Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 30100-IXA nr. 7 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 30100-IXA nr. 7 |
Vastgesteld 23 juni 2005
De vaste commissie voor Financiën1 heeft op 15 juni 2005 overleg gevoerd met minister Zalm van Financiën over het Jaarverslag 2004 Nationale Schuld.
Van het overleg brengt de commissie bijgaand stenografisch verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,
Tichelaar
De griffier van de vaste commissie voor Financiën,
Berck
Woensdag 15 juni 2005
19.00 uur
De voorzitter: Tichelaar
Aanwezig zijn 4 leden der Kamer, te weten:
Tichelaar, De Nerée tot Babberich, Blok en Heemskerk,
en de heer Zalm, minister van Financiën.
De voorzitter:
Ik open dit wetgevingsoverleg met de minister van Financiën over het jaarverslag 2004, met de mededeling dat de staatssecretaris wegens ziekte is verhinderd.
Aan de orde is de behandeling van:
het jaarverslag 2004 van de Nationale Schuld (IXA) (30100-IXA nr. 1);
het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2004 van de Nationale Schuld (IXA) (30100-IXA, nr. 2);
het jaarverslag 2004 van het Ministerie van Financiën (IXB) (30100-IXB, nr. 1);
het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2004 van het Ministerie van Financiën (IXB) (30100-IXB, nr. 2);
het jaarverslag 2004 van het BTW-Compensatiefonds (G) (30100-G, nr. 1);
het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2004 van het BTW-Compensatiefonds (G) (30100 G, nr. 2);
de wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2004 (slotwet) (30100-IXA);
de wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2004 (slotwet) (30100-IXB);
de wijziging van de begroting van het BTW-Compensatiefonds (G) voor het jaar 2004 (slotwet) (30100-G).
De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)
Voorzitter. Ik complimenteer de bewindslieden van Financiën voor het helder en zakelijk opgezette jaarverslag. Toch missen wij daarin wel enkele punten. Zo wordt er geen aandacht aan besteed wat de inzichten uit 2004 betekenen voor het lopende beleid. Dat is ook al bij het verantwoordingsdebat aan de orde gesteld. Verder ontbreekt een rubriekje met beleidsconsequenties, en ten slotte geeft het jaarverslag een beperkt inzicht in de mate van doelbereiking. Mijn fractie vraagt de bewindslieden daaraan volgend jaar meer aandacht te besteden.
De administratieve lasten zijn door het Nederlandse voorzitterschap ook op de Europese agenda gezet, waarvoor hulde. Wanneer zal de eerste vermindering van administratieve lasten in Europa worden doorgevoerd? Wordt nu ook op Europees niveau de administratieve lastenontwikkeling systematisch gemonitord en gemeten? Is de 25%-doelstelling mede afhankelijk van de resultaten die in Brussel worden geboekt?
De vereenvoudiging van de douaneprocedures zou € 24,5 mln. opleveren. Waarom zijn die vereenvoudigingen in de procedures in Nederland nog niet doorgevoerd?
Bij de analyse van de belastingontvangsten voelen wij ons een beetje met het kluitje in het riet gestuurd. Het jaarverslag Financiën verwijst naar het jaarverslag Rijk, dat weer verwijst naar internet. Mijn fractie vindt dat dergelijke analyses in de verslagen zelf thuishoren. Dat geldt ook voor de budgettaire kerngegevens, de analyse van de belastinguitgaven in 2004 en het monitoringoverzicht van ombuigingen en intensiveringen. Namens mijn fractie wijs ik hier op de motie van fractiegenoot Mastwijk van 5 april 2005, waarin wordt aangegeven dat internet aanvullend gebruikt kan worden maar niet in de plaats kan treden van de verplichting zoals is neergelegd in artikel 68 van de Grondwet.
De organisatie rond de teruggave van dividendbelasting aan buitenlandse belastingplichtigen is ontoereikend, zoals blijkt uit de analyse van de Rekenkamer. Dit is ook door de Auditdienst van het ministerie van Financiën zelf naar voren gebracht, die heeft geconstateerd dat voor een bedrag van € 376 mln. op een totaal van € 1,2 mld. risico's bestaan op dubbele teruggave. Dan is het risico nog beperkt, want het zou om een meervoudige teruggave kunnen gaan, aangezien die niet is na te gaan. Mijn fractie vindt dit risico onverantwoord hoog. Maakt de Belastingdienst de handmatige controles over 2003 nog verder af en hoe zit het met de controles over 2004? Op dit punt wordt gewerkt aan structurele oplossingen, zo heb ik in de stukken gelezen. Welke oplossingen zijn dit?
Over het BTW-compensatiefonds hebben wij al een aantal keren gesproken, ook in het verantwoordingsdebat. Ik vind het zorgelijk dat er in 71 van de 97 controles aanleiding was tot correcties. Dat is in 73% van de gevallen. Mijn fractie wil weten of het ook mogelijk is de gemeentelijke accountants te betrekken bij het controlebeleid op het fonds. Overigens is mijn fractie gebleken dat er op gemeentelijk niveau veel onduidelijkheid bestaat met welke declarabele posten voor het BTW-compensatiefonds de fiscus akkoord gaat.
Het ministerie van VROM draagt de uitvoering van de huursubsidie per 1 januari 2006 over aan de Belastingdienst en er bestaat nog onduidelijkheid over de precieze verantwoordelijkheidsverdeling tussen de ministeries van Financiën en VROM over de uitvoering van de huursubsidie.
Verder zijn er nog ernstige onvolkomenheden in het beleid inzake misbruik en oneigenlijk gebruik. De gegevensuitwisseling tussen het huursubsidiesysteem en de gemeentelijke basisadministratie vormt nog een knelpunt en de afhandeling van signalen over ontbrekende of foutieve bewoningsgegevens is ontoereikend. Hoe staat het met de nadere afspraken op bestuurlijk niveau tussen de beleidsdepartementen en de Belastingdienst? De problemen op dit punt moeten naar het oordeel van mijn fractie opgelost zijn voordat de uitvoering van de huursubsidie door de Belastingdienst per 1 januari 2006 een feit is.
De heerBlok(VVD)
Voorzitter. Het is goed dat er in politiek roerige tijden nog vaste bakens zijn, zoals de commissie voor Financiën die het jaarverslag behandelt. Toch is dit een helaas nog steeds politiek onderschat instrument, terwijl het toch een wezenlijk moment van verantwoording is. Ik hoor dan ook te beginnen met complimenten voor de warme geluiden van de Algemene Rekenkamer over het jaarverslag. Er is hard gewerkt bij Financiën.
De kritische vragen van de heer De Nerée over het BTW-compensatiefonds en de huursubsidie zal ik niet herhalen. Maar bij zo veel tevredenheid van de Rekenkamer vond ik het ook interessanter te kijken wat er niet in het jaarverslag staat maar wat wel is gebeurd in het afgelopen jaar. Want in onze methodiek van jaarverslagen maken zit een zeker risico. Wij formuleren doelstellingen – dat is ook heel verstandig – en kijken dan of wij die ook gehaald hebben. Maar in de wereld kan iets gebeuren wat niet zo veel met die doelstellingen te maken heeft. Dan kom je in de situatie van de oude Russische vijfjarenplannen die de glorieuze arbeiders schetsten over vijf jaar. Die arbeiders wilden gewoon bananen eten, maar die bananen stonden niet in het vijfjarenplan. Collega Heemskerk herkent dat nog waarschijnlijk.
Een praktische illustratie van een op zichzelf goede doelstelling en een weerbarstige realiteit vormen de administratieve lasten. Gistermiddag sprak de heer Hermans van MKB Nederland over dit thema de woorden, die wij ook horen bij ieder werkbezoek: "U rapporteert wel over minder administratieve lasten, u formuleert daar ook als politiek doelstellingen bij, u noemt daar bedragen bij, maar wij merken daar niets van." Dit horen wij te vaak. Die kritiek is ook gericht op de Kamer zelf. Zijn wij wel dapper genoeg bij het schrappen van regelgeving? Dit is wat de VVD-fractie betreft ook echt een punt van zorg. Wij beloven de samenleving zichtbare resultaten, het gaat ook om de maatschappelijke outcome zoals wij dat noemen en als die samenleving dat niet voelt, doen wij iets niet goed.
Bij mijn vragen over de fiscaliteit hoop ik dat de minister zich weet te redden zonder de aanwezigheid van onze staatssecretaris, die wij natuurlijk beterschap wensen. Verbetering van het fiscaal vestigingsklimaat vinden wij een zeer terecht speerpunt. Het afgelopen jaar zijn veel beleggingsfondsen vertrokken. Nu had ik dit al opgeschreven bij de voorbereiding van deze vergadering en voor het uitstekende overleg hierover van gisteren. Zonder dat overleg had ik op grond van het jaarverslag gedacht dat het goed is gegaan met het vestigingsklimaat en dat er niemand is weggegaan vanwege de belastingen, terwijl wij toch weten dat heel grote partijen Nederland inmiddels hebben verlaten. Dus hulde voor het beleid dat gisteren is geformuleerd en dat wij verder kritisch zullen volgen, maar uit het jaarverslag had ik niet eens begrepen dat deze fondsen al weg waren.
Een intrigerend punt, en een expliciete doelstelling van de Belastingdienst is de instrumentele inzet van de belastingheffing. Het primaire doel – dat zal de minister beamen – is altijd geld binnenkrijgen, maar bij een aantal instrumenten of vormen van belasting heffen is er ook het doel om te sturen in de samenleving. Daarover lees ik weinig in het jaarverslag, terwijl ik er in de schriftelijke vragenronde nog naar had gevraagd. Daarbij werd ik keurig verwezen naar bijlage 5, waarschijnlijk dezelfde als waarover de heer De Nerée sprak. Ik ben ook gaan zoeken op internet, waar inderdaad een bijlage 5 staat, maar daar staat niets in over de effecten van die instrumentele doelstellingen. Ook hier was het weer interessant dat uit de samenleving signalen komen, zoals het recente proefschrift van mevrouw Hemels over het effect van de verlaagde btw ter bevordering van boeken lezen. Daarbij is de gedachte dat wij allemaal Multatuli nog een keer gaan lezen, maar het effect geldt ook voor de Playboy en kruiswoordpuzzels. Die zijn ook heel opwindend, maar dat was niet de instrumentele doelstelling van dit verlaagde btw-tarief. Het is goed dat wij dat signaal uit de samenleving krijgen, maar dat had in het jaarverslag naar voren moeten komen. Het gaat hier overigens om honderden miljoenen euro's, die hier worden ingezet ter bevordering van het Multatuli lezen, wat ik iedereen overigens kan aanraden.
De heerHeemskerk(PvdA)
De heer Blok vindt dat het lagere btw-tarief op de Playboy misschien niet helemaal het leesgedrag bevordert, maar waar leidt dit pleidooi toe? Dit is toch een Brusselse aangelegenheid? Dan moeten wij toch de minister of de staatssecretaris naar Brussel sturen om te laten zeggen dat dit btw-tarief geen zin heeft?
De heerBlok(VVD)
Als goed liberaal vind ik dat de staat even opgewonden dient te raken van de Playboy als van kruiswoordpuzzels, want daar hebben wij geen mening over. Voorzover ik de btw-systematiek ken, is het niet een plicht maar een recht op de lagere tarieven. Ik ben benieuwd naar de reactie van de minister. Misschien moeten wij in Brussel nog eens kritisch aan de orde stellen of dit nu een verstandige manier is om dit instrument toe te passen. Ik ben niet ongevoelig voor instrumentele toepassing van belasting – ik ben er wel voorzichtig mee – maar in mijn ogen is dit echt een onbedoeld neveneffect.
De heerDe Nerée tot Babberich (CDA)
Ik vind dat Brussel zich met niet al te veel moet bemoeien, zeker niet als je het nationaal kunt oplossen. Dit pleidooi van de heer Blok steun ik niet, want het is wel degelijk mogelijk onder nationale wetgeving naar het hoge tarief te gaan terwijl zaken in het lage tarief zitten. Alleen moet je toestemming van Brussel krijgen om zaken van het hoge naar het lage tarief te brengen. Dus in godsnaam geen Brussel.
De heerBlok(VVD)
Nu hoeft de minister geen antwoord meer te geven.
De voorzitter:
Wat de heer Blok niet weet, is dat de rol van de heer De Nerée sinds gisteren is veranderd. Hij is namelijk nu coach van Kamerleden en bewindslieden.
De heerBlok(VVD)
De heldere doelstelling rond de PPS steunt mijn fractie ook zeer om het instrument PPS nader te verankeren. Gezien de resultaten van het afgelopen jaar vind ik men dat de goede weg is ingeslagen in de principeovereenkomst met VNO en de bouwsector om veel meer in de infrastructuursfeer te doen. Opvallende afwezige hierbij is de onderwijssector. Daar is nu één experiment geweest, maar ik heb eigenlijk helemaal niets gezien van follow-up. Dus naar aanleiding van het jaarverslag krijg ik graag een reactie of er ook follow-up in de onderwijssector te verwachten is.
De heerHeemskerk(PvdA)
Voorzitter. Ik vervang de heer Crone, die niet altijd even scheutig is met complimenten, maar mede namens hem merk ik op dat ook onze fractie zeer tevreden was met het jaarverslag. Wij opereren wel als een soort verkapte aandeelhoudersvergadering vandaag en zullen proberen het de minister zo lastig mogelijk proberen te maken, maar het ziet er goed uit.
Ik sluit mij wel aan bij de kritische constatering van de andere fracties en van de Algemene Rekenkamer dat de verantwoording op de doelen beter kan. Op de middelen is die verantwoording uitstekend, maar dat is ook meer de aard van het beestje. Is het kabinet van plan de doelstellingsformulering en -verantwoording verder te verbeteren? Over wat wij allemaal doen op het gebied van financieel toezicht zie ik op blz. 18 en blz. 38 weinig concrete doelstellingen. Zeker met de nog komende wetgeving zullen wij samen, Kamer en Kabinet, de doelstellingen beter moeten formuleren: waarom doen wij het allemaal?
De economische groei in 2004 is tegengevallen, terwijl de endogene groei van belastingontvangsten is meegevallen: € 3,4 mld. in plaats van de geraamde € 2,2 mld. Het is vreemd dat de endogene groei van de ontvangsten meevalt terwijl de economische groei tegenvalt. Graag krijg ik hierop een reactie, net als op het feit dat het structurele tekort hoger is uitgevallen dan het oorspronkelijke doel. Wat leert de regering daarvan voor de toekomst? Is het verstandig en mogelijk om te sturen op dat structurele tekort, of blijft dat een beleidsdoelstelling?
Er is veel gebeurd in 2004 op het gebied van corporate governance en er komt een commissie die dat gaat monitoren, maar ook hier ontbreken in dit jaarverslag concrete doelstellingen voor die commissie. Is het in de hand houden van topsalarissen een doelstelling voor de commissie, of het al dan niet naleven van de code? Zijn wij geslaagd of niet als alle beursgenoteerde ondernemingen uitleggen dat zij de code niet kunnen naleven? In mijn ogen niet.
Ik sluit mij aan bij de heer Blok dat de zinsnede dat er is gewerkt aan het beter budgettair inpassen van PPS niet de bedoeling is van een jaarverslag. Natuurlijk wordt er voortdurend heel hard gewerkt op het ministerie. De vraag is hoe veel PPS kunnen wij bereiken en hoe veel hebben wij bereikt. Onlangs heeft de minister ook toegezegd dat hij zal proberen het bedrag in een norm te vangen, en dat het niet 0% zal worden en ook niet 100%; ik had 10% voorgesteld. Dit verdient in ieder geval nader onderzoek.
Ook wij vonden in de bijlage op internet pas een overzicht van belastinguitgaven, met als ongelooflijke kanjer het bedrag van € 9,4 mld. aan hypotheekrenteaftrek. Dat is een uiterst gevaarlijke belastingaftrek, want die kan zomaar fluctueren. Omdat dit een dusdanig groot bedrag en vooral een dusdanig groot budgettair risico is, zouden wij graag zien dat dit niet in een bijlage op internet wordt gestopt, maar als fysieke bijlage in een overzicht van de belangrijkste belastinguitgaven. Dat hoeft dan niet als taartdiagram, want de hele taart is de hypotheekrenteaftrek, maar per post.
Ten slotte wil ik graag weten waarnaar het bedrag van € 5.421.000 voor de AFM op blz. 92 verwijst.
De vergadering wordt enkele minuten geschorst.
MinisterZalm
Voorzitter. Ik dank de geachte afgevaardigden voor de positieve opmerkingen. Gelet op de vragen en kritiekpunten die nog overblijven na de algemene waardering, kunnen wij het toch nog beter doen de volgende keer. Ik zal niet op alle punten de kritiek volgen, maar het punt van de heer De Nerée tot Babberich over de conclusies en consequenties wil ik nog even goed bekijken.
Ik vind wel dat wij conclusies moeten trekken naar aanleiding van het jaarverslag, dat voor beleidsformulering voor de toekomst eigenlijk niet geschikt is. Wij moeten zien hoe wij die zaken precies knippen, want anders lopen wij het risico dat wij allerlei beleidsvoornemens die eigenlijk in de begrotingsstukken horen per ongeluk al in het jaarverslag zouden zetten. Het moet echt gaan om terugkijken en wij moeten zien hoe wij dat precies zullen vormgeven, maar op zichzelf ben ik het hiermee eens.
Het doel proberen wij zo goed mogelijk te bereiken. Wij zijn niet snel tevreden, net zo min als uw Kamer en de Algemene Rekenkamer. In de begroting proberen wij bij alle beleidsartikelen doelen te formuleren, maar die zijn niet altijd kwantificeerbaar. Wij gaan elke keer weer verder. De Kamer krijgt voordat wij de begroting gaan opstellen ook een brief hoe wij voor de begroting volgend jaar denken om te gaan met doelstellingen, te onderscheiden naar outcome en output. Daarbij geven wij aan waar wij outcome laten zien – dat is natuurlijk het allermooiste – en waar output. Het laatste is iets minder mooi, maar toch ook nog inzichtelijk. Ik doel op de complier-explain brief in het kader van hoofdstuk IXB, die alle ministers moeten opstellen naar aanleiding van eerdere discussies.
Wat de administratieve lasten en de Europese agenda betreft, hebben wij in onze eigen vertaling naar 25% alleen die zaken opgenomen waarvan wij denken dat er een redelijke slaagkans is om ze er in Europa door te krijgen. Dus de omvang van 25% die aan de Kamer hebben gestuurd, is goeddeels nationaal, wat niet wegneemt dat wij in Europa natuurlijk wel verder gaan op dit vlak.
Als je nog iets positiefs uit het "nee" van het referendum wilt halen, is ook een punt de verstrekkende bemoeizucht, respectievelijk regelgeving op terreinen waarvan je je afvraagt of landen daartoe niet zelf in staat zijn. De inbreng op dit punt is al gestart onder het Nederlands voorzitterschap, met een vrij breed enthousiasme, aanvankelijk niet bij de commissie maar inmiddels wel, ook bij de andere lidstaten. Daarmee zitten wij dus redelijk op koers.
Monitoring en meting zullen onder het Engels voorzitterschap verder gebracht moeten worden. Wij hebben wel de afspraak dat er bij alle nieuwe voorstellen ook een paragraaf moet komen met een impactanalyse, waaronder de administratieve lasten. Het is dus nieuw dat wij bij nieuwe regelgeving over die informatie beschikken. De gedachte, die wij ook bij Ecofin al hebben geformuleerd, is dat wij op den duur toe willen naar iets à la het Nederlandse systeem van volledige kwantificering met reductiedoelstellingen. Daarover doet de commissie moeilijk, door te stellen dat zij bij het maken van een richtlijn nooit de kosten daarvan kan bepalen omdat ieder land dit dan op eigen houtje doet. Daar liggen dus nog wel wat beren en leeuwen op de weg, maar wij gaan hiermee wel door.
Douaneprocedures ten bedrage van € 24 mln. waren in 2004 nog niet gerealiseerd, maar per 1 januari 2005 is dit al wel het geval. Dit punt is dus alsnog binnen, maar in het jaarverslag mogen wij niet verder dan 31 december kijken.
Bij de belastingontvangsten gaat het ook om het karakter van het jaarverslag en om de vraag of alles wat interessant is, in dat jaarverslag moet worden opgenomen, terwijl wij proberen dat te beperken tot de kernpunten. Wij hebben ervoor gekozen om daaraan wel een aparte beschouwing en analyse te wijden, maar niet als onderdeel van het jaarverslag Rijk of hoofdstuk IXB. Daarom hebben wij gekozen voor de internetformule, die overigens voor het jaarverslag Rijk ook ter wille van de digibeten in schriftelijke vorm aan de Kamer is aangereikt. Voordat je het weet, dijt het jaarverslag weer steeds verder uit. Dus ik ben er nog niet van overtuigd dat al die onderdelen in het jaarverslag moeten worden opgenomen. Bij de Miljoenennota zaten vroeger heel dikke bijlagen en het jaarverslag was ook heel dik. Het is nu lekker lean and mean, terwijl wij nu toch via de internetformule proberen de toegankelijkheid van gegevens voor degenen die verder willen zoeken te verhogen. Wij sluiten daarmee ook aan bij een zekere internationale trend. In Duitsland hanteert men ook deze methodiek van een vrij slanke begroting en een beknopte verantwoording met een veelheid van achterliggende informatie via internet. Ik heb het gevoel dat wij de brug naar internet ook over zouden moeten gaan. Bovendien kun je dan overal in het land als je je stukken niet bij je hebt de gegevens bekijken die ter beschikking zijn gesteld.
De heerHeemskerk(PvdA)
Spreekt u nu over de belastingontvangsten of bent u al toegekomen aan de belastinguitgaven?
MinisterZalm
De belastinguitgaven komen zo aan bod. Mijn opmerking geldt ook voor het overzicht van ombuigingen en intensiveringen. Dat is beschikbaar, maar hebben wij niet als onderdeel van het kernjaarverslag geproduceerd.
Vervolgens kom ik bij de administratieve organisatie van de Directie Belastingen, afdeling Buitenland. Dat wordt een ingewikkeld punt. Wil de DG dat voor haar rekening nemen?
MevrouwThunnissen(DG Belastingdienst)
Wij zijn druk bezig met het bekijken van alle dubbele teruggaven, die allemaal zitten bij onze dienst in Heerlen, die de buitenlandse heffingen verzorgt met de dividendbelasting. Wij hebben afspraken gemaakt voor bezoeken aan een aantal buitenlanden om daar te bespreken dat zij ook iets moeten doen, omdat wij niet alles kunnen zien. Dit is een mer à boire. Wij zullen dit ooit helemaal oplossen, maar niet nu. Soms is de werkelijkheid inderdaad erger dan je wilt. Dit zit in ons echte aandachtsgebied, want het is natuurlijk tamelijk vervelend als je twee keer terugbetaalt. Het meeste realiseren wij op den duur wel. Wij hebben vooral de Ieren en de Engelsen nodig, want daar zit de grote bulk van de dubbele teruggaven. Wij hebben nu afspraken daartoe gemaakt. De dubbele uitbetaling ligt niet boven de honderd, maar iedere dubbele uitbetaling is er één te veel.
De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)
Ik lees toch in de stukken dat de Auditdienst van het ministerie van Financiën heeft geconstateerd dat voor een bedrag van € 376 mln. op een totaal van € 1,2 mld. risico's bestaan. Er wordt gesproken over dubbele teruggaven, maar het kunnen ook meervoudige teruggaven zijn, want wat je één keer dubbel doet, kan je misschien ook drie- of viervoudig doen. Is dit niet te automatiseren zodat er tenminste controle op is? Anders blijven wij aan de gang.
MevrouwThunnissen(DG Belastingdienst)
De Auditdienst geeft het risico aan, wat niet wil zeggen dat het echt gebeurt. Bij een potentieel risico is het risico in werkelijkheid vaak veel lager. Het is in theorie mogelijk meer dan twee keer terugvorderingen te plegen, maar zo sluw zijn de meeste belastingplichtigen toch niet. Ik denk dat het goed is dat u van mij hoort dat dit niet boven de honderd is gestegen, maar uiteindelijk slechts om enkele echt dubbele terugvorderingen gaat.
MinisterZalm
Als ik het goed begrijp, gaan wij ook nog een vervolgonderzoek houden naar de teruggave over 2004. Hopelijk kunnen wij op een gegeven moment ook via procesmatige oplossingen een verdere terugdringing bereiken.
Over het BTW-compensatiefonds hebben wij natuurlijk uitvoerig gesproken met de Rekenkamer, die hierover uiteindelijk toch wel mild was. Dat vond ik plezierig, omdat wij bewust hebben gekozen voor uitvoering door de Belastingdienst en voor de methodiek waarmee wij btw innen en teruggeven. Btw-aanslagen kun je na vijf jaar bij wijze van spreken nog herzien, terwijl de Rekenkamer aangeeft dat het uitgaven zijn en dus volgens de standaard van uitgaven moeten lopen. Met de Rekenkamer treden wij in gesprek om daarvoor een oplossing te vinden. Dit geldt ook voor het type steekproef en de risicoanalyse bij de controles.
Als je echt in single audit-termen denk, kun je op den duur ook de gemeentelijke accountant een belangrijker rol laten spelen. Wel moet de Belastingdienst eigen verantwoordelijkheid houden om niet afhankelijk te zijn van een derde accountant. Je moet wel altijd een zekere check daarop kunnen uitoefenen. Het is de bedoeling nu met de Rekenkamer een bevredigende oplossing te vinden, zonder dat wij gedwongen worden tot een soort integrale controle waarbij alles weer moet worden overgedaan.
Over de IHS moeten inderdaad nadere afspraken worden gemaakt. Er is overleg met VROM en er is overeenstemming over de aanpak vanaf 2006. Wij hebben dat plan van aanpak ook aan de Algemene Rekenkamer gestuurd om commentaar. Dat commentaar hebben wij nog niet ontvangen, maar op het punt van de huursubsidie annex oneigenlijk gebruik en fraudebestrijding hebben wij een plan van aanpak in concept gereed. Ik durf niet te beweren dat het allemaal ín één keer perfect zal gaan nu de Belastingdienst dit gaat uitvoeren. Aan de andere kant moet de huidige uitvoeringspraktijk van VROM wel geëvenaard en overtroffen kunnen worden, want daaraan mankeert toch wel het een en ander.
De heerHeemskerk(PvdA)
Dit staat in de doelstelling in de inleiding, om van hervorming naar uitvoering te gaan. Ik hoor dit graag, met name ook op het terrein van de zorgtoeslag.
MinisterZalm
Nu is de zorgtoeslag weer ietsje eenvoudiger dan de huursubsidie, allereerst omdat deze perfect aan gegevens getoetst kan worden waarover de Belastingdienst beschikt. Verder hoeft er niet gevraagd te worden naar de echte premie, omdat dit allemaal op basis van normatieve premie is. De zorgtoeslag sluit nog wel dichter aan bij de hele structuur van belastingheffing dan de IHS, waarvoor je ook nog andere informatie moet hebben, zoals het aantal bewoners van een huis en de precieze huur. Het vereist toch meer gegevens om de huursubsidie goed te kunnen vaststellen dan om de zorgtoeslag te bepalen. Vandaar dat de uitvoering van de huursubsidie toch wat kwetsbaarder is in dan die van de zorgtoeslag.
De heer Blok heeft gesproken over de administratieve lasten. Het is precies bekend wat wij gerealiseerd hebben in 2004, maar wij weten ook dat wij zijn gestart met € 16 mld. en dat er nu € 1 mld. af is. Dan kun je wel hopen dat mensen nu juichend naar Financiën komen, maar nee, zij komen vooral klagen dat er nog € 15 mld. over is. Het geldt overigens voor meer dat je iets doet wat echt iets voorstelt en daarover de mensen niet hoort. Ik herinner mij ook de grote belastingverlaging van 2001, die wij nog evalueren en die nogal wat heeft gekost. Ik heb er geen enkel bedankbriefje voor ontvangen, maar alleen maar klachten van mensen die ergens last van hadden.
Waarschijnlijk ligt dit een beetje in de Nederlandse aard, en bovendien betekent een deel van de administratieve lastenverlichting ook een andere werkwijze. Zo ligt een grote administratieve lastenverlichting in de sfeer van Walvis/SUB, waar sommige zaken anders moeten. Op den duur word je er wel beter van, doordat je van twee inners af bent en het loonbegrip is geüniformeerd, maar wanneer je dit doorvoert, betekent het weer een verandering en wordt daarover dan weer geklaagd, terwijl dit toch heel concrete, meetbare kostenbesparingen zijn voor het bedrijfsleven, die men daar toch niet ervaart als een opluchting.
Toch is er een plan om van € 16 mld. naar € 12 mld. te gaan; die € 4 mld. moet eraf en daar zijn ook plannen voor. Wij hopen zelfs nog iets verder te komen. Wij zullen ook – dat is de les – meer aandacht besteden aan de ergerniskant, en niet alleen aan de kwantitatieve kant, de kostenreductiekant. Daar zit ook nog wel verschil tussen; er zijn zaken waarover je heel weinig klachten hoort. Zo kostte de financiële bijsluiter in de oude vorm een paar honderd miljoen, in ieder geval veel, en krijg je behalve een klacht van een beleggingsclub verder eigenlijk weinig klachten. Bij sommige andere zaken, zoals het de advertentie in de Staatscourant – een ander berucht onderwerp – is de kostenreductie veel geringer maar de ergernis veel groter. Daarom wil ik samen met de staatssecretaris van Economische Zaken ook meer aandacht besteden aan de ergernissen-toptien en niet alleen aan de kwantitatieve toptien.
Over de beleggingsfondsen hebben wij een uitvoerig overleg gevoerd. Ik weet niet precies uit mijn hoofd wat daarover in het jaarverslag is vermeld.
De heerBlok(VVD)
De strekking van mijn betoog was dat heel mechanisch wordt bezien of de doelstellingen zijn gehaald, maar ook dat er veel is gedaan in het jaar zoals beleggingsfondsen die vertrokken zijn, wat niet wordt gemeld. Dit is maar een voorbeeld omdat het zeer actueel is. Mijn oproep aan de minister is om nog eens naar het jaarverslag te kijken en te bezien of er nog iets is gebeurd naast de doelstellingen die wij hebben gesteld, wat van wezenlijk belang is voor die doelstellingen. De fiscale concurrentiepositie is een doelstelling.
MinisterZalm
Voor 2005 stond ook niets in de begroting over allerlei plannen in de fiscaliteit rond beleggingsfondsen, maar hebben wij dit toch opgepakt omdat wij de ontwikkelingen die nu gaande zijn, willen keren. In die zin zijn wij in het echte beleid minder mechanisch. Maar wij proberen natuurlijk wel zo goed mogelijk het jaarverslag als een spiegel tegenover de begroting te zetten. Als er dan tussentijds nog iets wordt gedaan, is dat in het jaarverslag wel het vermelden waard. Dat zal dan in het jaarverslag 2005 ten aanzien van de beleggingsfondsen merkbaar worden.
Ik kom bij de beruchte bijlage 5. Als de heer Heemskerk daarin de hypotheekrente heeft weten te vinden op internet, is hij knap want die staat daar niet in. Het bedrag dat hij noemt, komt mij wel bekend voor, maar bij mijn weten is bijlage 5 beperkt tot de belastinguitgaven. Er is een prachtig theologisch debat van een jaar of zes geleden over de definitie van belastinguitgaven en staatssecretaris Vermeend en ik hebben ooit de euvele moed gehad te blijven beweren, zoals al onze ambtsvoorgangers, dat de hypotheekrenteaftrek een onderdeel is van de primaire heffingsstructuur, en niet is te vatten als een belastinguitgave. Aan de andere kant is er aan feitenmateriaal geen gebrek, gezien het feit dat de heer Heemskerk dat precies uit zijn hoofd weet.
De heerHeemskerk(PvdA)
Het bedrag komt uit uw antwoord op vraag 10.
MinisterZalm
Ja, dat wordt een vast ritueel. Dan gaat u mij daar elk jaar om vragen, geef ik daar elk jaar een antwoord op en komt het elk jaar niet in bijlage 5.
Ik heb het boek van mevrouw Hemels niet tot mij genomen, maar het punt van de boeken wil ik nog wel eens bekijken. Je kunt kiezen tussen een laag en een hoog tarief. Wij hebben gekozen voor het lage tarief. Ik vermoed dat het vrij lastig zal zijn om, zeker als liberaal, kwalificaties te maken. ESB vinden wij een echt tijdschrift, dat een verlaagd tarief kent, maar sommige andere bladen, respectievelijk sommige boeken, vinden wij niet. Dan kom je toch in een moeilijke situatie. Hier staat dat het niet aan de fiscus is om een oordeel te geven over de inhoud van een boek. Er is wel een ondergrens van 32 bladzijden. Dus als een publicatie omvangrijker is dan 32 bladzijden, noemen wij het een boek. De Playboy heeft inderdaad meer dan 32 bladzijden, heb ik wel eens gehoord. Mijn vermoeden is dat dit lastig zal zijn, want bij de categorie tijdschriften zit je ook weer met een definitieprobleem, want er zijn ook boeken met een slappe kaft. Een tijdlang waren er zelfs van die heel goedkope uitvoeringen in krantenvorm, maar dan van echte boeken. Waarschijnlijk is dat lastig in te delen, maar het is mogelijk te kiezen voor het standaardtarief. Dat is in Nederland tot nu toe echter altijd bezwaarlijk gevonden vanwege de schoolboeken en de literatuur. Dan sleep je de rest in je kielzog mee.
Voor de PPS willen wij ook tot een echt meetbare verantwoording komen. Wij hebben al criteria afgesproken in welke gevallen wij in ieder geval zo'n toets toepassen op de PPS-mogelijkheden. In de sfeer van wegen gaat het dan om € 125 mln. en in de sfeer van gebouwen nog iets minder. Er is ergens geschreven hoe dit is bepaald, en hierover bestaat ook overeenstemming met de sector. Ik heb zelf kunnen waarnemen dat het enthousiasme bij V&W en bij de Rijksgebouwendienst aanzienlijk is toegenomen. Er worden nu al vier projecten bij de Rijksgebouwendienst onder PPS-achtige formules gedaan. Verkeer & Waterstaat heeft PPS-achtige formules voor tolconstructies nodig, althans, dat is daarvoor een goede vorm. Wij zijn hiermee op de goede weg. Ik ben nog niet zo ver dat ik doelstellingen durf te formuleren, maar ik durf wel te zeggen dat wij hierbij elk jaar groei moeten bereiken. Dan kan ik in ieder geval een teken aangeven van het aantal onder PPS gedane investeringen. Daarbij wil ik dan ook in de verantwoording, en wellicht ook in de begroting, nagaan in hoeverre ik daaraan meer body kan geven in termen van doel als verantwoording.
Bij het onderwijs zijn wij nog bezig met het bestuderen van een follow-up. Wij zijn hierbij wel afhankelijk van de gemeenten, want dit valt allemaal binnen hun taken. Deze zaken moeten wij eigenlijk ook proberen te bundelen, want bij iets eenmaligs als het bouwen van een school zijn de kosten hoger door de transactiekosten van het PPS-project, terwijl je die bij een bundeling maar één keer maakt. Bij de grote steden heb je hiervoor de meeste kans.
De heer Heemskerk heeft gesproken over de groei van de belastingopbrengsten. De progressiefactor is boven de 1 uitgekomen, wat vrij bijzonder is in een conjunctureel zwak jaar. Het was wel een aantrekkend jaar, er was weer groei, terwijl het jaar ervoor een negatieve groei kende. Het is beter gelopen dan wij dachten en de progressiefactor is altijd heel moeilijk te prognosticeren. Soms zit die factor diep onder de 1, soms ruim erboven. Voor de progressiefactor was 2004 een goed jaar. Bij een vergelijking tussen de ontwerpbegroting en de uiteindelijke uitkomst – en dan ook al met de doorwerking van de realisaties 2003 en de ontwikkelingen in 2004 – is dit onvoorzien en is het gelukkig de goede kant op gevallen. Het is wel heroïsch om te proberen een progressiefactor hoger dan 1 te projecteren terwijl het economisch nog niet zo geweldig gaat, maar het is er gelukkig wel uitgekomen. Daar is natuurlijk iedereen blij mee, omdat wij met het tekort weer een stuk gunstiger zijn uitgekomen dan wij vreesden. Zelfs bij de Najaarsnota durfden wij nog niet lager te ramen dan 3%, terwijl het uiteindelijk 2,3% is geworden. Het structureel tekort is daarmee wel fors gereduceerd met bijna een vol punt, dus dat is een opsteker. Zoals het er nu uitziet, zien wij in 2005 weer een verdere reductie van het structureel tekort. Het feitelijke tekort kent minder beweging, omdat 2005 zoals het er nu uitziet natuurlijk ook een conjunctureel zwak jaar is. Het is wel een doel van de regering om te sturen op dit structureel tekort. Voor 2007 hebben wij bepaald dat het doel is een structureel tekort van niet minder dan 0,5%. Je bent ook met structurele tekorten toch afhankelijk van actuele ontwikkelingen, want de illusie dat een structureel tekort zich helemaal separaat ontwikkelt van de werkelijke economische ontwikkeling, zijn wij ook wel kwijtgeraakt. Het is toch een construct waarin je een correctie uitvoert op het feitelijk tekort. Gezien de ontwikkeling die wij hebben doorgemaakt en de prognose voor 2005 is het niet onhaalbaar, maar ik geef het doel van structureel 0,5% niet op.
Wat corporate governance betreft, is het doel van de commissie-Frijns de toepassing te onderzoeken, na te gaan of er interpretatieproblemen zijn en daarover eventueel met bevindingen te komen. Na enige tijd zullen wij ook weer een echte corporate-governancecommissie instellen, die dan nog eens de regels van de commissie-Tabaksblat zal toetsen. Wij hebben wel een tussensprintje gemaakt door mede naar aanleiding van de discussie over de topinkomens de Commissie-Frijns eerder te laten rapporteren hoe men omgaat met de beloningsvoorschriften van Tabaksblat. Ook hebben wij speciaal gevraagd om een nadere rapportage op het punt van de prestatiecriteria die gelden bij bonussen. Er is nu een probleem dat ik ook zelf als aandeelhouder meemaak, dat je maar moet geloven dat de raad van commissarissen zijn prestaties heeft geleverd, die niet helemaal navolgbaar zijn. Dat is een lastig onderwerp, want soms gaat het ook om bedrijfsvertrouwelijke interne criteria waarop men wordt afgerekend. Toch wil ik proberen om tot meer transparantie te komen voor de aandeelhouders over de prestatiecriteria bij variabele beloning. Het doel van die commissie is dus redelijk geformuleerd, zij het dat je dat ook weer niet kunt kwantificeren.
De post AFM op blz. 92 heeft te maken met het feit dat vanuit de rijksbegroting een bijdrage wordt geleverd aan de toezichthouder vanwege activiteiten die worden ontplooid die niet werden toegerekend aan de onder toezicht gestelden. Dat zal de herkomst van deze post zijn.
Sluiting 19.57 uur.
Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Bakker (D66), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Halsema (GroenLinks), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Smits (PvdA), De Pater-van der Meer (CDA), Van As (LPF), Tichelaar (PvdA), voorzitter, Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), De Nerée tot Babberich (CDA), Koomen (CDA), Fierens (PvdA), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Heemskerk (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD) en Van Egerschot (VVD).
Plv. leden: Rouvoet (ChristenUnie), Koenders (PvdA), Dittrich (D66), Balemans (VVD), Kortenhorst (CDA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Duyvendak (GroenLinks), Van Gent (GroenLinks), De Ruiter (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Atsma (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Omtzigt (CDA), Eerdmans (LPF), Noorman-den Uyl (PvdA), Van Bommel (SP), Mosterd (CDA), Jan de Vries (CDA), Hermans (LPF), Mastwijk (CDA), Rambocus (CDA), Stuurman (PvdA), Luchtenveld (VVD), Blom (PvdA), Douma (PvdA), Bibi de Vries (VVD) en Van Beek (VVD).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30100-IXA-7.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.