30 107
Fiscaal vestigingsklimaat

31 064
Oprichting stichting voor Nederland als centrum voor financiële dienstverlening

nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 februari 2009

Graag informeer ik u over de stand van zaken omtrent een visie op de toekomst van de financiële sector. Hiermee kom ik tegemoet aan het verzoek van uw Kamer van 4 december 2008.

Tevens zal ik een overzicht geven van de voortgang in 2008 van het overheidsprogramma1 ten aanzien van het versterken van de positie van Nederland als centrum voor financiële dienstverlening. Hiermee voldoe ik aan mijn toezegging tijdens het debat over kredietverlening van 21 januari 2009. Hierbij zal ik tevens ingaan op enkele initiatieven die de stichting Holland Financial Centre (HFC) heeft genomen. HFC is opgericht met mijn steun en die van de ministeries van Economische Zaken, Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De betrokkenheid van de overheid is onlangs versterkt met de deelname van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Visie toekomst financiële sector

Op dit moment vindt langs verschillende sporen gedachtevorming plaats over de toekomst van de financiële sector en het toezicht hierop. Hierbij wordt ook contact gezocht met externe partijen. De gedachtevorming levert input op voor een visie op de toekomst van de financiële sector. Het streven is om deze visie voor het zomerreces aan uw Kamer te sturen.

Tegen die tijd heeft de De Larosière-groep die in opdracht van de Europese Commissie kijkt naar het financieel-toezicht in de Europese Unie, haar adviezen bekend gemaakt. Tevens zullen de banken in Nederland dan hun onderzoekstraject onderleiding van de heer Maas inzake lessen en adviezen hebben afgerond.

Uiteraard wordt het vestigingklimaat nadrukkelijk betrokken bij het tot stand komen van een visie op de toekomst van de financiële sector.

Voortgangsrapportage vestigingsklimaat 2008

De financiële sector is en blijft een belangrijke sector voor de Nederlandse economie. Een gezonde en sterke financiële sector is essentieel voor de Nederlandse reële economie. De sector levert daarnaast hoogwaardige werkgelegenheid. Dit maakt het nodig om inspanningen te blijven leveren ter verbetering van de concurrentiekracht.

De in 2008 geboekte vooruitgang ten aanzien van deze inspanningen is beschreven in de meegezonden bijlage «overzicht resultaten overheidsprogramma». Terwijl de noodzaak van het blijven investeren in een goed vestigingsklimaat voor de financiële sector niet is veranderd, is het wel van belang om te bezien in hoeverre de kredietcrisis aanpassingen in het werkprogramma vereist. Ik zal dit meenemen in de totstandkoming van de visie op de toekomst van de financiële sector in Nederland en zal u hierover informeren te samen met de visie. De samenwerking en inzet, zoals afgelopen jaar gestart, biedt een goede basis voor de toekomst.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Overzicht resultaten overheidsprogramma

bijlage bij brief met kenmerk FM 2009/293

REGELGEVING

EU programma Betere regelgeving

Actie: Door het ministerie van Financiën is – in nauw overleg met de sector en de toezichthouders – in de periode eind 2007–medio 2008 een efficiencyscan verricht van het gehele EU wet- en regelgevend acquis ten aanzien van de financiële sector. Dat heeft geresulteerd in een 15-tal concrete voorstellen tot amendering van een aantal financiële sectorrichtlijnen die na implementatie zullen leiden tot lagere lasten voor de financiële sector. Daarmee wordt een bijdrage geleverd aan het verbeteren van het vestigingsklimaat voor financiële instellingen, zowel in de EU als in Nederland.

Voortgang: De voorstellen zijn inmiddels besproken met vele stakeholders waaronder de Europese Commissie die lidstaten in het kader van haar Betere regelgeving activiteiten om input heeft verzocht. Een aantal van de voorstellen is inmiddels overgenomen door het belangrijkste adviesorgaan van de Commissie op het terrein van regulering, de zogenoemde Stoiber-groep. De nationale en internationale dialoog met de sector, de toezichthouders, de Commissie etc. zullen volop worden voortgezet met het doel verdere mogelijkheden tot regeldrukverlaging te identificeren en realiseren.

Invoering regelgeving gedekte schuldinstrumenten (covered bonds)

Actie: Het ministerie van Financiën heeft regelgeving tot stand gebracht met betrekking tot covered bonds, naar aanleiding van een verzoek hiertoe van de De Nederlandsche Bank en de Nederlandse Vereniging van Banken. De meeste lidstaten kennen inmiddels specifieke regelgeving ten aanzien van covered bonds. Het is van belang dat Nederlandse banken van dit financieringsinstrument gebruik kunnen maken. Tevens is gebleken dat dit financieringsinstrument ook in de huidige, moeilijke tijden op de kapitaalsmarkt, blijft functioneren. In de Verenigde Staten wordt daarom overwogen om regelgeving langs de lijn van de Europese wettelijke covered bonds te introduceren.

Voortgang: Teneinde wettelijke covered bonds snel mogelijk te maken is besloten dit – mede gezien de technische aard van de materie – te regelen in het Besluit prudentiele regels Wft en het Besluit gedragstoezicht Wft. De benodigde wijzigingen zijn per 1 juli 2008 in werking getreden.

Aandeelhouders identificatie

Actie: Beursgenoteerde bedrijven in Nederland hebben grote moeite om de identiteit van hun aandeelhouders vast te stellen, aangezien de aandeelhouders hun aandelen houden via banken en andere intermediairs. Het zou mogelijk moeten worden dat deze intermediairs op verzoek van het beursgenoteerde bedrijf de identiteit van de aandeelhouders openbaren (met een mogelijkheid om hiervan af te wijken om privacyredenen). Indien intermediairs stemrecht uitoefenen voor hun cliënten en zij de identiteit van hun cliënten niet openbaren zou het gevolg kunnen zijn dat zij hun stemrecht verliezen.

Voortgang: Dit actiepunt is meegenomen in het wetsvoorstel uitvoering adviezen Monitoring Commissie Corporate Governance. Het wetsvoorstel is voorgelegd aan de Raad van State. In de eerste helft van 2009 zal het voorstel naar de TK worden verstuurd.

One-tier board

Actie: Volgens het Nederlandse vennootschapsrecht is het thans niet mogelijk om uitvoerende bestuurders en toezichthoudende bestuurders in één vennootschapsorgaan op te nemen. Deze mogelijkheid zou echter wel bijdragen aan het vergroten van de bruikbaarheid van de rechtsvorm van de naamloze en de besloten vennootschap in nationale en internationale ondernemingsverhoudingen. Nederland moet immers rekening houden met een vergrote concurrentie van rechtsvormen in het buitenland, aangezien een inmiddels constant te noemen stroom van arresten van het Europese Hof van Justitie benadrukt het recht op vrije vestiging voor bedrijven en investeerders die gebruik willen maken van buitenlandse rechtsvormen, waarbij (ook) het ondernemingsrecht geen belemmeringen mag opwerpen.

Voortgang: Het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek om bovenstaande te bewerkstelligen is op 6 november 2008 ingediend bij de Tweede Kamer.

Invoering optioneel toezichtregime voor beleggingsinstellingen

Actie: Voor beleggingsinstellingen geldt een uitzondering op de vergunningplicht indien zij rechten van deelneming aanbieden aan minder dan 100 niet-gekwalificeerde beleggers of aan uitsluitend gekwalificeerde beleggers. Het kan desalniettemin aantrekkelijk zijn om wel onder toezicht van de AFM te staan. Er zijn namelijk institutionele beleggers, zoals sommige buitenlandse pensioenfondsen, die alleen mogen beleggen in beleggingsinstellingen die onder toezicht staan. Daartoe zal een optioneel toezichtregime – naar voorbeeld van Luxemburg – in het leven worden geroepen voor beleggingsinstellingen die enkel aan gekwalificeerde beleggers aanbieden.

Voortgang: In de eerste helft van 2009 zal een wetsvoorstel worden geconsulteerd.

Uitbreiden lijst landen adequaat toezicht

Actie: Op grond van de Wet op het financieel toezicht kan de minister van Financiën staten aanwijzen waar toezicht op beleggingsinstellingen wordt uitgeoefend dat in voldoende mate waarborgen biedt ten aanzien van de belangen die de Wft beoogt te beschermen. Het adequaat toezichtbeleid kent twee aspecten: het aanwijzen van andere landen als adequaat toezichtland door Nederland alsmede het aanwijzen van Nederland als adequaat toezichtland door andere landen.

Voortgang: Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk zijn aan de lijst aangewezen staten toegevoegd. De komende tijd zal worden bekeken welke andere landen door Nederland zouden moeten worden aangewezen als adequaat toezichtland alsmede de aanwijzing van welke landen Nederland als vestigingsplaats zou kunnen bevorderen.

Vaste verandermomenten bij de invoering van regelgeving

Actie: Onder andere voor financiële marktenregelgeving zouden Vaste VeranderMomenten moeten worden geïntroduceerd. De reden voor de introductie van VVM is de veelgehoorde klacht van bedrijven en instellingen over de frequente wijziging van of nieuwe regelgeving gedurende het jaar en de vaak beperkte voorbereidingstijd. Om dit tot een minimum te beperken is het nuttig enkele vaste momenten af te spreken waarop nieuwe regelgeving wordt doorgevoerd.

Voortgang: Bij brief van 3 november 2008 is de Tweede Kamer geïnformeerd dat het Kabinet streeft naar twee vaste inwerkingtredingdata, te weten 1 januari en 1 juli voor alle wetten en AMvB’s (nieuwe of wijzigingen) met directe relevantie voor bedrijven en instellingen. Hoewel er op het terrein van financiële marktenregelgeving regelmatig sprake zal zijn van wetgeving als gevolg van Europese richtlijnimplementaties en deze ook op andere momenten dan de Vaste VeranderMomenten kunnen worden doorgevoerd, streeft het ministerie van Financiën er naar wetgeving waar mogelijk op Vaste VeranderMomenten door te voeren.

Klantvriendelijkheid toezichthouders

Actie: Een gezamenlijk project van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) is gericht op het verbeteren van klantvriendelijkheid van de toezichthouders. In het kader van dit project wordt de transparantie van de diensten van de toezichthouders verbeterd door inzicht te geven in de te nemen stappen in het handhavingtraject.

De AFM heeft ook haar klantgerichtheid verbeterd met het oprichten van de startersconsulent. De startersconsulent heeft tot doel duidelijke informatie te geven aan startende ondernemers over de toegang tot de financiële markt om op die manier onnodige belemmeringen weg te halen. De startersconsulent geeft aan welke activiteiten een vergunning en/of goedkeuring nodig hebben en geeft voorlichting over de eisen t.a.v. vergunningen en goedkeuringen. De AFM heeft een deel van de website ingericht met informatie gericht op starters, heeft een telefoonnummer en e-mailadres ingesteld en er bestaat de mogelijkheid voor ondernemers om een intake aan te vragen om de vergunningaanvraag door te spreken.

Er wordt al goed gebruik gemaakt van de startersconsulent. Volgende stap voor de startersconsulent is de informatie ook toegankelijker maken voor buitenlandse toetreders.

Op dit moment wordt een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden ten aanzien van toezicht met andere landen te concurreren.

Voortgang: Het stappenplan van het handhavingstraject, de zogenoemde escalatieladder, staat inmiddels op de websites van DNB en AFM. De startersconsulent wordt eind 2008 geëvalueerd om te bezien of en wat de toegevoegde waarde is van dit initiatief. Eind 2008, begin 2009 zullen uit het onderzoek naar de toezichtconcurrentie lessen worden getrokken met betrekking tot de manier waarop Nederland wat betreft het toezicht kan concurreren ter verbetering van haar positie als vestigingsplaats voor financiële ondernemingen. DNB voert in 2009 een effectmeting uit naar de klantvriendelijkheid.

BTW vrijstelling betalingsverkeer

Actie: In december 2007 heeft de Europese Commissie het richtlijnvoorstel ter herdefiniëring van de BTW-vrijstelling op financiële en verzekeringsdiensten uitgebracht. Ook de vrijstelling voor handelingen betreffende betaaldiensten (verder: betaalverkeerdiensten) wordt daarbij geherdefinieerd.

Het doel van de herdefiniëring van de financiële vrijstellingen is (1) verduidelijking van de vrijstellingsregels, (2) het creëren van meer rechtszekerheid, (3) het terugdringen van administratieve lasten (bedrijfsleven) en controlelasten (fiscale autoriteiten) en (4) herstel van het level playing field.

Bij de onderhandelingen van het voorstel tot aanpassing van de BTW-richtlijn is de speerpunt van de Nederlandse inzet om door middel van harmonisatie van de BTW-vrijstellingen het Europese level playing field te herstellen.

Het is onwaarschijnlijk dat de voorgestelde richtlijnaanpassing op korte termijn effect heeft op de huidige reikwijdte van de vrijstelling voor betaalverkeersdiensten. Om te voorkomen dat de Nederlandse bankensector op achterstand wordt geplaatst ten opzichte van banksectoren in andere lidstaten, wordt momenteel onderzocht óf in andere lidstaten sprake is van een ruimere interpretatie van deze vrijstelling, en zo ja op welke onderdelen van de betaalketen dit betrekking heeft. Afhankelijk van de aard en de ernst van de bevindingen van dit onderzoek zal bezien worden of aanpassing van deze vrijstelling is gewenst.

Voortgang: De komende maanden wordt, aan de hand van de hierboven omschreven inzet, verder onderhandeld over de aanpassingen in de BTW-richtlijn. De Belastingdienst is, onder andere aan de hand van door de sector verstrekte informatie, aan het onderzoeken hoe de in Nederland toegepaste vrijstellingen voor betaalverkeersdiensten zich verhouden tot de toepassing van deze vrijstelling door andere lidstaten.

BTW vrijstelling voor vermogensbeheer voor pensioenfondsen

Actie: In de Wet omzetbelasting 1968 is een vrijstelling opgenomen voor het beheer van vermogens die door beleggingsfondsen en beleggingsmaatschappijen ter collectieve belegging bijeen zijn gebracht. Het door pensioenfondsen aan externe vermogensbeheerders uitbestede beheer van pensioenvermogen valt thans niet onder deze vrijstelling. Enkele Europese lidstaten interpreteren de betreffende bepaling in de richtlijn – die bepalend is voor de Wet omzetbelasting 1968 – op een wijze waarbij wel ruimte is voor het vrijstellen van door pensioenfondsen uitbestede vermogensbeheerdiensten. Hierdoor is in Europa ten aanzien van de pensioenfondsen geen sprake meer van een level playing field.

Voortgang: De huidige situatie is concurrentietechnisch nadelig voor Nederland. Het kabinet overweegt daarom de regeling met betrekking tot door pensioenfondsen uitbesteed beheer van pensioenvermogen aan te passen. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de forse budgettaire derving die daar het gevolg van zou zijn.

Modernisering dividendbelasting

Actie: In de afgelopen jaren is de dividendbelasting behoorlijk in beweging geweest. Een drietal maatregelen verdient hierbij de aandacht.

1. Versoepeling vrijstelling bij inkoop

Bij een inkoop door een vennootschap van eigen aandelen moet dividendbelasting worden ingehouden over het bedrag dat wordt uitgekeerd boven het gemiddeld op de ingekochte aandelen gestorte kapitaal. Dit meerdere wordt namelijk als een winstuitdeling gezien. Omdat voor beursfondsen inkoop van eigen aandelen een belangrijk strategisch instrument is, kan de inkoop van eigen aandelen sinds 2001 onder voorwaarden onbelast plaatsvinden. De voorwaarden zijn op aantal punten versoepeld. Zo mocht onder andere in de vier jaar voorafgaande aan de inkoop in beginsel geen kapitaalvergroting (emissie) hebben plaatsgevonden. In verband met een gezonde economische ontwikkeling is nu bepaald dat eerdere emissies voor de toepassing van de inkoopfaciliteit geen beletsel hoeven vormen. Daarbij speelde een grote rol dat het kapitaal van een beursgenoteerde vennootschap niet langer een statische grootheid lijkt te zijn, maar wordt vergroot dan wel verkleind al naar gelang het financierings- en investeringsbeleid dat vergen. Een tweede versoepeling zit in de limiet waarbinnen beursgenoteerde ondernemingen onbelast eigen aandelen kunnen inkopen.

2. Teruggaafregeling voor buitenlandse pensioenfondsen.

De verruiming van de teruggaafregeling heeft tot gevolg dat naast in Nederland gevestigde rechtspersonen die niet onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting – in het bijzonder pensioenfondsen – ook vergelijkbare rechtspersonen die zijn gevestigd in een andere EU-lidstaat recht verkrijgen de ten laste van hen ingehouden Nederlandse dividendbelasting terug te vragen.

3. Tariefverlaging

Het tarief van de dividendbelasting is verlaagd van 25% naar 15%. Dat betekende een administratieve verlichting. Een groot deel van de door Nederland gesloten belastingverdragen voorziet in een verlaging tot 15% voor portfoliodividenden. Om voor deze verlaging van bronheffing in aanmerking te komen moet de buitenlandse belegger in de meeste gevallen een verzoek voor (gedeeltelijke) teruggave indienen bij de Nederlandse fiscus. Als gevolg van de voorgestelde verlaging van het tarief van de dividendbelasting tot 15% zal in het leeuwendeel van de gevallen geen verzoek tot teruggaaf van dividendbelasting meer hoeven te worden ingediend. Ten aanzien van landen waarmee geen belastingverdrag is gesloten of een verdrag waarin een hoger tarief geldt dan 15% betekent de wijziging een verlaging van de Nederlandse belastingdruk op uitgaande dividenden.

Voortgang: In relatie tot het aangekondigde onderzoek naar de behandeling van renteontvangsten en -uitgaven in de vennootschapsbelasting zal tevens worden bezien of verdere modernisering van de dividendbelasting een bijdrage kan leveren aan het versterken van de positie van Nederland.

Uitbreiding toepassing regeling functionele valuta

Actie: Op grond van de Regeling functionele valuta kunnen in Nederland belastingplichtige lichamen de belastbare winst berekenen in een andere geldeenheid dan de euro, in de praktijk veelal de valuta waarin de boekhouding wordt gevoerd. De regeling beoogt de administratieve lasten te beperken; bovendien worden valutaresultaten buiten de belastbare winst gehouden. Voorwaarde voor toepassing van de regeling is onder meer dat de wisselkoers wordt gepubliceerd in de Officiële prijscourant van de Nederlandse effectenbeurs. Het gaat daarbij om door DNB vastgestelde wisselkoersen (die in de regel worden ontleend aan de ECB).

Voortgang: De wisselkoers van de Indiase roepie werd nog niet gepubliceerd. Naar aanleiding van een verzoek daartoe heeft DNB besloten om ook de wisselkoers te gaan publiceren. De toepassing van de Regeling functionele valuta staat daarmee ook open voor Indiase bedrijven. Dat betekent een mooie impuls voor de Nederlandse concurrentiepositie, zo wordt ook bevestigd door het Indiase kantoor van het Netherlands Foreign Investment Agency.

Bevordering kapitaalinvesteringen van Sovereign Wealth Funds

Actie: Sovereign Wealth Funds kunnen belangrijke kapitaalverstrekkers zijn. Teneinde kapitaal te kunnen aantrekken is het belangrijk dat de belastingdruk op het rendement in de vorm van dividend, interest en verkoopwinsten zo laag mogelijk is. Tot vermindering van belastingheffing ten aanzien van niet-kortstondige kapitaalinvesteringen door staatsfondsen en pensioenfondsen zou Nederland bereid kunnen zijn indien met het betrokken buitenland op basis van wederkerigheid daarover afspraken kunnen worden gemaakt.

Voortgang: Er is een analyse gemaakt van de verdragen met de meest relevante landen. Deze landen zullen worden benaderd om afspraken te maken ten aanzien van de vermindering van de belastingheffing.

EXCELLENTE WERKNEMERS

Stimulering van training en inzetbaarheid van buitenlandse studenten en werknemers in Nederland.

Actie: Een sterke financiële sector drijft op hoogwaardig personeel met hoogontwikkelde kennis en vaardigheden. Hoogwaardig personeel is ook de basis van het innovatief vermogen van de financiële sector en haar niches. Logischerwijs is de beschikbaarheid van hoogwaardig personeel een van de cruciale vestigingsfactoren voor financiële instellingen. Om het concurrentievermogen van de financiële sector te versterken wordt daarom ingezet op het opleiden, aantrekken en aanhouden van hoog geschoold personeel in Nederland.

Voortgang: Om het voor expats gemakkelijker te maken in Nederland te komen werken hebben verschillende gemeenten in 2008 expat-desks opgericht. Vanuit de expat-desks faciliteren de Gemeenten Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en Nijmegen expats bij het vinden van woning tot scholing.

Het ministerie van Economische Zaken heeft in 2008 in samenwerking met het ministerie van Justitie, de IND, het CWI, Schiphol en de Kamer van Koophandel, de Holland Gateway geopend. De Holland Gateway, gehuisvest op WTC Schiphol, biedt buitenlandse zakenmensen direct op Schiphol laagdrempelig advies over zakendoen in Nederland, vergunningen (o.a. voor kenniswerkers) en bijvoorbeeld fiscale aangelegenheden.

Duisenberg School of Finance

Actie: De Duisenberg school of Finance is een samenwerkingsverband tussen de Nederlandse financiële sector en de Erasmus Universiteit, de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit Amsterdam en het Tinbergen Instituut. De missie van de Duisenberg School of Finance een van ’s werelds leidende academische instituten in finance te worden en een broedplaats voor toekomstige leiders van de wereldwijde financiële sector. De Duisenberg school of Finance biedt en ondersteunt innovatief onderzoek en academische lesprogramma’s. Het heeft daarmee een belangrijke rol in het aantrekken en opleiden van hooggeschoolde (toekomstige) werknemers in de financiële sector.

Voortgang: Op 15 september 2008 is de Duisenberg School of Finance officieel geopend. Afegelopen september is gestart met twee Master of Science programma’s, een MSc programme in Risk Management en een Msc programme in Finance and Law. Tegelijkertijd biedt de Duisenberg School of Finance samen met het Tinbergen Instituut een MPhil en een PhD programma gespecialiseerd in Finance. In september 2009 zullen nog twee Master of Science programma’s worden gestart, namelijk een MSc programme in Corporate Finance en een Msc programme in Financial Markets and Institutions.

SPECIALISATIE IN NICHEMARKTEN

I Retirement management

Innovatieprogramma pensioenen

Actie: Netspar (het onderzoeksinstituut op het gebied van pensioenen, vergrijzing en pensionering) en het HFC hebben samengewerkt om een innovatieprogramma «Retirement management» op te stellen in dialoog tussen zowel (commerciële) financiële partijen als de pensioenkoepels en gefaciliteerd door EZ/SenterNovem. In dit innovatieprogrammavoorstel worden de doelen gespecificeerd en worden enkele actielijnen.

Voortgang: Dit innovatieprogramma voorstel is op 19 november 2008 ingediend bij SenterNovem en is in behandeling bij de Strategische Advies Commissie. De planning is om dit voorjaar een beslissing te nemen.

Asset pooling door middel van een besloten fonds voor gemene rekening (FGR)

Actie: Door middel van het zogenoemde besloten fonds voor gemene rekening (besloten FGR) kunnen binnenlandse en buitenlandse pensioenfondsen en andere constitutionele beleggers hun krachten bundelen en schaalvoordelen realiseren. Om het besloten FGR als bruikbaar instrument voor asset pooling in de markt te zetten zijn in het Besluit van 11 januari 2007 (Stcrt nr. 15, 2007) verlichte toetsen neergelegd op basis waarvan een FGR kan worden aangemerkt als «besloten» en daarmee als fiscaal transparant.

Voortgang: Om te zorgen dat ook andere landen deze transparante kwalificatie hanteren voor besloten FGR’s is het ministerie van Financiën met verdragspartners in overleg getreden. Daarbij is in de eerste plaats overeenstemming gezocht over de fiscale kwalificatie zodat de achterliggende participanten gerechtigd zijn tot de relevante voordelen van het belastingverdrag. Zo hebben pensioenfondsen in veel belastingverdragen recht op vrijstelling of verlaging van buitenlandse bronbelasting. Ten aanzien hiervan is overeenstemming bereikt met de bevoegde autoriteiten van België, Denemarken, Zuid Afrika, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Oostenrijk en Taiwan. Met de VS is in de zomer van 2007 een memorandum van overeenstemming tot stand gekomen over de verdragstoepassing ten aanzien van besloten FGR’s waarin Nederlandse pensioenfondsen samenwerken. Nader overleg wordt gevoerd met de VS om helderheid te verschaffen over de verdragstoepassing in breder verband bij beleggingen via besloten FGR’s in of vanuit de VS.

De inspanningen om het besloten FGR in te zetten als bruikbaar middel voor asset pooling hebben er mede toe geleid dat een toenemend aantal buitenlandse pensioenfondsen hun vermogensbeheer geheel of gedeeltelijk in Nederland beheren door middel van een besloten FGR. Een voorbeeld hiervan is het Italiaanse PensPlan dat op 14 oktober 2008 bekend maakte dat het 30% tot 60% van zijn pensioenvermogen zal laten beheren via een door APG Groep beheerd besloten FGR.

Algemene pensioeninstelling en premiepensioeninstelling (API en PPI)

Actie: Gezien de internationale kansen die Nederland wil benutten op de groeiende markt voor zogeheten Defined Contribution-pensioenregelingen, is overgegaan tot de introductie van een nieuw vehikel dat zich uitsluitend op dit soort pensioenregelingen zal toeleggen. De PPI past geheel binnen de kaders van richtlijn 2003/41/EG inzake de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (de IORP-richtlijn). Deze IORP richtlijn is reeds volledig in de Pensioenwet geïmplementeerd. Nu wordt echter de noodzaak en wenselijkheid gevoeld verder gebruik te maken van de andere mogelijkheden die de richtlijn biedt. Deze noodzaak komt voort uit het ontstaan van verschillende pensioen-instellingen in diverse Europese lidstaten. Om op de Europese markt te kunnen concurreren is het van eminent belang dat de PPI halverwege 2009 het levenslicht zal zien.

Gekozen is ten aanzien van het API-dossier drie fasen te onderscheiden. De eerste fase is de introductie van de PPI. De tweede fase bestaat eruit dat na zal worden gegaan op welke wijze via aanpassingen in de Pensioenwet de samenwerking tussen ondernemingspensioenfondsen mogelijk kan worden gemaakt. In de laatste fase wordt bekeken op welke wijze een API in de PW kan worden geïntroduceerd die ook DB-regelingen uit kan voeren.

Voortgang: Het wetsvoorstel premiepensioeninstelling is bij de Raad van State in behandeling. Het wetsvoorstel ten behoeve van fase 2 is in voorbereiding.

II Financial logistics

Diensteninnovatie programma

Actie: Het betalingsverkeer en de daaraan gerelateerde dienstverlening, samengenomen in het begrip Financial Logistics, zijn zeer efficiënt en kunnen gebruik maken van een Nederlandse ICT infrastructuur die excellent is in vergelijking tot veel andere landen. De komst van de Single Euro Payments Area (SEPA) en de toenemende technologische ontwikkelingen bieden Nederland een kans om uit te groeien tot de Financial Logistics hub van Europa. Dit biedt goede mogelijkheden om de dienstverlening met betrekking tot Financial Logistics verder te ontwikkelen en Nederland op dit terrein één van de leidende landen te maken, gebruikmakend van innovatie op het gebied van diensten en ICT.

Voortgang: Wat Financial Logistics betreft zijn een aantal deelonderwerpen geïdentificeerd waar goede mogelijkheden liggen. Deze onderwerpen zijn Online payments, E-mandaten, Online card authorisation, E-invoicing en E-identity, eventueel ondersteund door een breed toepasbaar message protocol. Door het opstellen van het innovatieprogramma voorstel «Diensteninnovatie in de creatieve en financiële sector», in dialoog tussen marktpartijen en het Telematica-instituut en gefaciliteerd door EZ/SenterNovem, is er tevens een cross-sectorale verbinding gelegd met ICT toepassingen uit de creatieve sector waar soortgelijke ICT concepten en vraagstukken als E-identity net zo’n belangrijke rol spelen als bij Financial Logistics. Het programmavoorstel «Diensteninnovatie in de creatieve en financiële sector» is ingediend bij SenterNovem en zal worden behandeld in de strategische advies commissie innovatieprogramma’s. Er wordt gesuggereerd om het onderwerp E-invoicing in eerste instantie prioriteit te geven. Om vorderingen te kunnen maken op het terrein van Financial Logistics zijn er vanuit HFC en het Telematica-instituut een Taskforce en een Expertgroep in het leven geroepen, waarin de voornaamste belanghebbenden en initiatiefnemers zijn vertegenwoordigd. Daarbij is de waardeketen breder getrokken dan alleen de (traditionele) banken, door ook partijen als financial service providers en ICT service providers mee te nemen.

III Amsterdam Trading Venue

Fast track procedure

Actie: Bepaalde uitgevende instellingen kunnen in Nederland een fast track procedure aanvragen voor de goedkeuring van een prospectus waarbij gebruik wordt gemaakt van Amerikaanse documentatie, gedeponeerd bij de Securities and Exchange Commission (SEC). Het gaat om uitgevende instellingen die zijn gevestigd in de Verenigde Staten of Canada met een notering aan de New York Stock Exchange (NYSE) die kwalificeren als «US foreign issuer» en wiens aandelen geregistreerd zijn in de Verenigde Staten. De fast track procedure draagt bij aan de aantrekkelijkheid van de Nederlandse kapitaalmarkt doordat deze instellingen eenvoudiger in Nederland effecten aan het publiek kunnen aanbieden.

Voortgang: Sinds eind 2007 hoeven deze uitgevende instellingen geen (nieuw) Europees prospectus op te stellen indien zij hun aandelen ook willen laten verhandelen op Euronext Amsterdam. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) keurt ten behoeve van een dergelijke technische notering een prospectus goed dat bestaat uit de bij de SEC gedeponeerde documentatie van de uitgevende instelling op Form 20F en 6K aangevuld met een EU wrapper. De aanvraag voor goedkeuring verloopt via een versnelde procedure.

IV Finance & Sustainability

CO2-emissie veiling

Actie: Het organiseren van een veiling van CO2-emissierechten.

Voortgang: Door vertraging in de allocatie van de rechten heeft de organisatie van een veiling van CO2-emissierechten vertraging opgelopen. Het papierwerk voor het starten van de aanbesteding voor het selecteren van de banken als intermediair in de veiling is vrijwel gereed. Tevens is de markt verkend en zijn tal van contacten gelegd met banken, platforms, compliance buyers, media en andere belanghebbenden. Nederland is van plan om in de tweede fase van het ETS 16 miljoen rechten te veilen. De techniek die gehanteerd zal worden is de Dutch Direct Auction techniek. Waarschijnlijk vindt de veiling dit jaar plaats.

Centre for Finance & Sustainability

Actie: Eén van de initiatieven om deze gebieden verder te versterken en te promoten is het Centre for Finance & Sustainability. De markt voor duurzaamheid groeit niet alleen razendsnel, maar veranderd ook in hoog tempo. De investeerders en financiers van biobrandstof fabrieken worden overvallen door nieuwe inzichten in de duurzaamheid van sommige soorten biobrandstof, andere regelgeving en andere standaarden. En dat is slechts één van de vele voorbeelden. Voortdurend zijn er ontwikkelingen in regelgeving, subsidies, standaarden, wetenschappelijke inzichten, maatschappelijke voorkeuren en natuurlijke technologische vooruitgang. En de markt groeit zo snel dat ondernemingen vooral bezig zijn om de groei te managen. En dat alles dan ook nog tegen de achtergrond van uiterst volatiele energie en grondstoffen prijzen die een grote impact kunnen hebben op de haalbaarheid en rentabiliteit van investeringen in duurzaamheid. In dat stelsel van schuivende panelen ligt een rol voor het Centre for Finance & Sustainability (CFS).

CFS heeft een wegwijzer functie. Het is een contactpunt voor de financiële sector, overheid, NGO’s, wetenschap, pers, en de relevante internationale instituten. CFS initieert, informeert, legt contacten, adviseert en verwijst door.

Voortgang: Het CFS zal naar verwachting dit jaar van start gaan.

INNOVATIE EN PRODUCTONTWIKKELING

Kraamkamer/Innovation Room

Actie: De Kraamkamer, ook wel Innovation Room, is een gemeenschappelijk initiatief van het ministerie van Financiën, de AFM, DNB, de Belastingdienst, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Justitie. De Innovation Room is opgericht in juli 2007. De Innovation Room is opgericht voor financiële marktpartijen met vragen aan de overheid rond hun innovatieve financiële producten of diensten met betrekking tot toezicht en regelgeving. De Innovation Room brengt snel de benodigde experts bij elkaar die snel duidelijkheid geven aan marktpartijen over de consequenties op het gebied van regelgeving en toezicht met betrekking tot hun innovatieve diensten en producten.

Voortgang: Afgelopen jaar hebben verschillende bedrijven de weg naar de Innovation Room gevonden. Aangezien tijdens de besprekingen de betrokken bedrijven en hun initiatieven vertrouwelijk worden behandeld kan hierover op dit moment niet nader worden bericht. In het voorjaar van 2009 verwachten we met de eerste succesvolle behandeling naar buiten te kunnen treden. Reacties van marktpartijen die aankloppen bij de Innovation Room zijn positief. De samenwerking tussen de betrokken overheidsorganisaties loopt goed.

Verbreding Wet Bevordering Speur en Ontwikkeling

Actie: In het kader van het bevorderen van innovatief ondernemerschap heeft het kabinet in het Beleidsprogramma aangekondigd de WBSO te intensiveren. De WBSO is de verzamelnaam voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA) en de aftrek speur- en ontwikkelingswerk in de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001).

Voortgang: In 2009 vindt de eerste tranche van deze intensivering plaats. Per 1 januari 2009 wordt de definitie van speur- en ontwikkelingswerk verruimd. De verruiming zal zien op ontwikkeling van technische nieuwe programmatuur waarbij gebruik wordt gemaakt van al bestaande componenten.

Bewustwording Consument

Actie: Het platform CentiQ is een samenwerkingsverband van partijen in de financiële sector, de overheid, consumentenorganisaties en de wetenschap met als doel de financiële kennis en vaardigheden van de consument te verbeteren en een actieve houding van de financiële consument te stimuleren.

Voortgang: Op 19 juni 2008 zijn onder andere de resultaten van een onderzoek naar financieel inzicht van volwassenen en het actieplan van het platform CentiQ gepresenteerd. In 2008/2009 worden de eerste acties uitgevoerd. Ook zullen begin 2009 de werkwijze van het platform en alle acties tot dan toe worden geëvalueerd. De onderzoeksresultaten en het actieplan zijn tijdens een AO op 3 september 2008 met de TK besproken.

IMQubator

Actie: Nederland heeft veel expertise op beleggingsgebied. Met name als het gaat om het strategisch beleggen van pensioengelden hoort Nederland wereldwijd bij de top. Maar vermogen wordt in toenemende mate in het buitenland beheerd. IMQubator wil het tij keren. Het initiatief biedt pensioenfondsen, vermogensbeheerders en andere investeerders in Nederland de mogelijkheid om in hoogwaardige beleggers te investeren tegen aantrekkelijke kosten. IMQubator stelt startkapitaal beschikbaar en biedt professionele begeleiding aan innovatieve asset management ondernemingen. IMQubator heeft als missie in Nederland initiatieven van financieel toptalent te stimuleren en te begeleiden en daarmee excellente rendementen voor pensioenbeleggers te realiseren op een zeer acceptabele kostenbasis.

Voortgang: IMQubator is 11 november 2008 gestart. Het initiatief wordt ondersteund door verschillende partijen op pensioengebied om een snelle start te kunnen realiseren. Het doel is in eerste instantie € 250 tot € 500 miljoen bijeen te brengen waarvan € 250 miljoen al is gecommitteerd. Uiteindelijk kan dat bedrag oplopen tot enkele miljarden.

MARKETING EN COMMUNICATIE

Marketing

Actie: Om de Nederlandse financiële sector te versterken is het hebben van een aantrekkelijk vestigingsklimaat één en het verkopen ervan twee. Op dit moment staat Nederland bij internationale bedrijven en werknemers nog onvoldoende op het netvlies. Als Nederland wel bekend is, heeft men vaak een vertekend té negatief beeld. Daar zal verandering in moeten komen. Gezamenlijk hebben het ministerie van Financiën, het ministerie van Economische Zaken en de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA), de gemeente Amsterdam en het Holland Financial Centre zich voor de promotie van de Nederlandse financiële sector ingezet.

Voortgang: Ter promotie van de Nederlandse financiële sector zijn in 2008 verschillende acties ondernomen.

In 2008 bezocht het Holland Financial Centre ter promotie van de Nederlandse financiële sector en ter versterking van haar netwerk Japan, China, London en Saoedi Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. In 2009 zullen deze bezoeken een vervolg krijgen om de gelegde contacten te onderhouden en de Nederlandse financiële sector verder onder de aandacht te brengen.

In de zomer van 2008 heeft het Holland Financial Centre ter promotie van de Nederlandse financiële sector een artikel geplaatst in de Financial Times Banker.

Ook de NFIA en de Gemeente Amsterdam hebben Nederland en Amsterdam gepromoot als vestigingslocatie voor buitenlandse investeerders. Beiden hebben concrete acquisitie-inspanningen geleverd. De NFIA assisteert bovendien buitenlandse bedrijven bij het nemen van hun vestigingsbesluit, bij het vinden van partners voor met name technologische samenwerking en bij het uitbreiden of verankeren van de activiteiten van buitenlandse bedrijven in Nederland.

Continuïteit Financial Markets Office

Actie: Steeds meer bedrijven wisten dit jaar de in 2007 opgerichte Financial Markets Office te vinden voor hun vragen aan de overheid. Vanuit de Financial Markets Office, dat dient als enkel aanspreekpunt bij de overheid voor de financiële sector, hebben bedrijven snel duidelijkheid gekregen.

Voortgang:Komend jaar zal de Financial Markets Office worden voortgezet. Wel zal de zichtbaarheid van de Financial Markets Office worden verbeterd zodat nog meer bedrijven weten waar zij met hun vragen aan de overheid terecht kunnen.

Vertaling Wet op het financieel toezicht in het Engels

Actie: Vanuit de sector is, na de invoering van de Wft, de behoefte naar boven gekomen om de Wft wet- en regelgeving in het Engels te vertalen. Financiën ondersteunde dit idee en heeft ter uitvoering van deze actie een werkgroep opgericht, bestaande uit medewerkers van Financiën en vertegenwoordigers uit de sector.

Voortgang: Inmiddels zijn nagenoeg alle Algemene Maatregelen van Bestuur vertaald en gepubliceerd op de Engelstalige website van het ministerie van Financiën (http://www.minfin.nl/english/Subjects/Financial_markets/Financial_supervision/Publications). Alleen het Besluit bekostiging financieel toezicht moet nog worden vertaald en gepubliceerd. Ook is sinds 10 november 2008 de volledige Wft vertaald en gepubliceerd.

In het vervolg zal er, nu de eerste grote slag van de vertaling van de Wft wet- en regelgeving is gemaakt, actualisering van de vertalingen plaats inden, zodat een correct en up-to-date beeld gewaarborgd blijft. Om dit vervolgproces nader vorm te geven zullen er werkgroepbijeenkomst plaatsvinden.

SAMENWERKING EN DIALOOG

Financial Services Strategy Dialogue

Actie: De Financial Services Strategy Dialogue (FSSD) is gecreëerd om een structurele dialoog op te bouwen tussen de overheid (Financiën en toezichthouders) en de financiële sector. Doel is het formuleren van een gezamenlijk Nederlands standpunt ten aanzien van een aantal prioritaire onderwerpen op het terrein van financiële dienstverlening. Dat standpunt kan vervolgens door een ieder worden uitgedragen in internationale onderhandelingen waardoor de slagkracht van het Nederlandse optreden in het buitenland kan wordt verbeterd. De FSSD richt zich met name op de Europese agenda en vestigingsklimaat. Voorzien is dat de FSSD (minimaal) twee maal per jaar op expert niveau wordt georganiseerd.

Voortgang: In juni en september 2008 hebben de eerste FSSD-bijeenkomsten op expert niveau plaatsgevonden. Hierbij waren vertegenwoordigers aanwezig van het ministerie van Financiën, de toezichthouders DNB en de AFM, de koepelorganisaties NvB, VvV en Dufas, het HFC, en Aegon, Euronext, ING, Rabobank, Fortis en APG In december 2008 heeft een vervolg bijeenkomst plaatsgevonden.

Prioritaire aandachtsgebieden van de FSSD op dit moment zijn onder andere: toezicht financiële sector, credit rating agencies, accounting standards en Solvency II.

Betrokkenheid bij totstandkoming toekomstige EU-regelgeving

Actie: Effectieve beïnvloeding van het Europese onderhandelingsproces is cruciaal. Hierbij is het van belang dat overheid en financiële sector nauw samenwerken.

Voortgang: Hiertoe is de Werkgroep Effectief Onderhandelen in Europa van het HFC in het leven geroepen. Deze werkgroep beziet hoe Nederland structureel en concreet invloed kan uitoefenen op de Europese besluitvorming. Van de Werkgroep Effectief Onderhandelen in Europa is in november 2008 een rapport verschenen waarin aanbevelingen worden gedaan en acties worden voorgesteld om de beïnvloeding van het Europese onderhandelingsproces te optimaliseren.


XNoot
1

Kamerstukken II 2006/07, 31 064, nr. 5.

Naar boven