nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te komen tot
een aanvulling van de regeling die na de omzetting van een vaste inrichting
met verliezen in een deelneming, de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting
uitsluit tot het bedrag van de eerder in aanmerking genomen verliezen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 worden aan artikel 13c drie
leden toegevoegd, luidende:
4. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot een
deelneming indien de belastingplichtige via deze deelneming een belang heeft
van ten minste vijf percent in een lichaam als bedoeld in het eerste lid.
De eerste volzin is niet van toepassing voor zover aannemelijk is dat de positieve
voordelen uit hoofde van de deelneming niet toerekenbaar zijn aan het belang
in het in het eerste lid bedoelde lichaam.
5. Het vierde lid is niet van toepassing voor zover met betrekking tot
een deelneming of een belang in het in dat lid bedoelde lichaam de deelnemingsvrijstelling
op grond van dit artikel reeds buiten toepassing blijft bij een lichaam waarin
de belastingplichtige een belang heeft.
6. Indien een omstandigheid meebrengt dat met betrekking tot een deelneming
het vierde lid niet langer van toepassing is, stelt de belastingplichtige
de deelneming op het onmiddellijk aan die omstandigheid voorafgaande moment
te boek op de waarde in het economische verkeer indien die hoger is dan de
boekwaarde.
ARTIKEL II
1. Voor de toepassing van artikel 13c, vierde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting
1969 wordt het in het eerste lid van dat artikel bedoelde bedrag aan nog niet
verrekende verliezen uit buitenlandse onderneming verminderd met het in de
volgende volzin omschreven bedrag. Het bedrag van de vermindering is gelijk
aan de positieve voordelen die door de belastingplichtige uit de deelneming
zijn genoten vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze
wet, waarop de deelnemingsvrijstelling geen toepassing zou hebben gevonden
als het vierde lid reeds onderdeel zou hebben uitgemaakt van het genoemde
artikel 13c vanaf de opneming van dat artikel in de Wet op de vennootschapsbelasting
1969 ingevolge de wet van 25 april 1990, Stb. 173, één
en ander voor zover deze positieve voordelen verband hielden met positieve
winsten van de in artikel 13c, eerste lid, bedoelde onderneming.
2. Een deelneming waarop onmiddellijk na inwerkingtreding van deze wet
artikel 13c, vierde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 van
toepassing is, mag op het onmiddellijk daaraan voorafgaande tijdstip te boek
worden gesteld op de waarde in het economische verkeer.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven,
De Staatssecretaris van Financiën,