30 100 X
Jaarverslag en slotwet ministerie van Defensie 2004

nr. 6
MOTIE VAN DE LEDEN EIJSINK EN AASTED MADSEN

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 8 juni 2005

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de minister bij de behandeling van het Jaarverslag Defensie 2003 (verslag wetgevingsoverleg 9 juni 2004) heeft gezegd dat de regering voor wat betreft tekortkomingen ten aanzien van wapen- en munitiebeheer eigenlijk geen krediet meer verdient van de Kamer en dat er op dat punt geen tolerantie mag zijn;

overwegende, dat uit antwoorden (d.d. 2 juni 2005) op vragen van de Kamer inzake het Jaarverslag 2004 en bijbehorende rapport van de Algemene Rekenkamer blijkt dat naast de verbetering bij de Koninklijke marine en de Koninklijke luchtmacht, bij de Koninklijke landmacht – waar het munitiebeheer in 2003 op orde was – in 2004 juist sprake is geweest van enige teruggang;

overwegende, dat op 23 maart jl. in een brief aan de Kamer is aangegeven dat:

– voor het munitiebeheer (...) in 2005 met name discrepanties tussen parallelle administraties en de vernieuwing van de interne regelgeving worden onderzocht en aangepakt;

– er in principe geen voorraadverschillen mogen bestaan;

verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat met ingang van 1 januari 2006 het beheer van wapens en munitie daadwerkelijk op orde is;

en gaat over tot de orde van de dag,

Eijsink

Aasted Madsen

Naar boven