30 105 VII
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2005 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 4
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

20 juni 2005

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen. De door de regering gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Noorman-den Uyl

De griffier van de commissie,

Hendrickx

1

Kan op alle mutaties een meer heldere toelichting worden gegeven, zonder afkortingen of jargon en zonder onduidelijke verwijzing naar andere documenten?

De belangrijkste beleidsmatige mutaties staan weergegeven in het overzicht op pagina 3 van de memorie van toelichting en worden toegelicht op de daarop volgende pagina's. Zoals te doen gebruikelijk, is gestreefd naar een compacte en informatieve toelichting. Voortaan zal nog meer aandacht worden besteed aan het vermijden van jargon en dergelijke.

In § 2.2 «de beleidsartikelen» worden in de tabellen «budgettaire gevolgen van beleid» steeds per artikel alle wijzigingen weergegeven. Dit betreft zowel beleidsmatige als technische wijzigingen. De technische wijzigingen betreffen o.a. niet-beleidsmatige verschuivingen binnen de begroting (reallocatie), bijdragen van en naar andere departementen (overboeking) of gelijktijdige verhogingen of verlagingen van samenhangende uitgaven en ontvangsten (desaldering). Technische en beleidsmatige mutaties met een beperkte omvang zijn niet toegelicht.

Betekenis afkortingen

ACTAL:Adviescollege toetsing administratieve lasten
APPA:Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers
AZ:Algemene Zaken
BBE SIE:Bijzondere Bijstands Eenheid Speciale Interventie Eenheid
BDU SIV:Brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid
BLMD:Bureau landelijk management development
CAO:Collectieve arbeidsovereenkomst
DCIM:Directie coördinatie integratie minderheden
DGMOS:Directoraat-generaal Management Openbare Sector
DGV:Directoraat-generaal Veiligheid
EBB:Eenheid bewaken en beveiligen
EJM:Eindejaarsmarge
eNIK:de elektronische handtekening op de nationale identiteitskaart
EU:Europese Unie
GBA:Gemeentelijke basisadministratie
GBO:Gemeenschappelijke beheerorganisatie
GD:Gemeenschappelijke dienst
GO KLPD:Georganiseerd overleg Korps Landelijke Politiediensten
IC:Intertemporele compensatie
IOOV:Inspectie Openbare Orde en Veiligheid
IPP:Instituut voor politiek en praktijk
KIM:Kennis- en Informatiemanagement
LARA:landelijke aanbesteding randapparatuur
LFR:Landelijke faciliteit rampenbestrijding
NAP:Nationaal actieplan Elektronische Snelwegen
NCTB:Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding
NVBR:Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Rampenbestrijding
OESO:Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
OZB:Onroerende zaakbelasting
PAO:Programma Andere Overheid
PIA:Professioneel inkopen en aanbesteden

2

Hoeveel defensiemedewerkers zijn al overgegaan naar de politie, hoeveel zullen er nog volgen en welk bedrag is hiermee gemoeid?

In 2004 zijn er 318 medewerkers van Defensie overgegaan naar de politiekorpsen. De doelstelling was 250 medewerkers. Voor het jaar 2005 en verder zijn geen aantallen afgesproken. Wel zal worden gekomen tot een convenant waarin gezamenlijke werving, selectie en opleiding alsmede overname van overtollig personeel geregeld wordt. Inhoudelijk bestaat met alle partijen overeenstemming over de inhoud van dit convenant. Voor de overgang van overtollig Defensiepersoneel is het Sociaal Beleidskader Defensie (SBK) van toepassing. Hiernaast wordt door Defensie een tegemoetkoming verstrekt aan de korpsen voor de eerste maanden na aanvang van de werkzaamheden bij een korps en een bedrag van € 5000 voor defensiepersoneel dat onder het SBK valt. Bovendien neemt defensie de kosten van de voorselectie voor eigen rekening. Budgettair is er geen relatie met de begroting van BZK. Omdat er geen aantallen zijn afgesproken is de omvang van de kosten niet bekend.

3

Welke mogelijkheden zijn in beschouwing genomen om de exploitatie van C2000 door het brandweerveld te financieren, anders dan uitname uit het gemeentefonds? Welke overwegingen hebben tot de gekozen oplossing geleid? Hoe wordt besloten over de financiering in de komende jaren?

Vanaf april 2002 heeft BZK meerdere malen overleg gevoerd met de Vereniging van de Nederlandse Gemeenten (VNG) over de financiële bijdrage van de Nederlandse brandweer in de exploitatiekosten van het C2000-netwerk. Hierin zijn diverse financieringsvarianten besproken zoals verrekening met de doeluitkering rampen en zware ongevallen, een daadwerkelijke doorberekening aan de regio's en verrekening met de inwonerbijdrage regionale brandweer. De eerste variant betreft een doeluitkering bestemd voor de uitvoering van de taken zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid van de Brandweerwet 1985. Verrekening van de exploitatiebijdrage C2000 zou de doelstelling van deze uitkering in ernstige mate aantasten. De tweede variant heeft als nadeel dat betrouwbare gebruiksgegevens per discipline respectievelijk veiligheidsregio niet beschikbaar zijn. Dit betekent dat er geen betrouwbare methodiek beschikbaar is om het financieringsaandeel van de Nederlandse brandweer per regio in rekening te brengen. De laatste variant, uitname uit het Gemeentefonds, verdient de voorkeur van BZK omdat het netwerk dagelijks wordt gebruikt door de gemeentelijke brandweer. Het gebruik in het kader van rampen en zware ongevallen zal in aanzienlijk mindere mate voorkomen.

De VNG stelde zich op het standpunt dat de bijdrage aan de exploitatiekosten C2000 voor de brandweer (€ 7,3 mln. per jaar) gevonden moest worden door een inhouding op de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR). In oktober 2004 werd duidelijk dat de VNG bleef vasthouden aan dit standpunt. Een aantal bestuurders gaf aan dat een dergelijke ingreep tot ernstige gevolgen zou kunnen leiden omdat veel gemeenten de betreffende doeluitkering gebruiken voor de bekostiging van brandweerpersoneel en een korting zou leiden tot onmiddellijke personele ingrepen. Hierop heeft de minister van BZK meegedeeld het Gemeentefonds te korten voor de brandweerbijdrage aan de C2000 exploitatiekosten voor € 7,3 mln per jaar, in de jaren 2005 en 2006. Binnen de Projectdirectie C2000 werkt thans de werkgroep «Herijking centrale exploitatiekosten C2000» voorstellen uit voor de periode daarna. Hierover zal eind 2005 besluitvorming plaatsvinden.

4

Kan een overzicht worden gegeven van alle bij deze voorjaarsnota ter beschikking gestelde extra middelen voor het Project Andere Overheid; van de negatieve mutaties zowel voor projecten die BZK zelf uitvoert, als voor projecten die vanuit andere ministeries worden uitgevoerd?

In de eerste suppletore begroting 2005 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (30105 VII, nr 1 en 2) is aangegeven dat voor het Programma Andere Overheid voor twee thema's extra middelen zijn uitgetrokken in 2005. Dit betreft allereerst de elektronische dienstverlening door de overheid; voor de onderwerpen: gemeenschappelijke beheerorganisatie (GBO, € 2,667 mln.), het e-dossier (€ 1 mln.) en de elektronische handtekening op de nationale identiteitskaart (eNIK, € 3 mln.). Daarnaast wordt in het kader van het programma een OESO-conferentie georganiseerd later in 2005 (€ 0,750 mln.). In de suppletore begrotingen van de overige departementen zijn voor het programma geen in- of extensiveringen opgenomen.

5

Waarom vindt de voorgenomen publiekscampagne over het alerteringssysteem niet langer doorgang? Wordt deze campagne op een later tijdstip nog wel uitgevoerd?

Het zogenaamde alerteringssysteem is uitdrukkelijk niet bedoeld voor het grote publiek. Om twee redenen is ervoor gekozen om dit niet te gebruiken als voorlichtingsmiddel voor de bevolking. In de eerste plaats is uit onderzoek door de Rijksvoorlichtingsdienst gebleken dat de bevolking geen behoefte heeft aan een dergelijke vorm van algemene publieksvoorlichting. In de tweede plaats hebben wij kennis genomen van de ervaringen met het Britse en Amerikaanse alerteringssysteem. Hun conclusie is dat een alerteringssysteem als communicatie-instrument niet heeft voldaan aan hun verwachting. Het riep eerder vragen op dan dat het problemen oploste, ook omdat het geen enkel handelingsperspectief biedt. Wij zijn met de Amerikanen en de Britten tot het inzicht gekomen dat je in geval van ernstige terroristische dreiging het publiek beter gewoon kunt vertellen wat er aan de hand is dan een bepaalde fase landelijk af te kondigen. Het alerteringssysteem is dan ook bedoeld voor communicatie tussen professionals en niet in de eerste plaats voor het brede publiek. Het brede publiek wil weten wat er aan de hand is en of de overheid de situatie onder controle heeft. En dat is dan ook precies waar de publieksinformatie op gericht zal zijn. In zulke situaties zullen door middel van een persconferentie snel de relevante feiten en omstandigheden worden gemeld. Dat het afroepen van een kleurcode vooral dient om professionals de juiste beveiligingsmaatregelen te laten nemen, wringt niet met het principe dat burgers geïnformeerd moeten worden over wat er aan de hand is en, in voorkomende gevallen, wat zij moeten doen.

De burgers zullen dus niet met kleurcodes geïnformeerd worden, maar in gewone-mensentaal.

6

Waarom zijn in de tabellen vanaf p.7 bij de «stand ontwerpbegroting 2005», ten aanzien van de verplichtingen, alleen de totaalcijfers per operationele doelstelling gegeven? Waarom worden wel de mutaties bij 1e suppletore begroting meer in detail weergegeven?

De tabellen «budgettaire gevolgen van beleid» vanaf pagina 7 geven per artikel de wijzigingen weer ten opzichte van de vastgestelde begroting 2005. Conform de daarvoor geldende voorschriften van de minister van Financiën worden de wijzigingen bij verplichtingen gesaldeerd weergegeven voor het totaal van een artikel. De wijzigingen op de uitgaven worden ook per operationele doelstelling weergegeven. Daarbij zijn per operationele doelstelling de individuele mutaties zichtbaar gemaakt.

7

Waarom nemen bij de 1e suppletore begroting de verplichtingen voor Bibob af? Hoe hoog waren de verplichtingen voor Bibob in de oorspronkelijke begroting 2005?

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) levert jaarlijks (vanaf 2000) een bijdrage aan het bureau Bibob dat is ondergebracht bij het ministerie van Justitie. In de oorspronkelijke begroting 2005 was hiervoor een bedrag van € 646 000 begroot. De afspraak tussen beide departementen is om de bijdrage van BZK bij eerste suppletore begroting over te hevelen naar de begroting van Justitie. Door deze overheveling nemen de verplichtingen voor Bibob niet af, maar worden de verplichtingen samengevoegd met die van Justitie (bureau Bibob).

8

Hoe, en op welke termijn, wordt uitwerking gegeven aan het amendement Spies/Fierens (29 800 VII, nr. 14)?

Om invulling aan het amendement Spies/Fierens te geven, is overleg gevoerd met de Gemeente Heerlen. Er is afgesproken om de extra middelen die Heerlen voor de uitvoering van operatie Hartslag toegewezen heeft gekregen, toe te voegen aan de Brede Doeluitkering SIV voor de gemeente Heerlen. Hiertoe zal het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen een wijziging van het meerjaren ontwikkelingsprogramma indienen met daarin vastgelegd de in de GSB III periode te bereiken resultaten met de daarbij behorende stadsspecifieke indicatoren die bijdragen aan de doelstelling die beoogd wordt met de uitvoering van Operatie Hartslag. Zo wordt beleidsmatig en financieel aangesloten bij de systematiek van het Grote Stedenbeleid Beleid 2005–2009 en worden de administratieve lasten van de gemeente door de invulling van amendement tot een minimum beperkt. Naar verwachting zal dit traject in het najaar zijn afgerond.

9

Waarom staat er in tabel 1 «Grondwet en democratie» twee keer een verwijzing naar het referendum Europese grondwet? Kan de mutatie van – € 450.000 worden verklaard?

De totale kosten voor het EU-referendum bedragen € 27,1 mln. Via twee mutaties wordt dit budget grotendeels overgeheveld naar de gemeenten en de verantwoordelijke departementen. De mutatie van – € 21,9 mln. heeft betrekking op een overboeking naar het gemeentefonds ten behoeve van de dekking van de uitvoeringskosten. Deze kosten zijn begroot op € 22,3 mln., maar hiervan is € 0,4 mln. gereserveerd voor het opstellen van de wettelijke samenvatting. De mutatie van – € 0,45 mln betreft een overboeking naar Buitenlandse Zaken (BZ). Dit budget is bestemd voor het communicatie- en onderzoekstraject van Algemene Zaken en BZ waarvoor BZ als coördinerend departement verantwoordelijk is. De resterende € 4,75 mln. dient voor de project- en organisatiekosten, de subsidies voor de referendumcommissie en de opkomstbevorderende campagne.

10

Waarom worden de verplichtingen van BZK aan de operatie JONG bij 1e suppletore begroting met € 231 000 verlaagd?

De mutatie van € 231 000 betreft de overboeking van BZK aan Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het betreft dus niet een verlaging van de verplichtingen van BZK aan de operatie JONG, maar een overheveling van verplichtingen en uitgaven aan VWS die de operatie uitvoert met middelen ter beschikking gesteld door onder andere departementen, waaronder BZK.

11

Kan een overzicht worden gegeven van het kasritme dat gepaard gaat met de verplichting van € 1,25 mld. voor het Grotestedenbeleid?

Het totaalbedrag van de verplichtingenschuif betreft 1,235 mld.. Het bijbehorende kasritme van de verplichtingenschuif bij 1e suppletore begroting luidt als volgt:

JaarBedrag (in € 1 000)
2006  312
2007  314
2008  307
2009  302
Totaal1 235

12

Waarom gaat € 45 mln. van de eindejaarsmarge van € 95,7 mln. – bijna de helft – naar arbeidsvoorwaarden?

De tabel op pagina 7 geeft een overzicht van de aanwending van de reguliere eindejaarsmarge BZK (1% van het begrotingstotaal, € 36,615 mln.). Daarnaast zijn in de tabel ook de middelen weergegeven, die als gevolg van het uitblijven van de CAO's in 2004 voor de sector Rijk (€ 45 mln.) en voor de politie (€ 14,1 mln.) onbesteed zijn gebleven in 2004 en aan de begroting 2005 worden toegevoegd.

13

Is het waar dat de verplichting voor IC P-Direkt van € 1,3 mln. naar 2006 wordt doorgeschoven? Zo ja, waarom?

Door het uitstel van de productiefase van P-Direkt verschuiven voornamelijk de geplande kosten voor de plaatsing (selectie), inwerken en opleiden van medewerkers van 2005 naar 2006. Via een budgetoverheveling van 2005 naar 2006 (een intertemporele compensatie (IC)) wordt dit geëffectueerd.

14

Waarom wordt de bijdrage van BZK aan het heroïne-experiment met € 1 mln. verlaagd?

VWS is het verantwoordelijke departement voor de uitvoering van het heroïne-experiment. De BZK-bijdrage aan het heroïne-experiment is niet verlaagd met 1 miljoen euro. De mutatie op pagina 15 betreft de overboeking van € 1 mln. van BZK naar VWS voor 3 jaar.


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Kalsbeek (PvdA), van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), voorzitter, Vos (GL), Cornielje (VVD), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Van Beek (VVD), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GL), Wolfsen (PvdA), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (LPF), Boelhouwer (PvdA), Szabó (VVD), Van Hijum (CDA) en Vacature (SP).

Plv. leden: De Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA), Halsema (GL), Schippers (VVD), Dubbelboer (PvdA), Kant (SP), Rijpstra (VVD), Slob (CU), Hirsi Ali (VVD), Vacature (VVD), Rambocus (CDA), Van Gent (GL), Vacature (PvdA), Çörüz (CDA), As (LPF), Van Haersma Buma (CDA), Koser Kaya (D66), Bruls (CDA), Van Bochove (CDA), Algra (CDA), Hamer (PvdA), Varela (LPF), Leerdam, MFA (PvdA), Balemans (VVD), Eski (CDA) en Vergeer (SP).

Naar boven