30 111 Topinkomens

Nr. 92 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 januari 2016

In 2015 is onder mijn verantwoordelijkheid een concepthandreiking voorbereid om decentrale overheden te ondersteunen bij de normering van de topinkomens bij instellingen die zij subsidiëren. Ik heb toegezegd de Tweede Kamer nader te informeren na ontvangst van de bestuurlijke reacties van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg op de concepthandreiking.

Bij de voorbereiding van de handreiking is onderzocht wat de mogelijkheden zijn die gemeenten en provincies binnen huidige wettelijke kaders hebben voor topinkomensnormering bij instellingen die zij subsidiëren. Uit de bestuurlijke reacties blijkt dat met name gemeenten kritisch zijn over de meerwaarde van de ontwikkelde modelaanpakken. Dit is gelegen in het feit dat met de modelaanpakken naar het oordeel van gemeenten (en provincies) niet in alle gevallen kan worden voorkomen dat gesubsidieerde instellingen bovenmatige topinkomens betalen uit andere financieringsbronnen dan door decentrale overheden verleende subsidies. Tevens vinden zowel gemeenten als provincies de modelaanpakken in praktische zin moeilijk uitvoerbaar.

Ik ben daarom voornemens te onderzoeken of, en zo ja op welke wijze aan de bezwaren van gemeenten en provincies tegemoet gekomen kan worden. Over de kaders en voorwaarden voor decentrale topinkomensnormering vindt nader overleg plaats met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven