nr. 7
MOTIE VAN HET LID VAN GENT
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat het lidmaatschap van een sportclub leuk en gezond is
en bijdraagt aan de sociale ontwikkeling van kinderen;
overwegende, dat de Denktank armoedebestrijding in haar eindrapport heeft
geconstateerd dat ongeveer 372 duizend kinderen in Nederland in armoede opgroeien
en door de zorgelijke financiële situatie van hun ouders niet in teamverband
kunnen sporten;
overwegende, dat de afschaffing van de categoriale bijzondere bijstand,
bij de inwerkingtreding van de Wet werk en bijstand, ertoe heeft geleid dat
een nog groter deel van de kinderen uit arme gezinnen buiten de boot dreigt
te vallen;
overwegende, dat de Denktank armoedebestrijding adviseert: «Initiatieven
zoals het Jeugdsportfonds hebben zich inmiddels bewezen en dit model kan overal
in het land worden gestimuleerd (...).» De Denktank stelt daarom voor
om te onderzoeken of er een landelijk systeem van stimulering mogelijk is,
dat analoog werkt aan kortingssystemen als het Cultureel Jongerenpaspoort
en de Studentensportkaart die gebruikelijk zijn op universiteiten en hogescholen;
overwegende, dat ernaar gestreefd moet worden dat ook kinderen die in
armoede opgroeien, kunnen sporten, bijvoorbeeld door hen een kinderclubcard
te verstrekken waarmee zij contributie en sportkleding kunnen betalen;
overwegende, dat de Stichting Jeugdsportfonds in samenwerking met enkele
gemeenten, provincies en het bedrijfsleven ervoor zorgt dat kinderen kunnen
sporten door te betalen voor de contributie en sportkleding voor kinderen
uit arme gezinnen;
overwegende, dat een schaalsprong van het Jeugdsportfonds van lokaal naar
nationaal niveau gewenst is;
verzoekt de regering binnen de rijksbegroting voor 2005, bij voorkeur
binnen de begrotingen van Financiën, Volksgezondheid, Welzijn en Sport
of Sociale Zaken en Werkgelegenheid, € 1 mln. vrij te maken voor
de kinderclubcard, dit bedrag als eenmalige subsidie uit te keren aan het
Jeugdsportfonds en hierover voor 1 september 2005 aan de Kamer te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Gent