nr. 4
MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden
op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk
bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel
strekt ertoe om voor het jaar 2004 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat
van Nationale Schuld (IXA).
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel
B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Financiën,
G. Zalm
B. BEGROTINGSTOELICHTING
Over het algemeen wordt de slotwetmutatie voor elk begrotingsartikelonderdeel
toegelicht voorzover dit verschil groter is dan 5% van het beschikbare bedrag
na 2e suppletore begroting en daarnaast groter is dan € 2,5 mln.
Beleidsartikelen
Beleidsartikel 1 Financiering Staatsschuld
Toelichting
Uitgaven
Uitgaven voortijdige beeindiging (+ € 5 mln.)
In 2004 is voor € 5 mln. meer aan agio samenhangend met voortijdige
beëindiging gerealiseerd dan bij de 2e suppletore is geraamd. Agio betreft
het verschil tussen rente bij inkoop van een lening en de couponrente. Inkoop
van leningen vindt het gehele jaar plaats. Afhankelijk van marktomstandigheden
kunnen er grotere of minder grote hoeveelheden aan leningen worden ingekocht.
Mutatie vlottende schuld (+ € 5269 mln.)
Op 31 december worden de mutaties in de uitstaande vlottende schuld
en de uitzettingen ten opzichte van 31 december van het voorafgaande
jaar geboekt. Betreft de mutatie per saldo een ontvangst (meer vlottende schuld
en/of minder uitzettingen), dan wordt deze verantwoord onder de programma-ontvangsten.
In het geval van een netto uitgave (minder vlottende schuld en/of meer uitzettingen)
wordt deze mutatie verwerkt onder de programma-uitgaven. Op basis van de Comptabiliteitswet
2001 wordt deze mutatie pro memorie in de ontwerpbegroting opgenomen. De realisatiegegevens
worden bij slotwet opgenomen. In 2004 is sprake van een mutatie van € 5269
mln. aan de uitgavekant, hetgeen wordt verklaard door terugloop van de uitstaande
schuld op de geldmarkt. Omdat 2003 is afgesloten met een relatief hoge uitstaande
stand op de geldmarkt is ervoor gekozen om wat meer kapitaalmarktleningen
uit te geven om aldus de geldmarktstand enigszins te laten teruglopen. Door
meevallers in het feitelijk tekort aan het einde van het jaar t.o.v. de stand
2e suppletore, is de geldmarktstand uiteindelijk verder teruggelopen dan verwacht.
Ontvangsten
Rentebaten (+ € 28 mln)
De rentebaten zijn hoger uitgekomen dan reeds bij de 2e suppletore was
voorzien. Dit is deels het gevolg van meevallers in het feitelijk tekort aan
het einde van het jaar, waardoor de uitzettingen in de laatste maanden van
2004 hoger zijn geweest dan geraamd. Verder heeft meegespeeld dat de te betalen
rente voortvloeiend uit nieuwe payer swaps lager is uitgekomen dan geraamd,
waardoor de netto baten hoger zijn uitgekomen.
Beleidsartikel 2 Kasbeheer
Uitgaven
Verstrekte leningen (– € 235 mln.)
Aan baten-lastendiensten is € 352 mln. minder leningen verstrekt
dan het bij de 2e suppletore begroting nog verwachte beroep op de leenfaciliteit.
Daartegenover staat een € 117 mln. hoger dan verwachte leningverstrekking
aan RWT's per eind 2004
Ontvangsten
Rentebaten (– € 25 mln.)
Over aan baten-lastendiensten verstrekte leningen werd € 304
mln. aan rente ontvangen, € 25 mln. minder dan geraamd. Deze lagere
ontvangst hangt samen met het lagere beroep op de leenfaciliteit. Bij elk
van de overige rentebaten week de realisatie slechts weinig af van de raming.
Ontvangen aflossingen (+ € 158 mln.)
Vooral door baten-lastendiensten werd (voor € 144 mln) meer
afgelost dan verwacht.
Mutaties in rekening courant en deposito's (+ € 127
mln.)
Door grote fluctuaties binnen het jaar zijn de rekening-courantmutaties
moeilijk te ramen. Tegenover een € 740 mln. lager dan geraamde mutatie
bij RWT's en derden (als gevolg van onvoorziene opnames in de laatste maanden
van het jaar) stonden hoger dan geraamde mutaties bij baten-lastendiensten
(€ 192 mln.) en sociale fondsen (€ 675 mln.).