Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 30100-IV nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 30100-IV nr. 2 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 18 mei 2005
Hierbij bieden wij u aan het op 9 mei 2005 door ons vastgestelde «Rapport bij het Jaarverslag 2004 van Koninkrijksrelaties (IV)».
Algemene Rekenkamer
drs. Saskia J. Stuiveling,
president
Jhr. mr. W. M. de Brauw,
secretaris
Samenvatting | 5 | |
Audit Actielijst 2005 | 6 | |
1 | Inleiding | 7 |
1.1 | Rapport bij het jaarverslag | 7 |
1.2 | Koninkrijksrelaties | 8 |
1.3 | Opzet van het onderzoek | 9 |
1.4 | Leeswijzer | 10 |
2 | Jaarverslag | 12 |
2.1 | Financiële informatie en saldibalans | 12 |
2.2 | Informatie over de bedrijfsvoering | 13 |
2.3 | Informatie over beleid | 13 |
3 | Beheer Koninkrijksrelaties | 14 |
3.1 | Opgeloste onvolkomenheden | 14 |
3.2 | Conclusies | 14 |
4 | Reactie minister | 16 |
Bijlage 1 | Overzicht begrote en verantwoorde bedragen 2004 | 17 |
Bijlage 2 | Gebruikte afkortingen | 18 |
Bijlage 3 | Verklarende woordenlijst | 19 |
De Algemene Rekenkamer heeft onderzocht of het Jaarverslag 2004 van hoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties, voldoet aan de eisen die de Comptabiliteitswet 2001 stelt. Daarnaast heeft zij de bedrijfsvoering van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onderzocht en het financieel beheer en het materieelbeheer beoordeeld, voor zover dat betrekking heeft op hoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties. In dit rapport zijn het oordeel en de belangrijkste resultaten van het onderzoek opgenomen.
De beoordeelde onderwerpen (financiële informatie, bedrijfsvoering en beleidsinformatie) hangen onderling nauw samen, en kunnen gezien worden als een drieluik. De volgende passages vatten de resultaten kort samen.
De uitgaven op hoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties, in 2004 bedragen: € 138,0 miljoen. De verplichtingen bedragen € 184,3 miljoen en de ontvangsten € 11,4 miljoen.
Het Jaarverslag 2004 van hoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties, voldoet aan de gestelde eisen.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft voortvarend gewerkt aan het administratief afsluiten en het overdragen van projecten aan het ontwikkelingsfonds Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen. Tevens is een forse slag gemaakt in het analyseren en afwikkelen van voorschotten en verplichtingen op oude reeds afgeronde projecten. Het beheer is nu weer op orde.
De Algemene Rekenkamer concludeert dat de informatie over het gevoerde beleid in het Jaarverslag 2004 op deugdelijke wijze tot stand is gekomen en voldoet aan de verslaggevingseisen.
In zijn reactie van 26 april 2005 geeft de minister aan dat het positieve oordeel van de Algemene Rekenkamer geen aanleiding geeft tot een nadere reactie. De minister laat weten dat het aandachtspunt over de nog resterende projecten die overgedragen en afgesloten moeten worden, zijn volledige aandacht heeft.
1.1 Rapport bij het jaarverslag
De Algemene Rekenkamer heeft onderzocht of het Jaarverslag 2004 van hoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties, voldoet aan de eisen die de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) stelt. Daarnaast heeft zij voor Koninkrijksrelaties de bedrijfsvoering van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), voor zover van belang, onderzocht en het financieel beheer en het materieelbeheer beoordeeld. In dit rapport vindt u het oordeel en de belangrijkste resultaten van het onderzoek.
In figuur 1 staat wat de Algemene Rekenkamer wanneer onderzoekt en voor wie zij dat doet.
Het Ministerie van BZK draagt onder meer de verantwoordelijkheid voor de relaties met de Koninkrijkspartners Aruba en de Nederlandse Antillen.
De administratieve verwerking van dit hoofdstuk vindt plaats bij de directie Koninkrijksrelaties van het directoraat-generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur van het Ministerie van BZK.
Het begrotingshoofdstuk kent twee beleidsartikelen, namelijk:
• waarborgfunctie;
• bevorderen autonomie Koninkrijkpartners.
De waarborgfunctie vloeit voort uit artikel 43 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden en heeft betrekking op fundamentele menselijke rechten en vrijheden, rechtszekerheid en deugdelijk bestuur. In dit kader financiert Nederland diverse uitzendings- en samenwerkingsprojecten.
In het kader van het tweede beleidsartikel – bevorderen autonomie Koninkrijksrelaties – financiert Nederland met name samenwerkingsprogramma's op het gebied van duurzame economische ontwikkeling, kwaliteit van bestuur en onderwijs.
De Stichting Ontwikkelingsfonds Nederlandse Antillen (SONA) op de Nederlandse Antillen is in 2004 operationeel geworden. Daarmee is een belangrijke stap gezet voor de realisatie van de overgang van projectfinanciering naar programmafinanciering.
In de loop van 2004 is het ministerie gestart met het ontwikkelen van een toezichtsvisie op de ontwikkelingsfondsen.
De uitgaven op hoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties, in 2004 bedragen: € 138,0 miljoen. De verplichtingen bedragen € 184,3 miljoen en de ontvangsten € 11,4 miljoen.
De Algemene Rekenkamer heeft op basis van de risicoanalyse 2004 en de Audit Actielijst 2004 een programma opgesteld voor het jaarlijkse rechtmatigheidsonderzoek naar hoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties. De Algemene Rekenkamer heeft aandacht besteed aan de activiteiten van de directie Koninkrijksrelaties die zijn gericht op het afsluiten van oude reeds afgeronde projecten en het overdragen van lopende projecten aan SONA.
De Algemene Rekenkamer heeft zoals ieder jaar reviews uitgevoerd op de controles van de departementale auditdienst. Dit doet zij om vast te kunnen stellen of zij bij haar oordeelsvorming gebruik kan maken van de werkzaamheden van de auditdienst.
Figuur 2 geeft weer wat de werkzaamheden van de Algemene Rekenkamer en de departementale auditdienst zijn, en welke verschillen daartussen bestaan.
Dit rapport bij het Jaarverslag 2004 van hoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties, omvat, behalve een samenvatting en een inleiding, twee hoofdstukken, te weten: «Jaarverslag» (hoofdstuk 2) en «Beheer Koninkrijksrelaties» (hoofdstuk 3).
Direct na de samenvatting is de Audit Actielijst 2005 (AAL 2005) opgenomen. Deze bouwt voort op de AAL 2004. Voor het jaar 2004 laat de AAL voor hoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties, zien op welke punten verbetering is bereikt.
Hoofdstuk 2 beschrijft het oordeel van de Algemene Rekenkamer over het jaarverslag en de saldibalans van het hoofdstuk Koninkrijksrelaties.
Tot slot bevat hoofdstuk 3, dat gewijd is aan de bedrijfsvoering van het ministerie, het oordeel van de Algemene Rekenkamer over het financieel beheer en materieelbeheer van het Ministerie van BZK dat betrekking heeft op Koninkrijksrelaties. Ook de ontwikkelingen in het beheer worden beschreven.
Dit rapport telt verder drie bijlagen. In bijlage 1 staan de begrote en verantwoorde bedragen. Bijlage 2 bevat de gebruikte afkortingen en bijlage 3 is een verklarende woordenlijst.
De Algemene Rekenkamer heeft het Jaarverslag 2004 van hoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties, beoordeeld. Zij heeft onderzocht of het ministerie het geld volgens de regels heeft uitgegeven en in het jaarverslag daarover goed verantwoording aflegt. Waar dit niet het geval is, spreekt de Algemene Rekenkamer van een onrechtmatigheid of van een ondeugdelijke weergave.
In dit hoofdstuk staat het oordeel van de Algemene Rekenkamer over het jaarverslag als geheel. Dit oordeel is opgebouwd uit deeloordelen over de volgende onderdelen van het jaarverslag:
• financiële informatie en saldibalans;
• informatie over bedrijfsvoering;
• informatie over beleid.
Deze deeloordelen komen aan de orde in de volgende paragrafen.
De Algemene Rekenkamer komt tot deze oordelen op basis van bevindingen uit haar onderzoek.
Het Jaarverslag 2004 van hoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties, voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt.
2.1 Financiële informatie en saldibalans
De CW 2001 stelt de volgende eisen aan financiële informatie:
• rechtmatig totstandgekomen;
• op deugdelijke wijze weergegeven;
• overeenkomstig de verslaggevingseisen opgesteld.
De financiële informatie in het jaarverslag 2004 in hoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties, voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt.
Met «financiële informatie» wordt bedoeld: alle verplichtingen, uitgaven, ontvangsten in de verantwoordingsstaat over het ministerie en de toelichting daarbij.
Verantwoordingsstaat Koninkrijksrelaties en toelichting
Onderstaand overzicht laat de totaalbedragen zien waaruit de verantwoordingsstaat 2004 is opgebouwd. De Algemene Rekenkamer heeft geen fouten, onzekerheden en onvolledigheden geconstateerd.
Overzicht 1 Bedragen van de verantwoordingsstaat 2004, Koninkrijksrelaties (x € miljoen)
Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | |
---|---|---|---|
Totaalbedragen verantwoordingsstaat | 184,3 | 138,0 | 11,4 |
Belangrijke fouten en onzekerheden | – | – | – |
Overige fouten en onzekerheden | – | – | – |
Totaalbedrag fouten en onzekerheden | – | – | – |
Het bedrag aan verplichtingen en uitgaven bevat in totaal € 40,2 miljoen respectievelijk € 7,3 miljoen aan overschrijdingen (zie bijlage 2). Indien de Staten-Generaal niet akkoord gaan met de desbetreffende slotwet-mutaties, zal de Algemene Rekenkamer haar positieve oordeel over de financiële informatie in het jaarverslag mogelijk moeten herzien.
Oordeel saldibalans en toelichting
De saldibalans 2004 van hoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties, voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt.
Onderstaand overzicht laat de totaalbedragen zien waaruit de saldibalans 2004 is opgebouwd. De Algemene Rekenkamer heeft geen fouten, onzekerheden en onvolledigheden geconstateerd.
Onderstaand overzicht laat de totaalbedragen zien waaruit de saldibalans 2004 is opgebouwd.
Overzicht 2 Saldibalans per 31 december 2004, Koninkrijksrelaties (x € miljoen)
Totaalsaldo (debet + credit) | 2 408,7 |
---|---|
Beoordeeld totaal saldibalans debet + credit1 | 1 193,5 |
Totaal van fouten en onzekerheden die de tolerantiegrenzen per saldibalanspost overschrijden | – |
Overige fouten en onzekerheden | – |
Totaalbedrag fouten en onzekerheden | – |
1 Uitgaven en ontvangsten ten laste van de begroting en tegenrekeningen tellen niet mee voor het beoordeelde totaal.
Het totaal aan openstaande voorschotten die zijn afgerekend, bedraagt € 323,0 miljoen. De Algemene Rekenkamer stelt vast dat deze afrekeningen aan de eisen voldoen.
2.2 Informatie over de bedrijfsvoering
De wijzigingen in de organisatie van het Ministerie van BZK en de herziening van het Management Control Systeem zijn aangegeven in de bedrijfsvoeringsparagraaf bij het Jaarverslag 2004 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hoofdstuk VII). In het Jaarverslag 2004 van hoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties, is om die reden geen bedrijfsvoeringsparagraaf opgenomen.
Bij het beoordelen van de kwaliteit van beleidsinformatie kijkt de Algemene Rekenkamer naar de wijze waarop de informatie over het beleid tot stand komt en naar de mate waarin deze voldoet aan de verslaggevingseisen.
Oordeel informatie over beleid
De informatie over het gevoerde beleid in het Jaarverslag 2004 van het hoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties, is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingseisen.
Dit hoofdstuk beschrijft de bevindingen van de Algemene Rekenkamer over de bedrijfsvoering van het Ministerie van BZK ten aanzien van hoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties. Bedrijfsvoering is de (interne) sturing en beheersing van de primaire en ondersteunende processen en is gericht op het realiseren van taken en doelen van de organisatie. Onder de bedrijfsvoering vallen:
• het financieel beheer en materieelbeheer en de daartoe bijgehouden administraties;
• de controle door de departementale auditdienst;
• de totstandkoming van de financiële informatie, bedrijfsvoeringsinformatie en beleidsinformatie in het jaarverslag.
De Algemene Rekenkamer baseert haar oordelen op de eisen die de CW 2001 stelt aan de onderdelen van de bedrijfsvoering.
Eerst (§ 3.1) wordt ingegaan op de in 2004 opgeloste onvolkomenheden. In de conclusieparagraaf (§ 3.2) is het oordeel te vinden over het financieel beheer, het materieelbeheer en de daartoe bijgehouden administraties. Hier wordt ook de ontwikkeling van de bedrijfsvoering in de afgelopen drie jaar met een figuur weergegeven.
Het Ministerie van BZK heeft voortvarend gewerkt aan het administratief afsluiten van reeds afgeronde oude overheidsprojecten en het overdragen van lopende overheidsprojecten aan SONA. Tevens is een forse slag gemaakt in het analyseren en afwikkelen van voorschotten en verplichtingen op oude reeds afgeronde overheidsprojecten. Naar het oordeel van de Algemene Rekenkamer is geen sprake meer van een onvolkomenheid. Een attentiepunt zijn de nog resterende over te dragen en af te sluiten projecten.
De onderzochte onderdelen van het financieel beheer, het materieelbeheer en de daartoe bijgehouden administraties in 2004 van het Ministerie van BZK die betrekking hebben op hoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties, hebben voldaan aan de gestelde eisen.
Door de gerichte aandacht voor het afwikkelen van de openstaande voorschotten is er geen sprake meer van onvolkomenheden.
In zijn reactie van 26 april 2005 geeft de minister aan dat het positieve oordeel van de Algemene Rekenkamer geen aanleiding geeft tot een nadere reactie. De minister laat weten dat het aandachtspunt over de nog resterende projecten die overgedragen en afgesloten moeten worden, zijn volledige aandacht heeft.
OVERZICHT BEGROTE EN VERANTWOORDE BEDRAGEN 2004
Uitgaven | Verplichtingen | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begroting 2004 (€) (stand bij 2e supp) | Verantwoording 2004 (€) | verschil | Begroting 2004 (€) (stand bij 2e supp) | Verantwoording 2004 (€) | verschil | |||
abs (€) | % | abs (€) | % | |||||
Beleidsartikelen | ||||||||
Art 1 Waarborfunctie | 41,2 | 30,3 | – 10,9 | – 26,4 | 42,1 | 33,1 | – 9,0 | – 21,4 |
Art 2 Bevorderen autonomie koninkrijkspartners | 100,4 | 107,7 | 7,3 | 7,3 | 111,0 | 151,2 | 40,2 | 36,2 |
Niet-beleidsartikelen: | ||||||||
Art 3 Nominaal en onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 1,3 | 0 | – 1,3 | – 100 |
Totaal | 141,6 | 138,0 | – 3,6 | 154,4 | 184,3 | 29,9 | ||
Totaal overschrijdingen | 7,3 | 40,2 |
AAL | Audit Actielijst |
BZK | Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
CW 2001 | Comptabiliteitswet 2001 |
SONA | Stichting Ontwikkelingsfonds Nederlandse Antillen |
Hieronder vindt u in alfabetische volgorde een aantal veel voorkomende belangrijke woorden en begrippen uit het rechtmatigheidsonderzoek van de Algemene Rekenkamer. Van iedere term wordt de betekenis omschreven. Waar relevant wordt ook het gebruik van de term in het onderzoek uitgelegd.
Schriftelijk verslag van een accountant over de bevindingen naar aanleiding van het onderzoek naar het jaarverslag van een departement dan wel het jaarverslag van het Rijk.
Schriftelijke mededeling van een accountant waarin een oordeel wordt gegeven over de deugdelijkheid van het departementale jaarverslag. De accountantsverklaring geeft aan of de gegevens in het jaarverslag betrouwbaar zijn en of het jaarverslag is opgesteld overeenkomstig de voorschriften, en bevat daarnaast ook een expliciete uitspraak over de rechtmatigheid.
Systemen waarin de uitkomsten van de uitvoeringssystemen aan de hand van boekingsdocumenten worden vastgelegd en worden verwerkt tot deugdelijke informatie over het beheer.
Zie baten-lastendienst.
Artikelgewijze oordeelsvorming
Wijze waarop het oordeel van de Algemene Rekenkamer over begrotingsartikelen tot stand komt. Om het budgetrecht van de Staten-Generaal voor de afzonderlijke begrotingsartikelen tot zijn recht te laten komen, hanteert de Algemene Rekenkamer kwantitatieve tolerantiegrenzen op het niveau van begrotingsartikelen.
Baseline financieel beheer en materieelbeheer
De algemene normen en de daaruit afgeleide criteria voor het financieel beheer en het materieelbeheer van departementen. De baseline is door het Ministerie van Financiën op 13 juni 2001 aan alle directeuren van de departementale accountantsdiensten en van de directies Financieel-Economische Zaken toegezonden met het verzoek deze vanaf 1 juli 2001 als handleiding toe te passen en in deze toepassing ook het management te betrekken.
Onderdeel van de rijksdienst met een grotere zelfstandigheid dan andere departementale (buiten)diensten. De ministeriële verantwoordelijkheid en het budgetrecht van de Tweede Kamer worden niet ingeperkt door de instelling van baten-lastendiensten. Een baten-lastendienst heeft een afzonderlijke plaats in de begroting en de financiële verantwoording en voert een administratie los van de begrotingsadministratie van het moederministerie.
De bedrijfsprocessen die tot doel hebben de door de minister geformuleerde beleidsdoelstellingen te bereiken, alsmede de sturing en beheersing van deze processen.
Norm voor vorm en presentatie van het jaarverslag van departementen. Informatie moet helder en eenvoudig gepresenteerd worden. Dit wordt bevorderd als er een duidelijke structuur is, als de informatie eenduidig is, als de informatie niet teveel vaktermen bevat, als het zelfstandig leesbaar is en zonodig duidelijke verwijzingen bevat. Ook is het belangrijk dat er een helder onderscheid is tussen middelen, activiteiten, prestaties en effecten.
Verhogingen van collectieve uitgaven en/of verlagingen van ontvangsten ten opzichte van de begroting en/of meerjarencijfers, waaraan een beleidsbeslissing ten grondslag ligt.
Speerpunten in het beleid van de minister. Deze kunnen gebaseerd zijn op het regeerakkoord en/of afspraken met de Tweede Kamer. Over de beleidsprioriteiten wordt apart verslag gedaan in het beleidsverslag.
Uitgaven waarmee de top van het ministerie zich persoonlijk bemoeit of die rechtstreeks aan de top ten goede komen.
Norm voor zowel de informatie in het jaarverslag van een ministerie zelf, als voor het proces van informatieverzameling en informatieverwerking. De informatie moet een getrouwe weergave vormen van hetgeen zij beoogt weer te geven. Dat wil zeggen: de informatie mag geen materiële onjuistheden of onvolledigheden bevatten en dient evenwichtig te zijn. Om betrouwbare informatie te kunnen krijgen, moet er goed gemeten worden en moet herhaalde meting tot hetzelfde resultaat leiden. Ook validiteit speelt een rol: er moet gemeten worden wat men beoogt te meten. Verder kan de betrouwbaarheid en continuïteit van geautomatiseerde systemen een rol spelen.
Onderzoek ten behoeve van de besluitvorming door de Algemene Rekenkamer over het al dan niet maken van bezwaar. De Algemene Rekenkamer kan bezwaar maken op grond van artikelen 88 en 89 van de Comptabiliteitswet 2001. De Algemene Rekenkamer hanteert een selectief bezwaarbeleid.
Recht van het parlement om van tevoren toestemming te verlenen aan de regering voor het aangaan van verplichtingen, het doen van uitgaven en het innen van ontvangsten (belastingen).
Conformiteit aan wettelijke regels (voor de inhoud)
De vereiste dat de beleidsinformatie van een ministerie voldoet aan bepaalde regels en richtlijnen. Een van de belangrijkste richtlijnen is de Regeling Prestatiegegevens en Evaluatieonderzoek Rijksoverheid (RPE). Hierin is vastgelegd dat (a) de kwaliteit van de systemen van reguliere prestatiegegevens en (b) de aanwezigheid van (en de onafhankelijkheid van) evaluatieonderzoek vast te stellen moeten zijn aan de hand van beschrijvingen van het systeem, de administratieve organisatie en/of de onderzoeksdossiers.
Conformiteit aan wettelijke regels (voor vormvereisten)
De presentatie van de informatie in het jaarverslag van een ministerie moet voldoen aan de verslaggevingseisen zoals die zijn opgenomen in de Rijksbegrotingsvoorschriften.
Departementale accountantsdienst/auditdienst (DAD)
Onderdeel van het ministerie dat belast is met de controle van het financieel beheer van het departement en de verantwoording daarover. De DAD voert een wettelijke taak uit. De Algemene Rekenkamer beschouwt de DAD principieel als een interne accountant, zij het een relatief onafhankelijke. Een waarborg voor deze relatieve onafhankelijkheid vormt het feit dat de taak en de plaats van de DAD wettelijk geregeld zijn. De plaats, direct onder de secretaris-generaal, waarborgt de onafhankelijkheid ten opzichte van de te controleren afdelingen en diensten.
De financiële verantwoording dient het gevoerde beheer deugdelijk weer te geven. Dit houdt in dat de informatie betrouwbaar, aanvaardbaar en toereikend moet zijn, zodat de Staten-Generaal als gebruiker van de informatie een oordeel over de uitkomsten kan vormen.
Europese aanbestedingsrichtlijnen
Richtlijnen voor het openstellen van overheidsopdrachten voor leveranciers uit alle Europese lidstaten gebaseerd op de beginselen: non-discriminatie, transparant proces en objectieve selectie- en gunningscriteria.
Het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor de minister (mede)verantwoordelijkheid draagt. Deze begripsomschrijving is gebaseerd op de Comptabiliteitswet (CW 2001).
Financieel Jaarverslag en saldibalans van het Rijk
Deze vormen samen de jaarlijkse financiële verantwoording van het Rijk. Het jaarverslag bevat de rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk. De saldibalans van het Rijk sluit op deze rekening aan. Beide worden opgesteld door de minister van Financiën.
Fouten zijn afwijkingen van de criteria rechtmatigheid en deugdelijke weergave. Rechtmatigheidsfouten en deugdelijke weergave fouten worden beide onderscheiden in onjuistheden en onvolledigheden.
Het departementale jaarverslag bestaat uit het beleidsverslag en de jaarrekening. Hiermee legt de minister verantwoording af over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering van het ministerie.
Het geheel van maatregelen genomen door ministers om misbruik en oneigenlijk gebruik van (subsidie)regelingen zoveel mogelijk te beperken.
De zorg voor niet-geldelijke zaken vanaf het moment van ontvangst tot aan het moment van afstoting. Deze definitie is gebaseerd op het besluit Materieelbeheer 1996.
Overschrijding van de kwalitatieve tolerantiegrens van de Algemene Rekenkamer.
Oordeel dat de Algemene Rekenkamer in bepaalde gevallen geeft over het financieel beheer van een ministerie. Het oordeel onzeker wordt gegeven wanneer de Algemene Rekenkamer door onvolkomenheden in het financieel beheer niet kan vaststellen of de betreffende bedragen al dan niet rechtmatig of al dan niet deugdelijk weergegeven zijn.
Subsidies en specifieke uitkeringen.
Onvolkomenheden in het financieel beheer of in de financiële verantwoording van een ministerie die de kwalitatieve of kwantitatieve tolerantiegrenzen van de Algemene Rekenkamer overschrijden.
Onder prestatiegegevens kunnen zowel effect(indicator)en als informatie over de prestaties van de overheid worden verstaan.
Norm waaraan de financiële verantwoordingen van de ministeries en van het Rijk moeten voldoen, inhoudende dat: (a) de verantwoordingen zijn opgesteld overeenkomstig de wijze waarop dat in wettelijke regelingen is voorgeschreven, en (b) de in de verantwoordingen opgenomen bedragen bij de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begrotingswetten en andere wettelijke regelingen.
Rechtspersoon met een wettelijke taak (RWT)
Instelling die een bij of krachtens de wet geregelde taak uitoefent en daartoe geheel of gedeeltelijk wordt bekostigd uit de opbrengst van bij of krachtens de wet ingestelde heffingen.
De beoordeling van de controle die is uitgevoerd door de departementale accountantsdienst/auditdienst (DAD). Deze review dient om vast stellen of de DAD-controle zodanig is uitgevoerd dat de Algemene Rekenkamer gebruik kan maken van de resultaten ervan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30100-IV-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.