30 100 VI
Jaarverslag en slotwet ministerie van Justitie 2004

nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juni 2005

Hiermee zend ik u de lijsten van vragen en antwoorden naar aanleiding van:

• Het departementaal Jaarverslag 2004 van het ministerie van Justitie (30 100 VI, nr. 1); zie 30 100 VI, nr. 6.

• Het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2004 van het ministerie van Justitie (30 100 VI, nr. 2); zie 30 100 VI, nr. 7.

• De slotwet 2004 van het ministerie van Justitie (30 100 VI, nr. 3). Zie 30 100 VI, nr. 8.

Tevens treft een reactie aan op de dit ministerie regarderende vragen naar aanleiding van het plenaire verantwoordingsdebat van 19 mei 2005.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M. C. F. Verdonk

REACTIE OP VRAGEN NAAR AANLEIDING VAN HET PLENAIRE DEBAT OP 19 MEI 2005

LPF-fractie

Verzoek om een reactie op het voorstel om de capaciteit van de zittende magistratuur beter te benutten door de maximumstraf van de politierechter te verhogen naar drie jaar zodat minder zittingen in meervoudige kamers nodig zijn.

De bevoegdheid van de politierechter om gevangenisstraffen tot een jaar op te leggen, wordt sinds midden vorig jaar in de praktijk over de volle breedte gehanteerd. Dat gebeurde nadat zowel in de Tweede als in de Eerste Kamer gesproken was over de wenselijke reikwijdte van de bevoegdheid van enkelvoudige kamers in strafzaken. Daarbij was ook een onderzoek van het WODC naar de competentie van enkelvoudige kamers aan de orde. Daarbij is gebleken dat er geen aanleiding en geen draagvlak was voor een verdere uitbreiding van de competentie van enkelvoudige kamers. Ook nu nog meen ik dat daarvoor geen aanleiding bestaat, mede gelet op de zwaarte van de straffen waar we het dan over hebben.

Is het OM adequaat ingericht voor de taak fraudebestrijding? Is reorganisatie van het OM nodig om eigentijdse problemen beter het hoofd te kunnen bieden?

De Minister van Justitie heeft in Tweede termijn in de Kamer tijdens het debat hierover opgemerkt: Het OM is voldoende goed ingericht op fraudebestrijding. De kwaliteit van het OM op dit terrein is met name verbeterd door de komst van het Functioneel Parket. Overigens wordt de organiasatie van het OM op dit moment in zijn geheel doorgelicht in het kader van «Het OM verandert».

VVD-fractie

Hoe verhoudt zich het afnemend aantal aangiftes bij politie tot het toenemend onveiligheidsgevoel blijkens het SCP-rapport? Wordt minder aangifte gedaan of is er minder criminaliteit?

Het SCP-rapport rept niet expliciet over een toenemend onveiligheidsgevoel. Wel blijkt uit deze studie dat sprake is van een gedaalde waardering van de burger voor de samenleving als geheel. Voor de toekomst, zowel over vijf als over vijftien jaar, wordt er geen grote verbetering in het beeld verwacht. Nederlanders maken zich voor de toekomst het meest zorgen over criminaliteit en veiligheid.

Nemen we evenwel de huidige situatie in ogenschouw dan kan worden gesteld dat sinds de start van het Veiligheidsprogramma in 2002 de veiligheidssituatie zowel in objectieve zin als in subjectieve zin duidelijk verbetert. De vijfde voortgangsrapportage over het Veiligheidsprogramma1 geeft de meest recente cijfers over het gevoel van onveiligheid. Dit is ten opzichte van de nulmeting over 2002 met bijna 7 procentpunt gedaald.2 Kennelijk voelt de burger zich in het hier-en-nu en binnen de dagelijkse omgeving wel degelijk veiliger. Ook in objectieve zin (gemeten m.b.v. door burgers ervaren slachtofferschap inzake vermogens- en geweldscriminaliteit) is een verbetering in de veiligheidssituatie zichtbaar: ten opzichte van de startdatum in 2002 is de vermogenscriminaliteit gedaald met 9,3 %. De geweldscriminaliteit is inmiddels gedaald met 10,8%. Deze verbetering in het criminaliteitsbeeld lijkt gepaard te gaan met een afnemend aantal aangiftes bij de politie. Er kan een verband bestaan, maar dat behoeft niet. Allereerst is er sprake van een groot gat (dark number) tussen de door burgers feitelijk ervaren criminaliteit enerzijds en dat deel van de criminaliteit dat aangegeven en geregistreerd wordt bij/door de politie. Fluctuaties in aangiftegedrag kunnen naast de incidentie van delicten en verhoogde opsporinginspanningen van politiezijde echter ook veroorzaakt worden door een verminderde of juist toegenomen bereidheid van burgers om delicten aan te geven. Om de algemene aangiftenbereidheid te vergroten start 13 juni a.s. de publiekscampagne «Doe aangifte».

D66-fractie

In de departementale jaarverslagen ontbreekt een overzicht van (vitale) ICT-systemen en van de beveiliging daarvan. Dit is van belang mede in het licht van veiligheid en terrorismebestrijding. Wanneer wordt dit toegevoegd?

Over vitale ICT-systemen zal geen informatie via de Departementale Jaarverslagen verstrekt worden. Zoals kamerstuk TK 26 643 nr. 56 is opgenomen, vereist ICT-bescherming, zo heeft het onderwerp de aandacht van de overheid (o.a. via Project Bescherming Vitale Infrastructuur, beter bekend onder Vitaal). Binnen het project Vitaal van het ministerie van BZK zal in september 2005 een rapportage naar uw Kamer gaan. Een van de 12 sectoren binnen Vitaal is ICT, dit is belegd bij het ministerie van Economische Zaken zoals alle Rijksbrede overheidsgerelateerde ICT-onderwerpen daar belegd zijn. Vanuit het oogpunt van «goed rentmeesterschap» behoort ICT ook tot de verantwoordelijkheid van ieder individueel ministerie. De ministeries worden daarbij geassisteerd door GOVERT (Government Certification) van het ministerie van BZK die de overheid van advies op ICT-terrein voorziet.

Om in den brede te antwoorden, over vitale systemen wordt niet gerapporteerd. Via de commissie geheim kan te allen tijde nader over informatiebeveiliging van gedachten gewisseld worden. Maar ik verwijs ook naar de rapportage van komende september van Vitaal.

D66 vraagt het kabinet om volgend jaar in het jaarverslag in het bijzonder aandacht te besteden aan de reïntegratiemiddelen.

De verantwoordelijkheid voor de reintegratiemiddelen ligt bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Wij zullen in overleg met SZW treden over de werking van de Wet Werk en Bijstand t.a.v. de effecten van reintegratie bij etnische minderheden. Naar aanleiding hiervan zullen nadere acties worden bepaald.

SGP-fractie

Aandacht voor «majeure» ethische thema's, zoals toegezegd en voorbereid in 2004.

In het verantwoordingsdebat op 19 mei jl. heeft de SGP aandacht gevraagd voor de gezinsdrama's die zich voordoen, en met name dat er alles aan gedaan moet worden om deze zo snel mogelijk te signaleren. Op het terrein van het jeugdbeleid wordt er echter nog veel langs elkaar heen gewerkt.

Het kabinet deelt deze zorgen. Met de Wet op de jeugdzorg zijn de voorwaarden geschapen voor een netwerk van op elkaar aansluitende jeugdzorgvoorzieningen. De implementatie van de nieuwe maatregelen is in volle gang; met als belangrijke aandachtspunten de verkorting van doorlooptijden en de verbetering van de onderlinge samenwerking.


XNoot
1

TK 2004–2005, 28 684, nr. 51.

XNoot
2

De bron voor deze gegevens is de PolitieMonitor Bevolking (PMB), meting 2005. Het jaarverslag meldt op basis van de PMB, meting 2004 nog een daling van het onveiligheidsgevoel met 4 procentpunt.

Naar boven