nr. 6
MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden
op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk
bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel
strekt ertoe om voor het jaar 2004 wijzigingen aan te brengen in de departementale
begrotingsstaat van de hoge colleges van staat, het kabinet van de Gouverneur
van de Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba (II)
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel
B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. Remkes
B. BEGROTINGSTOELICHTING
Onderstaand worden omvangrijke slotwetmutaties per artikel toegelicht.
Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden
Tweede Kamer
Schadeloosstelling
De onderuitputting ad € 1,676 mln op dit artikelonderdeel heeft
voor € 0,564 mln betrekking op de schadeloosstelling in enge zin
en voor € 1,112 mln op de reis- en overige kosten. Binnen die laatste
groep uitgaven vindt de onderuitputting met name oorzaak in de reis- en verblijfkosten
leden (€ 0,825 mln). De betreffende onderuitputting kent een tweetal
mogelijke oorzaken. De eerste betreft de budgettaire aanpassing met € 2,7
mln ingaande 2003 in verband met de brutering van de kostenvergoedingen. Het
is, achteraf, niet goed vast te stellen of het niveau van de bruteringsaanpassing
juist is geweest dan wel dat in 2004 individuele factoren een rol hebben gespeeld.
Een tweede punt betreft de wijze van ramen van de reis- en verblijfkosten
leden. Deze uitgaven betreffen enerzijds het reizen van en naar de woonplaats
en anderzijds een zestal bezoeken aan het Europese Parlement. In het verleden
heeft een aantal malen een berekening plaats gevonden van de maximale reiskosten
per lid van de Tweede Kamer. De uitkomst van die (individuele) berekeningen
is vervolgens gemiddeld en gebruikt als «tarief» bij de begrotingsvoorbereiding.
Sindsdien is de Kamer enkele malen van samenstelling gewijzigd, waardoor het
gebruikte tarief mogelijk niet meer aansluit op de feitelijke situatie.
Pensioenen en wachtgelden
Ofschoon sprake is van een afname van het beroep op de wachtgeldregeling,
is nog altijd sprake van het effect van twee verkiezingen binnen een kort
tijdbestek. Dientengevolge is in het eerste wijzigingsvoorstel voor 2004 een
«cyclische» bijstelling van dit budget opgenomen. Verwezen wordt
naar het wijzigingsvoorstel van de Tweede Kamer ten aanzien van dit artikelonderdeel
(2003–2004, 29 471, nr. 2, blz. 2). In het eerste wijzigingsvoorstel
van IIA (2003–2004, 29 552, nr. 3, blz. 3) is deze mutatie
evenwel toegevoegd aan artikelonderdeel 1. Dit wordt middels de deze Slotwetmutatie
voor 2004 hersteld.
Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer
Apparaat Stenografische dienst
De dienst Verslag en Redactie (tot dat moment de Stenografische dienst)
is in de loop van 2004 onder het bevoegde gezag van de Tweede Kamer gebracht.
De uitgaven worden sindsdien geraamd en verantwoord onder artikel 3 «Wetgeving
en controle Tweede Kamer».
Interdepartementale betrekkingen
De onderuitputting op dit artikelonderdeel vindt voornamelijk oorzaak
in de omstandigheid dat de begroting van de kosten van de Tweede Kamer aangaande
het Europese Voorzitterschap aanzienlijk is onderschreden ten opzichte van
de tweede suppletore begroting.
Artikel 5. Raad van State
De directe uitgaven aan advisering zijn lager
dan geraamd als gevolg van meevallende personele uitgaven door een langdurige
vacature op een van de nieuwe functies binnen de directie. De uitgaven aan bestuursrechtspraak zijn lager dan geraamd omdat gedurende
het jaar binnen de directie de gemiddelde personeelsbezetting onder de beschikbare
formatie is gebleven. Het grootste deel van deze onderuitputting heeft betrekking
op de directe uitgaven aan Hoger beroep Vreemdelingen.
Van de toegerekende uitgaven zijn de personele uitgaven ten behoeve van
Staatsraden onder de raming gebleven en is een geringer beslag gelegd op de
uitgaven aan extern advies. Daarnaast vallen de materiële uitgaven mee,
waaronder automatiseringsuitgaven. De niet gerealiseerde uitgaven aan automatisering
betreffen projecten die waarschijnlijk in 2005 tot uitvoering komen.
Artikel 6. Algemene Rekenkamer
Bij de tweede suppletore begroting is abusievelijk een vermindering van
het budget ad € 0,267 mln ingeboekt, middels deze slotwetmutatie
wordt dit hersteld.
Artikel 11. Kabinet van de Gouverneur van Aruba
Relatief gezien is hier sprake van een omvangrijke Slotwetmutatie. De
oorzaken voor de onderuitputting zijn (onder andere): formatieve onderbezetting,
de toekenning van extra middelen die niet (meer) nodig waren, het vervallen
van een renovatieproject aan de ambtswoning en de effecten van de zeer hoge
koers van de euro. Investeringen in het kantoor werden opnieuw uitgesteld.
Belangrijkste oorzaak daarvan is, zoals ook in voorgaande jaren, dat VNO nog
steeds geen nieuwe huisvesting heeft en zodoende de gewenste aanpassing van
het kabinet, naar het zich thans laat aanzien, eerst in de tweede helft van
2006 gerealiseerd kan worden.
Voor overige toelichtingen bij de artikelen wordt verwezen naar de financiële
verantwoording.