het UWV in te winnen. Bij collectieve arbeidsovereenkomst kan de mogelijkheid tot het inwinnen van een oordeel bij een andere deskundige dan het UWV overeengekomen worden.

Bussemaker

Vendrik

De Wit

Naar boven