30 111 Topinkomens

Nr. 124 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2020

Met deze brief informeer ik u over de voortgang van het topinkomensbeleid van het kabinet in de (semi-)publieke sector. Overeenkomstig artikel 7.1 van de Wet normering topinkomens (WNT) is bij deze brief de WNT-jaarrapportage 20191 gevoegd met een overzicht van geconstateerde overtredingen en getroffen handhavingsmaatregelen2. Eveneens geef ik met deze brief invulling aan de motie van de heer Van der Molen (CDA)3. In bijlage 2 geef ik een geactualiseerd overzicht van ingediende en gehonoreerde uitzonderingsverzoeken in het kader van de WNT4.

Uit de huidige gegevens blijkt, evenals de voorgaande jaren, dat de WNT een effectief instrument is dat bovenmatige bezoldiging in de (semi-)publieke sector tegengaat en zorgt voor transparantie over topinkomens in deze sector. De WNT-jaarrapportage 2019 laat immers opnieuw weinig nieuwe accountantsmeldingen zien. De uitkomsten van de deelonderzoeken betreffende doeltreffendheid Wet normering topinkomens in het kader van de Wetsevaluatie WNT 2016–2020 laten een gelijkluidend beeld zien5. In de Kamerbrief en het overkoepelend eindrapport van de Wetsevaluatie WNT 2016–2020 kom ik hierop terug (Kamerstuk 30 111, nr. 125). Eveneens ga ik dan in op de doelmatigheid en de potentiele neveneffecten van de wet. Voor het einde van het jaar zend ik deze naar de Staten-Generaal.

1. Toezicht en handhaving 2019

De WNT-jaarrapportage 2019 (bijlage 1) omvat zowel nieuw geconstateerde overtredingen als een actualisatie van overtredingen uit eerdere WNT-rapportages die nog in behandeling waren. Een belangrijk deel van de vermelde overtredingen is gesignaleerd door de accountant, die fungeert als eerstelijns toezichthouder. De WNT-toezichthouders (2e lijn, i.c. CIBG, ILT/AW, Onderwijsinspectie, Eenheid Toezicht WNT) kunnen ook proactief toezicht uitoefenen of reageren op signalen die zij langs andere wegen ontvangen.

Ten opzichte van de WNT-jaarrapportage 2018 zijn er 36 nieuwe meldingen. Hiervan zijn er 29 door de accountant en 7 door de WNT-toezichthouder zelf gesignaleerd. Van deze meldingen zijn 23 dossiers nog in onderzoek bij de WNT-toezichthouder. Het restant van de meldingen is afgerond. In vier gevallen is er geconstateerd dat er geen sprake was van een overtreding. Van de overige negen zijn er zes schendingen van de openbaarmakingsplicht en drie overtredingen van de bezoldigingsnorm. Er zijn vooralsnog geen overtredingen van de normering van de ontslagvergoeding geconstateerd.

Het overzicht bevestigt het beeld uit eerdere WNT-jaarrapportages dat de WNT een doeltreffend instrument is. Er is sprake van een relatief beperkt aantal overtredingen.

2. Uitzonderingsverzoeken

Naast de WNT-jaarrapportage geef ik uitvoering aan de motie van het lid Van der Molen6 met een geactualiseerd overzicht met uitzonderingsverzoeken op de WNT (zie bijlage 2). Sinds de peildatum van bijlage 2 van de WNT-Jaarrapportage 2018 (15 oktober 2019) zijn er twee uitzonderingsverzoeken op grond van art. 2.4 WNT ingediend, waarvan er één verzoek is gehonoreerd.

3. Vaststelling Normenkader 2021 en regels voor verantwoording 2020

Jaarlijks wordt in het najaar een aantal besluiten genomen en regelingen geactualiseerd met het oog op de uitvoering van de WNT. Hierna geef ik een kort overzicht van de belangrijkste wijzigingen.

Indexering bezoldigingsmaxima

Het algemeen bezoldigingsmaximum voor 2021 komt uit op € 209.000. Op grond van de WNT wordt het bezoldigingsmaximum jaarlijks geïndexeerd en vastgesteld op basis van het CBS-cijfer voor de contractloonstijging bij de overheid in het voorgaande jaar en afgerond naar boven op duizendtallen. Ook de overige maxima voor onder meer toezichthoudende topfunctionarissen en interim-topfunctionarissen zijn op overeenkomstige wijze geïndexeerd.

Sectorregelingen

De sectorale regelingen voor de zorg, jeugdhulp en zorgverzekeraars, woningcorporaties, onderwijs, cultuur en de media en ontwikkelingssamenwerking zijn in november 2020 opnieuw vastgesteld en gepubliceerd. De indexering van de verlaagde bezoldigingsmaxima per bezoldigingsklasse is vastgesteld en de regelingen zijn op een aantal kleine punten aangepast. De regelingen treden met ingang van 1 januari 2021 in werking. Vanaf 1 januari 2021 worden voor de topfunctionarissen van de landelijke en regionale media-instellingen verlaagde bezoldigingsmaxima van kracht. De regeling voor media-instellingen bevat drie verlaagde bezoldigingsmaxima, namelijk € 148.000, € 176.000 en € 193.000 (niveau 2021).

Uitvoeringsregeling WNT

De Uitvoeringsregeling WNT bevat nadere regels ter uitwerking of verduidelijking van een aantal onderwerpen, zoals het bezoldigingsbegrip en de openbaar-makingsverplichting. Naar aanleiding van verzoeken om verduidelijking uit het veld, rechterlijke uitspraken e.d. wordt de regeling tot op heden jaarlijks geactualiseerd. Op 2 september 2020 heb ik de gewijzigde Uitvoeringsregeling WNT vastgesteld7. De belangrijkste wijziging houdt in dat de WNT-instelling met betrekking tot een niet-topfunctionaris die boven het algemeen WNT-bezoldigingsmaximum wordt bezoldigd, niet langer de begin- en einddatum van de vervulling van de functie hoeft te vermelden bij openbaarmaking van de overschrijding. In de WNT is bepaald dat van een niet-topfunctionaris alleen de functie in de WNT-verantwoording hoeft te worden opgenomen. Met vermelding van genoemde gegevens konden alsnog de gegevens van de niet-topfunctionaris worden achterhaald.

Controleprotocol

Op 9 juni 2020 is het Controleprotocol WNT 2020 vastgesteld8. Hierin worden de controlewerkzaamheden beschreven die de accountant moet uitvoeren bij de WNT-verantwoording van WNT-instellingen over 2020. Het protocol is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). Dit controleprotocol is minimaal gewijzigd ten opzichte van het vorige controleprotocol.

4. Tweede wetsevaluatie

Overeenkomstig artikel 7.2 WNT ontvangt u voor het einde van dit jaar de evaluatie van de Wet normering topinkomens (WNT) over de periode 2016–2020. In deze tweede wetsevaluatie zijn de doeltreffendheid, de doelmatigheid en de neveneffecten van de WNT onderzocht9.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

De WNT-Jaarrapportage 2019 is gebaseerd op de jaarverslagen van de WNT-instellingen over het jaar 2019. De jaarverslagen 2019 worden in 2020 vastgesteld.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstuk 30 111, nr. 114.

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

De WNT-Jaarrapportage 2019 is geen onderdeel van de deelonderzoeken betreffende doeltreffendheid WNT in het kader van de wetsevalutie 2016–2020, vanwege het tijdstip van gereed zijn van de WNT-Jaarrapportage 2019. Zowel de stukken van de wetsevaluatie alsmede de WNT-jaarrapportage worden in december gedeeld met beide Kamers.

X Noot
6

Kamerstuk 30 111, nr. 114.

X Noot
9

Kamerstuk 34 366, nr. 3.

Naar boven