30 100 II
Jaarverslag en slotwet Hoge Colleges van Staat en Kabinetten 2004

nr. 2
JAARVERSLAG OVERIGE HOGE COLLEGES EN KABINETTEN (IIB)

Aangeboden 18 mei 2005

Ontvangsten (bedragen in EUR 1000)

kst-30100-II-2-1.gif

Uitgaven (bedragen in EUR 1000)

kst-30100-II-2-2.gif

Inhoudsopgave Jaarverslag 2004 hoge colleges van staat en kabinetten (IIB)

A.Algemeen4
1.Door de minister getekende voorwoordbladzijde4
2.Dechargeverlening5
3.Leeswijzer7
   
B.Beleidsverslag8
4.Tabel budgettaire gevolgen van beleid voor IIB8
5.De artikelen9
  5. Raad van State9
  6. Algemene Rekenkamer12
  7. De Nationale ombudsman17
  8. Kanselarij der Nederlandse Orden23
  9. Kabinet der Koningin26
 10. Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen26
 11. Kabinet van de Gouverneur van Aruba28
 12. Nominaal en onvoorzien30
   
C.Jaarrekening31
6.Verantwoordingsstaat31
7.Saldibalans32
8.Bijlage 1: Aanbevelingen Algemene Rekenkamer37

A. ALGEMEEN

1. Door de minister getekende voorwoordbladzijde

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

2. DECHARGEVERLENING

Verzoek tot dechargeverlening van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de hoge colleges van staat, kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2004 gevoerde financiële beheer met betrekking tot de uitvoering van de begroting van de hoge colleges van staat, kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba (II).

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld van haar bevindingen en haar oordeel met betrekking tot:

a. het gevoerde financieel en materieelbeheer;

b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

c. de financiële informatie in de jaarverslagen;

d. de departementale saldibalansen;

e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering; van de hoge colleges van staat, kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba (II). Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen, naast het onderhavige jaarverslag/de onderhavige jaarverslagen en het hierboven genoemde rapport van de Algemene Rekenkamer, de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2004; dit jaarverslag wordt separaat aangeboden.

b. de slotwet van de hoge colleges van staat, kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba (II) over het jaar 2004; deze slotwet is als afzonderlijk kamerstuk gepubliceerd. Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen;

c. Het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2004 met betrekking tot de onderzoeken, bedoeld in artikel 83 van de Comptabiliteitswet 2001. Dit rapport, dat betrekking heeft op het onderzoek van de centrale administratie van 's Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk, wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aangeboden.

d. De verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2004 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2004 alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2004 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 84, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001). Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

3. LEESWIJZER

Splitsing Hoofdstuk II

De begroting van de hoge colleges van staat, het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba is met ingang van 2004 gesplitst in een deel IIA en een deel IIB. Deel IIA bevat het onderdeel Staten-Generaal en deel IIB bevat de andere hoge colleges van staat, het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba.

De splitsing is tot stand gekomen naar aanleiding van het verzoek van de Staten-Generaal om de bijzondere positie van de Staten-Generaal zichtbaar te maken in de begroting. Aangezien deze splitsing ten tijde van het opstellen van begrotingswet 2004 nog niet formeel in de Comptabiliteitswet 2001 was geregeld, geldt deze splitsing nog niet voor de Slotwet 2004; voor de onderdelen IIA en IIB zijn wel afzonderlijke jaarverslagen opgesteld.

Kabinet der Koningin

De begroting van het kabinet der Koningin is bij uitvoering van het amendement Kalsbeek (Kamerstukken II 2003/2004, 29 200 II, nr. 7) verplaatst naar Hoofdstuk III Algemene Zaken, alwaar een afzonderlijke begrotingsstaat voor het kabinet der Koningin in de begrotingswet is opgenomen.

VBTB

Gelet op de bijzondere positie van de hoge colleges van staat en de kabinetten ligt het niet zonder meer voor de hand om de activiteiten van de colleges en de kabinetten te benaderen vanuit de VBTB-invalshoek. Binnen de context van de bijzondere positie van de colleges en kabinetten is waar mogelijk verantwoording afgelegd conform de RBV2005.

De opbouw van de artikelen in het beleidsverslag is als volgt:

1. Algemeen

2. Budgettaire gevolgen van beleid

3. Toelichting op de tabel budgettaire gevolgen van beleid

4. Nader geoperationaliseerde doelstellingen

5. De bedrijfsvoeringsparagraaf

Er is alleen een inhoudelijke toelichting gegeven bij opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke vastgestelde begroting 2004 en de realisatie 2004. Om de leesbaarheid van de artikelen te vergroten is ervoor gekozen om de bedrijfsvoeringsparaaf achter het betreffende artikel te plaatsen.

De slotwet

De slotwet van de hoge colleges van staat, het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba (II) over het jaar 2004 zal als een apart Kamerstuk aan de Staten-Generaal worden verzonden.

B. BELEIDSVERSLAG

4. Tabel budgettaire gevolgen van beleid voor IIB

 
Totaal begroting (bedragen x € 1 000)Realisatie 2000Realisatie 2001Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Vastgestelde begrotingVerschil
Verplichtingen65 82275 72679 68183 29087 88788 008– 121
Uitgaven65 82274 17379 15282 34086 90288 008– 1 106
Ontvangsten2 2452 8541 6171 8653 7853 218567

5. DE ARTIKELEN

Artikel 5. Raad van State

1. Algemeen

De Raad van State stelt zich ten doel om door advisering en bestuursrechtspraak bij te dragen aan de deugdelijkheid van de democratische rechtsstaat.

De democratische rechtsstaat ontwikkelt zich onder invloed van veranderingen in de maatschappelijke verhoudingen, zowel nationaal als internationaal. Deze wijzigingen hebben gevolgen voor de verhouding tussen wetgever, bestuur en rechter. Die verhouding moet in evenwicht zijn. Als adviseur streeft de Raad ernaar bij te dragen aan het behoud van dat evenwicht. Als bestuursrechter draagt de Raad bij aan dat evenwicht door de uitoefening van bestuursbevoegdheden te confronteren met de eisen die het recht daaraan stelt, zonder daarbij afbreuk te doen aan de democratische legitimatie van het beleid dat het bestuur op grond van die bevoegdheden uitoefent.

2. Budgettaire gevolgen van beleid

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (bedragen in € 1 000)
5: Raad van StateRealisatie 2000Realisatie 2001Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Vastgestelde begrotingVerschil
Verplichtingen30 41237 24638 77741 31744 48446 563– 2 079
Uitgaven30 41236 47839 20540 73244 54046 563– 2 023
1.advisering4 6455 4935 7586 1416 6807 104– 424
2.bestuursrechtspraak25 76730 98533 44734 59137 86039 459– 1 599
Ontvangsten1 3891 6001 3611 5251 7181 921– 203

3. Toelichting op de tabel budgettaire gevolgen van beleid

De uitgavenraming en -realisatie van respectievelijk advisering en bestuursrechtspraak betreffen zowel de directe uitgaven van de betrokken directies, als de aan deze directies toegerekende uitgaven van de andere organisatieonderdelen van de Raad, waaronder de personele uitgaven van de Staatsraden.

In vergelijking met de vastgestelde Ontwerpbegroting zijn de uitgaven circa € 1,9 mln. onder de raming gebleven. Het grootste deel van deze onderuitputting heeft betrekking op de directe uitgaven aan Hoger beroep Vreemdelingen. De gerealiseerde instroom van HBV-zaken heeft in 2004 de oorspronkelijke verwachting overtroffen. Deze twee factoren samen (hogere instroom en onderuitputting directe uitgaven) hebben bijgedragen aan de stijging van de voorraad onderhanden zaken. Per ultimo 2004 lag de werkvoorraad boven de hiervoor intern geldende norm.

De directe uitgaven aan advisering zijn lager dan geraamd als gevolg van meevallende personele uitgaven door een langdurige vacature op een van de nieuwe functies binnen de directie. De uitgaven aan bestuursrechtspraak zijn lager dan geraamd omdat gedurende het jaar binnen de directie de gemiddelde personeelsbezetting onder de beschikbare formatie is gebleven.

Van de toegerekende uitgaven zijn de personele uitgaven ten behoeve van Staatsraden onder de raming gebleven en is een geringer beslag gelegd op de uitgaven aan extern advies. Daarnaast vallen de materiële uitgaven mee, waaronder automatiseringsuitgaven. De niet gerealiseerde uitgaven aan automatisering betreffen projecten die waarschijnlijk in 2005 tot uitvoering komen.

De uitgaven aan Hoger Beroep Vreemdelingen vallen in vergelijking met het oorspronkelijke begrotingsbedrag circa € 1,4 mln. mee. Bij gelegenheid van de najaarsnota waren meevallers gemeld van respectievelijk € 0,8 mln. voor de directe personele uitgaven, € 0,1 mln. voor de aan HBV toegerekende personele uitgaven van Staatsraden en 0,2 mln. loon- en prijscompensatie. Als gevolg van onderuitputting van circa € 0,3 mln. binnen het ambtelijk personeel van HBV bedraagt de realisatie 2004 € 11,4 mln.

Binnen de ontvangsten zijn de gerealiseerde griffierechten achter gebleven bij de raming. In het bijzonder zijn de griffierechten van Hoger Beroep Vreemdelingen lager dan oorspronkelijk geraamd.

4a. Nader geoperationaliseerde doelstellingen (advisering)

De operationele doelstelling van de Raad van State op het gebied van advisering luidt:

Voortgaande verhoging van de kwaliteit van de advisering.

Afhandeling adviesaanvragen (in aantallen)
 Realisatie 2000Realisatie 2001Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Planning 2004
Instroom623709584556651625
Uitstroom608675619565643625
Doorlooptijden adviezen (in procenten)
 Realisatie 2000Realisatie 2001Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Planning 2004
Tot 1 maand534939374751
1 tot 2 maanden272828323628
2 tot 3 maanden141518211215
Meer dan 3 maanden68151056

De gerealiseerde doorlooptijden wijken slechts in geringe mate af van de geplande doorlooptijden. Verheugend is dat een groter aantal zaken binnen 2 maanden is afgedaan dan was gepland. Voor de indieners van adviesaanvragen is dit een positieve ontwikkeling.

4b. Nader geoperationaliseerde doelstellingen (bestuursrechtspraak)

De operationele doelstelling van de Raad van State op het gebied van bestuursrechtspraak luidt:

Het op doelmatige en op kwaliteit gerichte wijze afdoen van zaken.

Instroom van zaken Kamers 1, 2, 3 (in aantallen)
 Realisatie 2000Realisatie 2001Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Planning 2004
Ruimtelijke ordening1 1241 0891 0349168151 050
Milieu2 4882 4122 0391 9152 1452 050
Hoger Beroep2 1002 3962 3002 5182 7202 400

Het aantal zaken dat in 2004 op het gebied van Ruimtelijke Ordening is ingestroomd, is achtergebleven bij de prognose. Deze terugval wordt in grote lijnen veroorzaakt doordat gemeenten meer ontheffingen verlenen op grond van artikel 19 Wet op de Ruimtelijke Ordening en omdat gemeenten wachten met het vaststellen van bestemmingsplannen voor buitengebieden tot de inwerkingtreding van reconstructieplannen als gevolg van de Reconstructiewet concentratiegebieden.De hogere instroom in Hoger Beroep (Ruimtelijke Ordening en Milieu) heeft een incidenteel karakter.

Instroom HBV (in aantallen)
 Realisatie 2001Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Planning 2004
Totaal5362 1154 4315 5775 496
Asiel3 5464 0224 412
Regulier8851 5251 084

De instroom van asielzaken is in 2004 onder de raming gebleven, terwijl de instroom van reguliere vreemdelingenzaken hoger dan geraamd was.

Doorlooptijden zaken bestuursrechtspraak met zitting (in weken)
 Maximale doorlooptijdGemiddelde doorlooptijd
  200220032004
Ruimtelijke Ordening52 weken584237
Milieu52 weken454139
Hoger beroep40 weken413533
Hoger Beroep Vreemdelingen23 weken813

5. De bedrijfsvoeringsparagraaf

Het jaar 2004 betekende voor de adviestaak van de Raad een start met de in 2003 gewijzigde interne processen binnen de directie Wetgeving. Gedurende het jaar zijn deze op een onderdeel bijgesteld, hetgeen geleid heeft tot een geringe verhoging van de benodigde formatie van de directie Wetgeving.

In 2003 is gestart met een omvangrijke herinrichting van administratieve processen en systemen bij de directie Bedrijfsondersteuning. Dit project, dat ook in 2004 is voortgezet, had enerzijds tot doel de administraties in lijn te brengen met het financieel en materieel beheer en anderzijds tot doel in staat te zijn adequate ondersteuning te bieden aan het proces van integraal management. Het project is gestart met het herontwerp van de personele administratie en aanpassingen van de bijbehorende systemen en procedures. In 2004 is dit project vervolgd met de herinrichting van de financiële administratie.

Daartoe is een nieuw financieel systeem geselecteerd en geïmplementeerd, is het rekeningschema herzien en is het merendeel van de financiële processen herzien en beschreven. Het resterende deel wordt in 2005 beschreven.

In 2004 is gestart met de inrichting van een contractregister; het ontbreken hiervan werd als een belangrijk knelpunt ervaren. Het register is inmiddels ingericht en beschikbaar. De (her)inrichting van het materieel beheer staat gepland voor het jaar 2005.

Artikel 6. Algemene Rekenkamer

1. Algemeen

In november 2003 heeft het College van de Algemene Rekenkamer de strategie voor de periode 2004–2009 vastgesteld. Daarin is onder meer de volgende missie geformuleerd:

De Algemene Rekenkamer heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan. Zij voorziet daartoe de regering, de Staten-Generaal en degenen die verantwoordelijk zijn voor de gecontroleerde organen van op onderzoek en onderzoekservaring gebaseerde informatie. Deze informatie bestaat uit onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen over organisatie, beheer en beleid en is in beginsel publiek toegankelijk.

Daarnaast is het haar verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur door kennisuitwisseling en samenwerking in binnen- en buitenland.

2. Budgettaire gevolgen van beleid

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (bedragen in € 1 000)
6: Algemene RekenkamerRealisatie 2000Realisatie 2001Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Vastgestelde begrotingVerschil
Verplichtingen22 04923 65025 21226 54826 52826 055473
Uitgaven22 04923 61524 90826 27726 69126 055636
1.recht- en doelmatigheidsbevordering bij het Rijk en verbonden organisaties en institutionele programma's22 04923 61524 90826 27726 69126 055636
Ontvangsten6421 0421 2411 2411 6271 217409

3. Toelichting op de tabel budgettaire gevolgen van beleid

Met de eerste en de tweede suppletore begrotingen is het budget van de Algemene Rekenkamer verhoogd. De verschillen tussen de vastgestelde ontwerpbegroting en de realisatie van de verplichtingen worden door de verhoogde begroting én de overloop van verplichtingensaldi uit 2003 en naar 2005 verklaard.

De realisatie van de uitgavenbegroting na tweede suppletore wet geeft een onderschrijding te zien van ongeveer € 45 000. Dit betreffen met name kleinere investeringen die niet in 2004 zijn gerealiseerd.

De realisatie van de ontvangsten overstijgt de begroting met € 409 000. Dit komt doordat de ontvangsten uit kostendekkende internationale projecten niet altijd worden gerealiseerd in het jaar waarin de activiteiten zijn uitgevoerd en de ontvangsten zijn geraamd.

In 2004 is een groot deel van de prestatiedoelstellingen gerealiseerd. Het werkprogramma 2004 bevatte onder meer 52 publicaties. Hiervan werden er 44 gerealiseerd. Zie voor meer gedetailleerde informatie over dit punt tabel Doelstellingen, prestaties en kosten. Voorts is het merendeel van de in de begroting 2004 vermelde prestaties op het gebied van institutionele activiteiten en de interne bedrijfsvoering geleverd.

4. Nader geoperationaliseerde doelstellingen

In de ontwerpbegroting 2004 is de Strategie 1999–2003 nog de basis geweest voor het vaststellen van de tabellen over de effectdoelstellingen en de prestatiegegevens en kosten. Eind 2003 is de nieuwe strategie voor de periode 2004–2009 vastgesteld. Dit leidt tot een andere weergave van de doelen, prestaties en kosten dan die in de begroting nog was voorzien.

Doelstellingen, prestaties en kosten
TerreinEffectdoelstellingenPrestatiedoelstellingenAantal projectenKosten in dagen*
   geplandgerealiseerdgeplandgerealiseerd
Functioneren openbaar bestuurSystematisch bijdragen aan verbetering begroting en verantwoordingRijk verantwoord 2003117035
Rapporten bij de jaarverslagen 200324244 6424 976
Staat van de beleidsinformatie 2003118311 034
Rechtmatigheidonderzoeken12447929
 Sluitend maken ketens toezicht en verantwoordingEU-Trendrapport11601610
Verantwoording en toezicht bij rechtspersonen met een wettelijke taak, deel 4111 6771 633
Rechtmatigheidonderzoeken1073 4563 009
Subtotaal  393711 72412 226
Presteren openbaar bestuurAansluiting van beleid en uitvoeringOnderzoek naar publieke voorzieningen632 2291 371
Onderzoek naar veiligheid321 203953
Onderzoek naar duurzame ontwikkeling21960486
Diverse doelmatigheidsonderzoeken21402222
Subtotaal  1374 7943 032
Totaal  524416 51815 258

* Het aantal dagen dat in totaal in 2004 en in de voorgaande jaren op de desbetreffende projecten is besteed.

Verdeling van beschikbare capaciteit

De verdeling van de beschikbare capaciteit (dagen) over de verschillende soorten werkzaamheden kan als volgt worden verbeeld:

Verdeling van soorten werkzaamheden in procenten van de beschikbare capaciteit

kst-30100-II-2-3.gif

Definities bij verdeling van soorten werkzaamheden in procenten van de beschikbare capaciteit:

– Algemene werkzaamheden zijn werkzaamheden zoals secretariële ondersteuning, opleidingen geven en volgen, relatiebeheer, overleg en programmering.

– Reguliere werkzaamheden zijn coördinerende werkzaamheden, helpdeskactiviteiten en monitoring van de beleidsterreinen van de departementale bureaus, de institutionele ondersteuning van het bestuur en de activiteiten in het kader van de interne bedrijfsvoering.

De werkzaamheden voor projecten vallen uiteen in drie soorten:

– het voorbereiden en uitvoeren van onderzoek op het gebied van recht- en doelmatigheid en de darbij behorende nazorg;

– ontwikkelprojecten op het gebied van methoden en technieken, en projecten op het gebied van de interne bedrijfsvoering;

– projecten in het buitenland zoals de ondersteuning van zusterorganisaties.

Effect van het onderzoek

In 2004 heeft de Algemene Rekenkamer een systeem opgezet om de effecten van onze aanbevelingen te bepalen. Voor een langere periode – zonodig vijf jaar – wordt gemonitord of ministeries de aanbevelingen opvolgen en hun toezeggingen nakomen. Hiervoor worden niet alleen gesprekken met ambtenaren gevoerd, maar steunt de Algemene Rekenkamer ook zoveel mogelijk op de (voortgangs)informatie van de ministeries zelf. Hoe vaak de Algemene Rekenkamer terugkomt en welke aanbevelingen en toezeggingen worden gevolgd, wordt voor ieder onderzoek afzonderlijk bekeken. Dat is ook logisch: sommige aanbevelingen gaan over zaken die jaren nodig hebben om hun beslag te krijgen, andere aanbevelingen kunnen op veel kortere termijn gerealiseerd worden.

De resultaten van deze monitoractiviteiten maken we openbaar in de vorm van korte rapportages die de Algemene Rekenkamer onder andere op haar website publiceert.

De eerste 11 rapporten zijn allen gepubliceerd in 2003 en zijn in 2004 gemonitord. De rapportages hierover worden gelijktijdig met Het Verslag van de Algemene Rekenkamer over 2004 gepubliceerd. Het betreft de volgende onderwerpen:

 
OnderwerpDatum publicatie
Uitwisseling opsporings- en terrorisme-informatiefebruari 2003
Effectiviteit energiebesparingsbeleid in de glastuinbouwfebruari 2003
Alleenstaande ouders in de bijstandmei 2003
C2000 en GMSjuni 2003
Risicoreservering Betuweroute en HSLjuni 2003
Wonen, zorg en welzijn van ouderenjuni 2003
Dementerenden en de Wet BOPZjuni 2003
Rijksbeleid stedelijke vernieuwingseptember 2003
Visumverlening in Schengenverbandoktober 2003
ICT bij de politiedecember 2003
Personeelsvoorziening krijgsmachtdecember 2003

5. De bedrijfsvoeringsparagraaf

Ook in 2004 heeft de Algemene Rekenkamer zich ingespannen om te voldoen aan de eisen die rijksbreed aan het financieel beheer, het materieelbeheer en de administraties worden gesteld.

De beschrijvingen van de maatregelen van administratieve organisatie en interne controle op het punt van financieel en materieelbeheer en personeelsmanagement en de mandateringsregelingen zijn verbeterd en geactualiseerd.

Met nieuwe aanpassingen in de P&C-cyclus en de invoering van Artemis als het centrale systeem voor planning- en tijdverantwoording is de informatievoorziening over prestaties verder verbeterd.

In een intern onderzoek is bijzondere aandacht geschonken aan de naleving van de interne regels voor het aangaan van contracten, het openen van verplichtingen en het tijdig betalen van facturen. Dit onderzoek leidde onder meer tot de conclusie dat de beheersing van het betaalproces versterking behoeft. De doorlooptijd vanaf het moment van binnenkomst van facturen tot het moment van betalen bleek in 2004 in veel gevallen te lang te duren, gemeten naar onze eis dat facturen twee dagen voor het aflopen van de krediettermijn moeten zijn betaald. Veel facturen zijn te laat betaald, zonder dat daarvoor geldige redenen waren. Maatregelen ter versterking van de beheersing van het betaalproces zijn inmiddels in voorbereiding. In het Verslag van de Algemene Rekenkamer is een mededeling over de Bedrijfsvoering opgenomen. Hierin verklaart zij dat de bedrijfsprocessen beheerst zijn verlopen.

Artikel 7. De Nationale ombudsman

1. Algemeen

De Nationale ombudsman levert een bijdrage aan de rechtsstaat door op verzoek of uit eigen beweging onderzoek te doen naar gedragingen van bestuursorganen van het Rijk en van andere bij of krachtens de wet aangewezen bestuursorganen.

Missie Nationale ombudsman: Vanuit onpartijdigheid een open oog en oor hebben voor klachten over de overheid en deze zodanig behandelen dat aan de burger en de overheid recht wordt gedaan, de overheid van klachten leert en dat wordt bijgedragen aan herstel van vertrouwen in de overheid.

2. Budgettaire gevolgen van beleid

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (bedragen in € 1 000)
7: De Nationale ombudsmanRealisatie 2000Realisatie 2001Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Vastgestelde begrotingVerschil
Verplichtingen7 8168 2988 7308 6518 9777 3711 606
Uitgaven7 8168 2988 7308 6518 9777 3711 606
1.reguliere klachten7 3727 8307 1277 2337 2316 980251
2.klachten van lagere overheden005825457960796
3.onderzoek596531015915753104
4.communicatie341365686674691295396
5.internationale contacten443825401024359
Ontvangsten8181104138973958

3. Toelichting op de tabel budgettaire gevolgen van beleid

Artikel 7.1: de realisatie is nagenoeg conform de raming.

Artikel 7.2: telkens bij slotwet worden de bijdragen van decentrale overheden, gebaseerd op een prijs per klacht, toegevoegd aan de begroting van de Nationale ombudsman.

Artikel 7.3: met name door twee grote onderzoeken zijn de uitgaven hoger uitgevallen.

Artikel 7.4: met het beschikbaar komen van een budget voor publieksvoorlichting van € 410 000 zijn de uitgaven navenant gestegen.

Artikel 7.5: van de uitgaven is € 35 000 in de vorm van subsidies terugontvangen.

Meer burgers dan in voorgaande jaren weten de Nationale ombudsman te vinden. Ondanks de veel hogere niet geplande instroom is de werkvoorraad per 1 januari gedaald van 1 823 naar 1 618 klachten. Door financiële beperkingen is de werkdruk per medewerker toegenomen.

4. Nader geoperationaliseerde doelstellingen

Voor een uitgebreider jaarverslag wordt verwezen naar het op 23 maart 2005 uitgebrachte jaarverslag 2004.

Artikel 7.1: ontvangen en afgedane klachten (in aantallen)

Wat wilde de Nationale ombudsman bereiken in 2004: het op verzoek van burgers onderzoeken van 9340 klachten over het optreden van het rijk, de politie, de zelfstandige bestuursorganen en de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie.

Wat is ervoor gedaan: in 2004 is de formatie van de werkorganisatie structureel op het niveau van 103 fte's gebracht om een verwerkingscapaciteit van 9340 klachten te realiseren. De beschikbare personele en financiële middelen zijn in 2004 maximaal aangewend.

 
Wat is er bereikt:Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Planning 2004
Aantal klachtenInputOutputInputOutputInputOutputInputOutput
 8 7859 4739 5079 2279 95210 1289 3409 340

Het resultaat, een output van 10 128 klachten, is 8.5% hoger dan de planning van 9 340 klachten. De output was in 2004 in balans met de input. Het bijhouden van een stijgende input met ongewijzigde financiële middelen, betekende ondermeer dat de werkdruk op de medewerkers is toegenomen en het onderhoud binnen de organisatie afgenomen (minder functioneringsgesprekken, hoger ziekteverzuim, minder opleidingsinvesteringen).

Wat heeft het in 2004 gekost: € 7 231 000. De raming was € 6 980 000.

Artikel 7.2: ontvangen en afgedane klachten decentrale overheden (in aantallen)

Wat wilde de Nationale ombudsman bereiken in 2004: het op verzoek van burgers en met verrekening met de desbetreffende overheid van de te maken kosten, onderzoeken van 1005 klachten over het optreden van provincies en waterschappen en van bij de Nationale ombudsman aangesloten gemeenten en gemeenschappelijke regelingen.

Wat is er voor gedaan: de beschikbare personele en financiële middelen zijn in 2004 maximaal aangewend.

 
Wat is er bereikt:Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Planning 2004
Aantal klachtenInputOutputInputOutputInputOutputInputOutput
Waterschappen139134104116143146125125
Gemeenten6767038478099921 002875875
Provincies4353505256585050
Gemeenschappelijke regelingen001010131355
 8588901 0119871 2041 2191 0551 055

Het resultaat, een output van 1219 klachten, is 16% hoger dan de planning van 1055 klachten. Met de groei van het aantal aangesloten bestuursorganen nemen ook de klachten toe.

Hoe groot waren de ontvangsten in 2004: € 796 000. Opgemerkt moet worden dat de ontvangsten gebaseerd zijn op de input in de periode september 2003 tot september 2004.

Aantal aangesloten bestuursorganen
 Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Planning 2004
WaterschappenAllenAllenAllenAllen
Gemeenten189209220225
ProvinciesAllenAllenAllenAllen
Gemeenschappelijke regelingen7181930

De meeste gemeenten beschikken thans over een externe klachtvoorziening.

Artikel 7.3: onderzoek op eigen initiatief

Wat wilde de Nationale ombudsman bereiken in 2004: het (mede) op eigen initiatief van de Nationale ombudsman ten minste 18 keer onderzoek instellen naar het optreden van de rijksoverheid, de politie, de provincies, de gemeenten, de waterschappen, de gemeenschappelijke regelingen, de zelfstandige bestuursorganen en de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie.

Wat is er bereikt: De Nationale ombudsman kan uit eigen beweging onderzoeken openen (artikel 15 Wet Nationale ombudsman) en kan lopende onderzoeken eigener beweging uitbreiden (gecombineerde onderzoeken artikel 12 en artikel 15 Wet Nationale ombudsman). Van de vijf uit eigen beweging in 2004 geopende onderzoeken zijn er drie in 2004 afgerond. Van de elf in 2004 eigener beweging uitgebreide onderzoeken waren er op 1 januari 2005 nog negen in behandeling. Er zijn derhalve (mede) op eigen initiatief van de Nationale ombudsman zestien onderzoeken gestart in 2004, waarvan er op 1 januari 2005 nog elf in onderzoek zijn.

In 2004 zijn vier in 2003 uit eigen beweging gestarte onderzoeken en zes gecombineerde onderzoeken uit 2003 afgerond.

Wat heeft het onderzoek (mede) op eigen initiatief in 2004 gekost: € 157 000. De raming was € 53 000. Met name twee grote artikel 15 onderzoeken (over de behandelingsduur van verzoek-, verzet- en klaagschriften bij de huurcommissies en over de crisisopvang van jongeren in jeugdgevangenissen) hebben veel capaciteit gevraagd. Deze kosten komen overeen met de kosten in 2003 (€ 159 000). Wat betreft de positionering van de Nationale ombudsman ligt het accent van de werkzaamheden op onderzoek op verzoek. De personele capaciteit is door de sterke stijging van het aantal klachten in 2004 nagenoeg geheel nodig geweest om de instroom van nieuwe zaken te verwerken.

Kengetallen artikel 7.1, 7.2 en 7.3:

Afgedane klachten (in aantallen)
 Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Planning 2004
Buitenwettelijke klachten1 6771 6281 6881 655
Binnenwettelijke klachten niet in onderzoek5 7885 8366 5975 793
Binnenwettelijke klachten in onderzoek: interventie en herkansing2 4852 2432 5562 483
Binnenwettelijke klachten in onderzoek: rapport413507506500
Totaal afgedane klachten10 36310 21411 347*10 431

* Totaal van 11 347 afgedane klachten betreft 10 128 klachten (zie 7.1) plus 1 219 klachten (zie 7.2).

Doorlooptijden realisatie (in procenten)
Doorlooptijden binnenwettelijke klachten in onderzoek: interventie, herkansing en rapportRealisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Planning 2004
tot en met 4 weken28242128
5 tot en met 26 weken53535653
Langer dan 26 weken19232319

In 2003 is als een van de bedrijfsdoelstellingen afgesproken om het aantal in behandeling zijnde zaken ouder dan 12 maanden in 2004 terug te dringen naar een niveau van 50. Het effect van die gerichte aanpak is ook in 2004 zichtbaar in de doorloopcijfers omdat bij de afdoeningen het volume oude zaken nog steeds hoog is. De doelstelling van 50 is in 2004 echter niet gehaald. De voorraad zaken ouder dan 12 maanden, op 1 januari 2004 150, is op 1 januari 2005 blijven steken op 88. De verklaring dat de doelstelling niet is gehaald is de hoge instroom (+ 6%) en uitstroom (+ 11%) t.o.v. 2003 waardoor prioriteiten ten aanzien van de personele inzet met het oog op het wegwerken van de hogere instroom gesteld moesten worden.

Doorlooptijden realisatie (in procenten)
Doorlooptijden « buitenwettelijke klachten» en «binnenwettelijke klachten niet in onderzoek»Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Planning 2004
tot en met 4 weken53676253
5 tot en met 8 weken21212421
Langer dan 8 weken26121426

De bedrijfsresultaten in de vorm van snelheid van afdoen, zijn in dit segment met een volume van 8 285 klachten, beter dan de raming. Er zijn zelfs ten opzichte van 2003 (7 464 klachten), 11% meer klachten in dit segment afgedaan.

Wijze van afdoening van in onderzoek genomen klachten (in procenten)
 Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Planning 2004
Binnenwettelijke klachten in onderzoek: rapport14181714
Binnenwettelijke klachten in onderzoek: interventie en herkansing86828386

Door meer nadruk te leggen op zaken die ouder zijn dan 26 weken (en die resulteren in een rapport), is het aandeel van de rapporten in dit output overzicht vergelijkbaar met het jaar 2003.

Uitgaven per klacht (bedragen in € 1 000)*
 Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Planning 2004
Aantal afgedane klachten10 36310 21411 34710 431
Uitgaven per klacht822760706736

* Uitsluitend de personele en materiële kosten van de Nationale ombudsman, de substituut-ombudsman en de medewerkers van het Bureau Nationale ombudsman zijn opgenomen. Het bedrag per klacht omvat niet de kosten voor postactieven en omvat eveneens niet de huisvestingskosten die door de Rijksgebouwendienst worden gemaakt. De uitgaven van de artikelonderdelen 7.4 en 7.5 zijn buiten beschouwing gebleven.

De realisatie is € 30 per klacht lager en komt uit op € 706. Als verklaring hiervoor geldt dat de organisatie alles op alles heeft gezet om de veel hogere instroom het hoofd te bieden.

Artikel 7.4: actief voorlichtingsbeleid

Wat wilde de Nationale ombudsman bereiken in 2004: het zorgen voor een actief voorlichtingsbeleid, zodanig dat burgers weten wat de Nationale ombudsman voor hen kan betekenen en dat zij hem weten te vinden.

Wat is ervoor gedaan: Naast free publicity worden vanaf 2001 op een structurele manier vormen van betaalde communicatie ingezet om de (juiste) bekendheid en «vindbaarheid» van de Nationale ombudsman voor burgers te vergroten. Centraal in de campagne in 2004 stond de radiospot die in de periode 8 november tot 5 december gedurende drie weken is uitgezonden via ongeveer 10 zenders. Aanvullend is in de landelijke dagbladen een advertentie geplaatst. Daarnaast is gedurende één maand webvertising ingezet via bannering en inkoop van zoekwoorden bij twee zoekmachines. In de campagne worden burgers bewust gemaakt dat men met klachten over de overheid (er wordt niet ingegaan op het type overheidsinstelling) terecht kan bij de Nationale ombudsman en wordt geadviseerd eerst te bellen.

Er zijn in 2004 twee nieuwe publieksbrochures in gebruik genomen. Beide brochures dragen bij aan het beter «managen» van de verwachtingen van verzoekers en aan een juist beeld van wat men van de Nationale ombudsman kan verwachten. Naar aanleiding van een gebruikersonderzoek zijn er in de Internet website in 2004 ingrijpende wijzigingen aangebracht in de inhoud, de informatiestructuur en de navigatiestructuur en in de vormgeving van de homepage en achterliggende pagina's. De site is aangepast aan de nieuwe huisstijl en aan de nieuwste technologische ontwikkelingen, zodat «inhoud» los is van «vorm». Daarmee is tevens een vervolgstap gezet in de toegankelijkheid van de site voor visueel gehandicapten.

Wat is er bereikt: de evaluaties van de campagnes in de voorgaande jaren hebben laten zien dat door de campagnes meer mensen de Nationale ombudsman weten te vinden. Ook in 2004 blijkt dit effect. Het is zowel zichtbaar in het aantal mensen dat telefonisch contact zoekt als in het aantal ontvangen verzoekschriften.

Wat heeft de afdeling communicatie in 2003 gekost: € 691 000. De raming was aanvankelijk € 295 000. De uitgaven zijn gestegen door het beschikbaar komen van een structureel budget voor publieksvoorlichting van € 410 000.

Artikel 7.5: ondersteunen buitenlandse ombudsinstituten

Wat wilde de Nationale ombudsman bereiken in 2004: het op initiatief van de Nederlandse regering, de Europese Unie of de Raad van Europa dan wel op verzoek van het betreffende instituut ondersteunen van ombudsman- en vergelijkbare instituten, als bijdrage aan de vorming van goed bestuur, eerbiediging van mensenrechten en versterking van de rechtsstaat, in Midden en Oost Europa, de Balkan en in landen waarmee Nederland historische banden heeft.

Wat is ervoor gedaan: er zijn samenwerkingsovereenkomsten gesloten met the Public Defender of Rights of the Czech Republic (tot en met 2005) en the People's Advocate of Roemenië (tot en met 2007). Die projecten worden gefinancierd uit Matra gelden. Tevens heeft de Nationale ombudsman samen met de Deense ombudsman deelgenomen aan een door de Europese Commissie uitgeschreven Twinning Project om een Turks ombudsmaninstituut op te zetten. Het project is uiteindelijk in december gegund aan het samenwerkingsverband van de Griekse en Oostenrijkse ombudsmannen.

Wat is er bereikt: kennisuitwisseling door wederzijdse bezoeken als bijdrage aan de verdere ontwikkeling van de desbetreffende organisaties.

Wat heeft het in 2004 gekost: € 102 000. De raming was € 43 000. Van de uitgaven is uiteindelijk een bedrag van € 35 000 in de vorm van subsidies terug ontvangen.

Personele ramingkengetallen (bedragen in € 1 000)
 Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Planning 2004
 AantalUitgaven per fteAantalUitgaven per fteAantalUitgaven per fteAantalUitgaven per fte
Nationale ombudsman en substituut2120212021022115
Personeel Algemene Dienst Nationale ombudsman10851.3110551115611154
Materiële ramingkengetallen (bedragen in € 1 000)*
 Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Planning 2004
 AantalUitgaven per fteAantalUitgaven per fteAantalUitgaven per fteAantalUitgaven per fte
 11026.5112201132111314

* aantal is inclusief materiële uitgaven voor Nationale ombudsman en substituut-ombudsman

5. De bedrijfsvoeringsparagraaf

– In 2004 is een intranet in gebruik genomen om de interne informatievoorziening beter te stroomlijnen.

– Het jaar 2004 heeft in het teken gestaan van het voorbereiden van de organisatie op de voorgenomen wet extern klachtrecht.

– In 2004 is het op initiatief van de Nationale ombudsman gestarte onderzoek afgerond van de Universiteit Utrecht naar de praktijk van de behoorlijkheidnormen door de Nationale ombudsman en andere ombudsmannen in Nederland. Dit onderzoek heeft geresulteerd in het boek Ombudsprudentie, waarin een vernieuwde lijst van behoorlijkheidcriteria is opgenomen. Om decentrale Ombudsvoorzieningen te stimuleren gebruik te maken van deze lijst is op 24 november een symposium georganiseerd.

– Er is in 2004, onder andere middels tijdschrijven, een onderzoek gedaan naar de kostendekkendheid van de klachtbehandeling voor decentrale overheden. De resultaten zijn begin 2005 beschikbaar.

– In december is gestart met de implementatie van competentiemanagement.

– In 2004 is tot slot het overleg met de bonden en de ondernemingsraad afgerond om tot een aanpassing te komen van de organisatie. Implementatie van de voornemens staat voor 2005 gepland.

Artikel 8. Kanselarij der Nederlandse Orden

1. Algemeen

De Kanselarij der Nederlandse Orden ondersteunt het Kapittel voor de Civiele Orden en het Kapittel der Militaire Willems-Orde bij hun advisering over de voorstellen tot decoratie. Tevens wordt zorg gedragen voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen en voor de correcte verzending ervan aan degenen die ze uitreiken. Er worden registers aangehouden van in het Koninkrijk der Nederlanden onderscheiden personen en in de persoon van de Kanselier der Nederlandse Orden worden de zuiverheid en waardigheid van de Orden bewaakt. De taken van de Kanselarij der Nederlandse Orden vloeien rechtstreeks voort uit de taken van de Kanselier der Nederlandse Orden en de regelgeving met betrekking tot de genoemde Kapittels en de onderscheiden orden.

2. Budgettaire gevolgen van beleid

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (bedragen in € 1 000)
8: Kanselarij der Nederlandse OrdenRealisatie 2000Realisatie 2001Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Vastgestelde begrotingVerschil
Verplichtingen2 6693 6393 6593 2974 1662 9981 168
Uitgaven2 6692 8893 0063 2033 1342 998136
1.apparaat1 8891 80420002 2502 2541 768486
2.decoraties7761 0811 0039508771 225– 348
3.riddertoelagen443335– 2
Ontvangsten61474464982969

3. Toelichting op de tabel budgettaire gevolgen van beleid

In het boekjaar 2004 heeft een beperkte reallocatie plaatsgehad (€ 0,040 mln.) van de post decoraties naar apparaatskosten in verband met diverse automatiseringsactiviteiten. Daarnaast is sprake geweest van extra budgetruimte, verkregen bij de 1e suppletore begroting ad. € 0,122 mln. Er is geen sprake van overschrijding.

De post ontvangsten laat jaarlijks een overuitputting zien, meest veroorzaakt door pro-actieve bewaking van de versierselen na het overlijden van een gedecoreerde.

4. Nader geoperationaliseerde doelstellingen

Kanselarij der Nederlandse Orden

Project Daisy

In 2004 is uitvoering gegeven aan een nieuw traject op het gebied van de automatisering. Een reeds langer gekoesterde wens van buiten onze organisatie is met name het verkrijgen van inzicht in de voortgang van de processen rondom de ingediende decoratievoorstellen. Ook de doublures in de gegevensinvoer in het gehele proces en de behoefte aan verbetering in de communicatielijnen trokken in toenemende mate een zware wissel op de verzamelde werkprocessen. Deze signalen hebben geleid tot het meer bekende pilot-project met de Provincie Zuid-Holland. Deze laatste heeft ook een bijdrage geleverd aan het door de Kanselarij der Nederlandse Orden opgestelde Functioneel Ontwerp. Dit ontwerp is vertaald naar een open source webapplicatie genaamd Daisy (Decoratie Aanvraag en Informatie Systeem). De initiële kosten (ca. € 70 000) zijn door beide organisaties gedragen en zullen naar rato worden verrekend over de deelnemende provincies.

Digitalisering Archief KNO

In 2004 is de gehele verzameling decoratievoorstellen gedigitaliseerd (ca 37 683 stuks). De nog resterende jaargang 2003 wordt in eigen beheer gedigitaliseerd, dit zal in 2005 budgettair neutraal geschieden. De ontsluiting geschiedt via het kenmerk van het voorstel in Decor (bestaand systeem).

De cartotheek met een omvang van ca. 700 000 images is eveneens gedigitaliseerd. De ontsluiting hiervan geschiedt d.m.v. een aantal kenmerkende gegevens, die geïndexeerd en raadpleegbaar zijn via een (modulaire) open-source applicatie.

Kapittel voor de Civiele Orden

In het jaar 2004 is hoegenaamd geen sprake geweest van een toename of afname van het aantal ingediende decoratievoorstellen. Hoewel het decoratiejaar loopt van 1 mei t/m 30 april is in het afgelopen kalenderjaar reeds 5260 voorstellen ontvangen en grotendeels behandeld. Het Kapittel heeft hiervoor 44 vergaderingen gehad. De directe en indirecte kosten zijn stabiel gebleven.

 
 200320042005
Aanwas decoratievoorstellen p.j.5 2005 400etc. 5 400
Digitalisering Cartotheek (eenmalig)Ca. 320 000Ca. 437 000Gereed
Digitalisering afgehandelde decoratievoorstellen (Cum)––42 400+ 5 400
Aantal verstrekte versierselen pm 

De Kanselarij der Nederlandse Orden is van mening dat de geleverde prestaties in een juiste verhouding staan tot de beleidsvoornemens 2004 en dat de uitgaven binnen de gestelde financiële kaders zijn gebleven

Kapittel der Militaire Willems-Orde

Over 2004 geen bijzonderheden.

5. De bedrijfsvoeringsparagraaf

Versierselen – aanschaf

Het lopende contract met de Koninklijke Nederlandse Munt ten aanzien van de levering van de versierselen behorende bij de Orde van Oranje-Nassau en de Orde der Nederlandse Leeuw eindigde ultimo 2004. Door de aanbestedingsomvang (gem. € 1 mln. per jaar) en vanwege het ontbreken van een vrijstelling moest al in het voorjaar Europees worden aanbesteed. De werkzaamheden hiervoor zijn uitbesteed. Als resultaat is een contract met de Koninklijke Nederlandse Munt te Utrecht getekend voor een periode van – in eerste aanleg – vijf jaren.

Versierselen – beheer

In het dienstjaar 2004 zijn twee inventarisaties gehouden respectievelijk in juni en in december. Deze laatste was verkort uitgevoerd. Het restant wordt in januari 2005 verricht. Er zijn geen noemenswaardige anomalieën ontdekt.

In 2004 moest een vervolgorder worden geplaatst bij de leverancier van de blauwe verzenddozen. Vanwege de lange voorbereidingstijd die nodig is voor een gedegen aanbesteding en vanwege de lange levertijd (> 6 maanden) is de order geplaatst bij de bestaande leverancier. Om de order economisch gunstig te doen verlopen is een hoeveelheid besteld voor een werkperiode van ruim vijf jaren. In 2004 zijn belangrijke voorbereidingen getroffen om de keurmeesterwerkzaamheden te reorganiseren en deze meer in te bedden in de staande organisatie.

Administratieve Organisatie (AO)

In 2004 is uitvoering gegeven aan het beschrijven van de Administratieve Organisatie (AO). Deze was in september grotendeels gereed en uiteindelijk in december vastgesteld. De beschrijving is in Protos geschreven en op het Intranet geplaatst.

Artikel 9. Kabinet der Koningin

Vanaf 2004 valt de begroting van het Kabinet der Koningin onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Algemene Zaken (III).

Artikel 10. Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen

1. Algemeen

Het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen (verder: het kabinet) staat de Gouverneur met raad en daad terzijde bij zijn functioneren als orgaan van het Koninkrijk en als hoofd van de Regering van de Nederlandse Antillen.

De taken van het kabinet vallen in drie delen uiteen: inhoudelijke advisering, uitvoering/controle en bedrijfsvoering:

A. Ondersteunen Gouverneur: het kabinet analyseert maatschappelijke, politieke, juridische, bestuurlijke, economische, sociale en financiële ontwikkelingen en adviseert de Gouverneur hierover. Het gaat hierbij om een veelheid aan onderwerpen, van belastingwetgeving tot constitutionele verhoudingen, van armoedebeleid tot budgetdiscipline, van privatisering tot NGO-beleid. Het kabinet is geen beleidsvormend orgaan. De informatieverwerving en analyses zijn uitsluitend bedoeld ter advisering van de Gouverneur.

B. Uitvoering/controle: de Gouverneur is belast met het toezicht op de naleving van Rijkswetten, Algemene Maatregelen van Rijksbestuur en Verdragen. In verband hiermee bereidt het kabinet de toetsing voor van de aan de Gouverneur voorgelegde Antilliaanse (concept-)regelgeving aan het hoger wettelijk kader, Koninkrijksbelangen en algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Uit enkele verdragen en Rijkswetten vloeit voort dat de Gouverneur de uitvoering daarvan verzorgt. Hierbij gaat het voornamelijk om de Paspoortwet en – voor wat betreft de uitgifte van visa- het Verdrag van Schengen.

Het kabinet bereidt de afkondiging van Rijkswetten en Algemene Maatregelen van Rijksbestuur voor en behandelt de aanvragen voor overvliegvergunningen en voor havenbezoeken.

C. Bedrijfsvoering: de zorg voor de medewerkers en het beheer van de huisvesting, het secretariaat, de (financiële) administratie, de receptie en het archief maken het gezamenlijk mogelijk dat het kabinet zijn inhoudelijke taken naar behoren kan uitoefenen. Het kabinet ondersteunt tevens de huishouding van het Paleis van de Gouverneur.

2. Budgettaire gevolgen van beleid

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (bedragen in € 1 000)
10: Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse AntillenRealisatie 2000Realisatie 2001Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Vastgestelde begrotingVerschil
Verplichtingen1 8191 8872 3982 4352 7502 484267
Uitgaven1 8191 8872 3982 4352 5782 48495
1. apparaat1 8191 8872 3982 4352 5782 48495
Ontvangsten44421573511880188

3. Toelichting op de tabel budgettaire gevolgen van beleid

De verwachte apparaatskosten (12 fte.) voor ondersteuning van de Gouverneur, uitvoering en controle en bedrijfsvoering kennen geen verbijzondering voor het jaar 2004.

4. Nader geoperationaliseerde doelstellingen

Ad. A. In totaal zijn bij het ondersteunen en adviseren van de Gouverneur drie medewerkers betrokken, die hun taken hebben verdeeld over verschillende terreinen (buitenlandse betrekkingen/defensie, juridisch/bestuurlijk, financieel/economisch). Het onderhouden van contacten, het vergaren van informatie en het schrijven van notities en memoranda zijn de belangrijkste instrumenten bij de inhoudelijke advisering.

De ondersteuning van de Gouverneur krijgt vorm door het schrijven van toespraken en de voorbereiding en de begeleiding van ontvangsten en binnenlandse en buitenlandse dienstreizen.

Ad B. Naast de gebruikelijke administratieve afhandeling van uitvoeringstaken, is bijgedragen aan de digitale doorgeleiding van Rijksregelgeving ten behoeve van publicatie in de Nederlandse Antillen. In de sfeer van controle is met name energie gestoken in het tot stand brengen van audits in het proces van uitgifte van paspoorten bij de eilandgebieden.

Ad C. Het afgelopen jaar is de programmatuur voor archiefbeheer en registratie van landsbesluiten vernieuwd. Hiermee en met de uitbreiding van de server is een weg ingeslagen naar een digitaal documentenbeheer. De in 2003 begonnen herinrichting van het paleis is afgelopen jaar nagenoeg afgerond. Met betrekking tot het paleis is er duurzaam onderhoud gepleegd en is de luchtbehandelinginstallatie vervangen. Voor het kabinet is opdracht verstrekt om de fysieke beveiliging te verbeteren en is de dienstauto van de directie vervangen.

In onderstaande tabel staat de realisatie van prestaties en productiegegevens in 2004 afgezet tegen realisaties van voorgaande jaren en de planning 2004.

Prestaties en productgegevens (In aantallen)
 Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Planning 2004Verschil 2004
Nota's, brieven en toespraken3 3943 3512 6074 500– 1 893
Doorgeleiden Landsverordeningen en besluiten4 4674 9994 5035 000– 497
Doorgeleiden Rijkswetten en verdragen1055076120– 44
Verzorgen gecodeerd berichtenverkeer529787755550205
Paspoorten573541551600– 49
Visa788735683800– 117

De verschillen in de prestaties kunnen worden toegeschreven aan een te hoge raming. Een toenemend gebruik van informeel e-mail resulteert in een afnemend aantal nota's en brieven. Externe invloeden zijn debet aan de afname van doorgeleide Landsverordeningen en besluiten.

5. De bedrijfsvoeringsparagraaf

Geen bijzonderheden.

Artikel 11. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

1. Algemene beleidsdoelstelling

Het kabinet van de Gouverneur ondersteunt de Gouverneur in de uitvoering van zijn taken als Landsorgaan en als Koninkrijksorgaan. De laatste categorie is in omvang relatief beperkt waar het de vaststelling van Landsbesluiten en Landsverordeningen betreft. Daarnaast voert de Gouverneur taken uit die in Rijkswetten c.a. zijn toegewezen. De taken van de Gouverneur, en daarmee van het kabinet, met betrekking tot naturalisatie, uitgifte van reisdocumenten en visa zijn in 2004 ongewijzigd gebleven.

2.Budgettaire gevolgen van beleid

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (bedragen in € 1 000)
11: Kabinet van de Gouverneur van ArubaRealisatie 2000Realisatie 2001Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Vastgestelde begrotingVerschil
Verplichtingen1 0571 0069051 0429821 205– 223
Uitgaven1 0571 0069051 0429821 205– 223
1.apparaat1 0571 0069051 0429821 205– 223
Ontvangsten2842717157056

3. Toelichting op de tabel budgettaire gevolgen van beleid

In 2004 was, zoals ook in voorgaande jaren sprake van duidelijk verschil tussen beschikbare en bestede middelen.

De oorzaken daarvoor waren (onder andere): formatieve onderbezetting, de toekenning van extra middelen die niet (meer) nodig waren, het vervallen van een renovatieproject aan de ambtswoning en de effecten van de zeer hoge koers van de euro. Investeringen in het kantoor werden opnieuw uitgesteld. Belangrijkste oorzaak daarvan is, zoals ook in voorgaande jaren, dat VNO nog steeds geen nieuwe huisvesting heeft en zodoende de gewenste aanpassing van het kabinet, naar het zich thans laat aanzien, eerst in de tweede helft van 2006 gerealiseerd kan worden.

4. Nader geoperationaliseerde doelstellingen

Het kabinet van de Gouverneur van Aruba (hierna: het kabinet) heeft in zijn inhoudelijke advisering aan de Gouverneur in 2004 meer dan 4600 dossiers inzake Landsbesluiten behandeld. In totaal werden 51 voorstellen voor landsverordeningen behandeld, in verschillende fasen van het wetgevingstraject.

Bij de dossiers inzake de landsbesluiten geldt dat nog steeds het overgrote deel betrekking heeft op de rechtspositionele regeling van ambtenaren. Hoewel het absolute getal ongeveer gelijk is aan het voorgaande jaar, blijkt dat in een groeiend aantal gevallen meer dossierstukken gevormd dienen te worden met het oog op de besluitvorming door de Gouverneur. Dit is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan een aantal veranderingen in de organisatie van de Landsoverheid die in 2004 werd afgerond. Zo werd een grote landelijke bewakingsdienst omgevormd tot een onderdeel van de ambtelijke organisatie enerzijds en werd anderzijds de overgang van het voormalige nationale telefoonbedrijf naar een NV van de overheid in het verslagjaar voor een groot deel gerealiseerd. De samenwerking met de betrokken personeelsdiensten is daarbij van groot belang en, binnen de beperkte ruimte die daarvoor aan beide zijden bestaat, goed te noemen.

Toenemende aandacht blijft uitgaan naar financieel economische aspecten. Met name bij landsverordeningen die (gevolgen van) de verzelfstandiging van overheidsdiensten regelen, is dit een aspect dat bijzondere aandacht vergt, binnen het kader van de vigerende comptabiliteitsregelgeving.

Naturalisatie

Het aantal verzoeken voor naturalisatie is in 2004 licht gestegen, tot 631 (2003: 600).

Daarnaast is er een duidelijke toename in de stukken die verband houden met de behandeling van al ingediende verzoeken. Het gaat hier om verzoeken vanuit de IND om aanvullende informatie, ontbrekende documenten of bijzondere nadere vragen i.v.m. de beslissing op het naturalisatieverzoek. Inclusief de dossiers die voorzien zijn van een advies van de minister van Justitie, gaat het om bijna 1000 dossiers.

Toepassing van een nieuw documentregistratiesysteem moet het mogelijk maken meer inzicht te krijgen in het aantal dossiers en de tijd die samenhangt met de afhandeling van deze verzoeken. Die informatie wordt steeds belangrijker, niet alleen voor de IND maar ook voor de verzoekers, nu inmiddels bijna 3000 ingediende verzoeken nog op behandeling wachten.

Optie

Het kabinet behandelt geheel zelf de aanvragen om via de optieprocedure het Nederlanderschap verkrijgen. In 2004 werden 57 aanvragen ingediend; in 45 gevallen werd positief beslist.

Visa

Het aantal visumaanvragen is licht gedaald van 272 in 2003 naar 216 in het jaar 2004. Het aantal toewijzingen is licht gestegen. In 2003 werd in 67% van de gevallen positief beslist op de aanvraag, in het jaar 2004 steeg dit percentage tot 74%.

Paspoorten

In het verslagjaar werden in totaal nagenoeg evenveel reisdocumenten uitgereikt als het voorgaande verslagjaar. De belangrijkste categorieën zijn nog altijd de nationale paspoorten voor Nederlanders die niet in Aruba ingeschreven zijn, de noodpaspoorten en de laissez-passer documenten.

Ondanks een aantal gerichte informatieadvertenties in alle dagbladen is het aantal verstrekte noodpaspoorten iets gestegen. De uitgifte van reisdocumenten vergt gemiddeld per geval, meer tijd. Steeds vaker zijn extra verificatiehandelingen noodzakelijk, met name om misbruik of onterechte uitgifte te voorkomen. Bezien wordt of in dit verband een aansluiting op het Basisregister Reisdocumenten zinvol is voor het kabinet.

5. De bedrijfsvoeringsparagraaf

Geen bijzonderheden.

Artikel 12. Nominaal en onvoorzien

1. Algemeen

2. Budgettaire gevolgen van beleid

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (bedragen in € 1 000)
12: Nominaal en onvoorzienRealisatie 2000Realisatie 2001Realisatie 2002Realisatie 2003Realisatie 2004Vastgestelde begrotingVerschil
Verplichtingen1571210001 332– 1 332
Uitgaven1571210001 332– 1 332
1.loonbijstelling0000000
2.prijsbijstelling0000000
3.onvoorzien1571210002000
4.waarde-overdracht en waarde-overname000001 1320
5.taakstellingen0000000
Ontvangsten0000012– 12

C. JAARREKENING

6. VERANTWOORDINGSSTAAT

Verantwoordingsstaat 2004 van de Hoge Colleges van Staat, het Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het Kabinet van de Gouverneur van Aruba (II) Bedragen in EUR1000
  (1)(2)(3)=(2)-(1)
 OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
  verplichtingenuitgavenontvangstenverplichtingenuitgavenontvangstenverplichtingenuitgavenontvangsten
 TOTAAL88 00888 0083 21887 88786 9023 785– 121– 1 106567
           
5Raad van State46 56346 5631 92144 48444 5401 718– 2 079– 2 023– 203
6Algemene Rekenkamer26 05526 0551 21726 52826 6911 627473636410
7De Nationale ombudsman7 3717 371398 9778 977971 6061 60658
8Kanselarij der Nederlandse Orden2 9982 998294 1663 134981 16813669
10Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen2 4842 48402 7502 57818826694188
11Kabinet van de Gouverneur van Aruba1 2051 205098298257– 223– 22357
12Nominaal en onvoorzien1 3321 33212000– 1 332– 1 332– 12

Het kabinet van de Koningin (artikel 9) is niet meer in de staat opgenomen vanwege het amendement Kalsbeek.

7. SALDIBALANS

SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 2004 VAN DE OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT EN KABINETTEN (IIB)
1)Uitgaven 200486 899 7512)Ontvangsten 20043 782 571
      
3)Liquide middelen161 018   
      
4)Rekening-courant RHB 4a)Rekening-courant RHB79 884 348
      
5)Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)3 275 3586)Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)6 669 208
      
7)Openstaande rechten 7a)Tegenrekening openstaande rechten 
      
8)Extra-comptabele vorderingen101 7018a)Tegenrekening extra-comptabele vorderingen101 701
      
9a)Tegenrekening extra-comptabele schulden 9)Extra-comptabele schulden 
      
10)Voorschotten2 186 03110a)Tegenrekening voorschotten2 186 031
      
11a)Tegenrekening garantieverplichtingen 11)Garantieverplichtingen 
      
12a)Tegenrekening openstaande verplichtingen2 520 89112)Openst. verplichtingen2 520 891
      
13)Deelnemingen 13a)Tegenrekening deelnemingen 
 TOTAAL95 144 750 TOTAAL95 144 750

Toelichting op de saldibalans van de overige hoge colleges van staat en kabinetten (IIB) over het jaar 2004

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten 2004

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd (2004).

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken (gebaseerd op het laatste dagafschrift) en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders.

Het totaalbedrag van € 161 018 is als volgt opgebouwd:

 
Raad van State1 727
Algemene Rekenkamer2 880
Nationale ombudsman26
Kanselarij der Nederlandse Orden en Kapittel voor de civiele orden1 418
Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen56 770
Kabinet van de Gouverneur van Aruba98 197
Totaal161 018

Ad 4. Rekening-courant RHB

Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen is het bedrag overeenkomstig het saldobiljet van genoemd departement.

Ad 5. Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

Het bedrag van € 3 275 358 aan uitgaven buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

 
aVorderingen kasbeheerders overige hoge colleges van staat en kabinetten:  
 Raad van State60 464
 Algemene Rekenkamer1 796
 Nationale ombudsman1 855
 Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen55 948
 Kabinet van de Gouverneur van Aruba2006
bOverige intra-comptabele vorderingen3 153 289
Totaal 3 275 358

Ad a. Vorderingen kasbeheerders overige hoge colleges van staat en kabinetten

De vorderingen van de Raad van State bestaan onder andere uit een voorschot salarisbetalingen (€ 57 386).

De vorderingen van het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen hebben betrekking op onder andere een bedrag aan vooruitbetaalde paspoortleges (€ 21 868), vorderingen inzake PC Privé (€ 11 478) en SAIP/KNIL (€ 10 154) en waarborgsommen (€ 7 594).

Ad b. Overige intra-comptabele vorderingen

Deze post heeft onder andere betrekking op een vordering op BZK Hoofdstuk VII (€ 2 988 955), die begin 2005 zal worden ontvangen.

Ad 6. Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)

Het bedrag van € 6 669 208 aan ontvangsten buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

 
aSchulden kasbeheerders overige hoge colleges van staat en kabinetten:  
 Raad van State104 109
 Algemene Rekenkamer4
 Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen4 042
 Kabinet van de Gouverneur van Aruba31 383
bNog af te dragen loonheffing en sociale premies5 345 087
cOverige intra-comptabele schulden1 184 583
Totaal 6 669 208

Ad a. Schulden kasbeheerders overige hoge colleges van staat en kabinetten

De schuld van de Raad van State bestaat uit van rekening-courant houders ontvangen voorschotten griffierecht die maandelijks per incasso worden verrekend (€ 104 109).

De schuld van het kabinet van de Gouverneur van Aruba bestaat uit nog af te dragen paspoortgelden (€ 31 383).

Ad b. Nog af te dragen loonheffing en sociale premies

Het betreft de in de maand december 2004 ingehouden loonheffing en sociale premies die in de maand januari 2005 aan de betreffende instanties zijn doorbetaald.

Ad c. Overige intra-comptabele schulden

Het openstaande saldo betreft met name nog af te dragen premies aan het ABP (€ 963 095) die in januari 2004 worden betaald.

Ad 8. Extra-comptabele vorderingenAd 8a. Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

Het totaalbedrag van € 101 701 is als volgt opgebouwd:

 
Algemene Rekenkamer61 008
Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen40 693
Totaal101 701

De posten van de Algemene Rekenkamer betreffen voornamelijk een tweetal vorderingen op Senter Internationaal (€ 40 002) en een vordering op de Rekenkamer Rotterdam (€ 10 581).

De post van het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen betreft een vordering op de eilandgebieden inzake paspoortgelden.

Ad 10. Extra-comptabele voorschottenAd 10a. Tegenrekening extra-comptabele voorschotten

De saldi van de per 31 december 2004 openstaande voorschotten en van de in 2004 afgerekende voorschotten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Stand openstaande voorschotten per 31 december 2004:

 
Raad van State1 680 705
Algemene Rekenkamer252 764
Nationale ombudsman252 562
Totaal2 186 031

Overzicht afgerekende voorschotten in 2004:

 
Raad van State2 669 492
Algemene Rekenkamer533 940
Nationale ombudsman13 615
Totaal3 217 047

Toelichting stand openstaande voorschotten:

De posten van de Raad van State betreffen voornamelijk in 2004 aan USZO verstrekte voorschotten (€ 1 023 511), een voorschot met betrekking tot medische begeleiding (€ 206 806) en een voorschot betreffende servicekosten (€ 145 409). Het USZO deel wordt in 2005 afgerekend, het voorschot medische begeleiding en servicekosten in 2005/2006.

De posten van de Nationale ombudsman betreffen voorschotten aan USZO (€ 148 458), Loyalis Appa (€ 81 663) en Kids Concern (€ 22 441). Deze zullen na ontvangst van een (goedkeurende) accountantsverklaring worden afgewikkeld.

De posten van de Algemene Rekenkamer bestaan voornamelijk uit in 2004 aan USZO en ABP verstrekte voorschotten die worden afgewikkeld na ontvangst van een (goedkeurende) accountantsverklaring.

Ad 12. Openstaande verplichtingen Ad 12a. Tegenrekening openstaande verplichtingen

Het bedrag van € 2 520 891 aan openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:

 
Verplichtingen 1 januari 2004  2 487 459 
Aangegane verplichtingen in 2004  87 884 215+
   90 371 674 
      
Tot betaling gekomen in 200486 899 751   
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren951 032   
    87 850 783-/-
Totaal openstaande verplichtingen per 31 december 2004   2 520 891 

8. BIJLAGE 1: AANBEVELINGEN ALGEMENE REKENKAMER

Op een aantal aandachtpunten over de bedrijfsvoering 2003, zoals de Algemene Rekenkamer die in zijn rapporten signaleerde, wordt hieronder in Audit Actielijst 2003 per college ingegaan:

1. Administratieve organisatie op onderdelen niet beschreven bij de Raad van State.

Raad van State. In 2003 is gestart met een omvangrijke herinrichting van administratieve processen en systemen bij de directie Bedrijfsondersteuning. Dit project, dat ook in 2004 is voortgezet, had enerzijds tot doel de administraties in lijn te brengen met het financieel en materieel beheer en anderzijds tot doel in staat te zijn adequate ondersteuning te bieden aan het proces van integraal management. Het project is gestart is met het herontwerp van de personele administratie en aanpassingen van de bijbehorende systemen en procedures. In 2004 is dit project vervolgd met de herinrichting van de financiële administratie.

2. Contractbeheer voldoet niet aan de daaraan te stellen eisen bij de Raad van State.

Raad van State. In 2004 is gestart met de inrichting van een contractregister; het ontbreken hiervan werd als een belangrijk knelpunt ervaren. Het register is inmiddels ingericht en beschikbaar.

3. Geen inventarisaties uitgevoerd met betrekking tot het materieel beheer bij de Raad van State.

Raad van State. De (her)inrichting van het materieel beheer staat gepland voor het jaar 2005.

Naar boven