30 100 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2005

nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juni 2005

In het debat over de verantwoording op 19 mei jl. is toegezegd dat enkele specifieke vragen schriftelijk zullen worden beantwoord. Hierna volgen de antwoorden op vragen die door leden van uw Kamer gesteld zijn op het terrein van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Mevrouw Verburg (CDA) vroeg een reactie van het kabinet op de achterblijvende nieuwbouw in 2004.

Het verhogen van de woningproductie staat hoog op mijn agenda. Want hoewel er in 2004 voor het eerst weer een stijging van het aantal nieuwbouwwoningen was, ligt de productie nog niet op het gewenste niveau. In mijn brief van 26 april jl. over de Modernisering van het huurbeleid ben ik uitgebreid ingegaan op de relatie tussen het huurbeleid en de terugdringing van het woningtekort, met name door de inzet van de woningcorporaties. Ik heb u door middel van een brief d.d. 02 juni jl. geinformeerd over de woningbouwafspraken, die inmiddels met vrijwel alle regio's gemaakt zijn (nr. DGWSR 200503369). De uitvoering van deze afspraken moet ertoe leiden dat het woningtekort wordt teruggebracht van 2,7% in 2005 naar 1,5% in 2010.

Tevens vroeg mevrouw Verburg om een reactie van het kabinet op de kritiek van de Algemene Rekenkamer op het financieel beheer voor de huursubsidie, alsmede op de constatering van de Rekenkamer dat er nog onduidelijkheid bestaat over de verdeling van verantwoordelijkheden tussen de minister van VROM en de staatssecretaris van Financiën per 1 januari 2006, als de uitvoering van de huursubsidie overgaat naar de Belastingdienst.

De door de Rekenkamer geconstateerde onvolkomenheden hebben van mijn zijde geleid tot het opstellen van een verbeterplan, dat aan de Rekenkamer is voorgelegd. Naar aanleiding van dit verbeterplan heeft de Algemene Rekenkamer haar bezwaar inmiddels ingetrokken.

Het belangrijkste knelpunt bij de uitvoering van de huursubsidie betrof de gegevensuitwisseling met de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). In 2004 bleek dat in een behoorlijk aantal gevallen de opgave van de aanvrager over zijn bewonerssituatie niet overeenkwam met de registratie in de GBA. Deze gevallen moeten handmatig worden beoordeeld. Dit laatste vergt de nodige tijd en brengt daardoor vertraging van de uitbetaling aan de aanvragers met zich mee. Als oplossing is toen besloten deze groep aanvragers alvast subsidie te geven op basis van hun eigen opgave, en deze later te controleren aan de hand van de GBA. Dit is alleen gedaan om te voorkomen dat mensen te lang op hun subsidie moesten wachten. De controles worden binnenkort uitgevoerd. Deze zijn ook van belang om de dossiers die per 1 januari 2006 overgaan naar de Belastingdienst zo «schoon» mogelijk te laten zijn.

Over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen VROM en Financiën is inmiddels ook overeenstemming tussen de staatssecretaris van Financiën en mij. Dit is in het verbeterplan aan de Algemene Rekenkamer gemeld. De beleidsverantwoordelijkheid voor het huursubsidiebeleid blijft bij de minister van VROM. De verplichtingen, uitgaven en inkomsten van de huursubsidie blijven op de begroting van VROM staan, en worden verantwoord in het VROM-jaarverslag. De staatssecretaris van Financiën is verantwoordelijk voor de uitvoering en daarmee ook voor de rechtshandhaving. Aangezien het M&O-beleid (misbruik en oneigenlijk gebruik) een onlosmakelijk onderdeel is van de rechtshandhaving, betekent dit dat de staatssecretaris van Financiën ook primair verantwoordelijk is voor de vormgeving en uitvoering van het M&O-beleid. De uitvoering van de huursubsidie wordt vanaf 2006 verantwoord in het Beheersverslag van de Belastingdienst.

Groen Links heeft opmerkingen gemaakt over het milieubeleid en de «Milieubalans 2005». Zoals u reeds is gemeld, zal de kabinetsreactie Milieubalans 2005 u medio juni worden aangeboden.

Een verdere toelichting geven wij graag tijdens het debat met uw Kamer over het Jaarverslag van VROM over 2004.

Mede namens de Staatssecretaris van VROM,

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

S. M. Dekker

Naar boven