nr. 6
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 heeft over het Jaarverslag 2004 inzake het Huis der Koningin
en over het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2004 (30 100
I, nrs. 1–2) de navolgende vragen ter beantwoording voorgelegd.
Deze vragen, alsmede de daarop bij brief van 2 juni 2005 gegeven
antwoorden, zijn hieronder afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Noorman-den Uyl
De griffier van de commissie,
De Gier
I. Jaarverslag 2004 inzake het Huis der Koningin (I) (30 100
I, nr. 1)
1
Bent u het eens met de stelling dat de wijze waarop
de in 2005 met het Koninklijk Huis verbonden kosten zijn weergegeven dezelfde
is als in de begroting 2005 is gebeurd? Is de regering zich ervan bewust dat
de motie-Kalsbeek (29 800 III, nr. 10) verder ging dan het op deze
wijze weergeven van de verschillende kosten en dat deze motie vroeg om een
inzichtelijke en integrale verantwoording van alle kosten die samenhangen
met het Koninklijk Huis? Op grond waarvan is de regering van oordeel dat de
motie-Kalsbeek op een juiste wijze is uitgevoerd?
Met de stelling dat de wijze waarop de in de verantwoording 2004 opgenomen
kosten qua opzet en daarmee presentatie dezelfde is als in de begrotingen
2005, zoals deze door uw Kamer zijn vastgesteld, ben ik het eens. Door het
presenteren van deze kosten in zowel de memorie van toelichting van begroting
I, op de wijze als door uw Kamer is voorgesteld, als in het jaarverslag, wordt
inzicht gegeven in de integrale kosten die samenhangen met het Koninklijk
Huis. Daarmee is invulling gegeven aan de motie Kalsbeek. Anderzijds wordt
daarmee recht gedaan aan de ministeriële verantwoordelijkheid voor deze
kosten welke aan de verschillende begrotingen ten grondslag ligt
II. Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag
2004 inzake het Huis der Koningin (I) (30 100 I, nr. 2)
1
Vindt u het, gelet op de uitgangspunten van VBTB, wenselijk
dat de met het Koninklijk Huis verbonden kosten voortaan op een inzichtelijke
en integrale manier worden verantwoord?
De begroting van het Huis der Koningin heeft uitsluitend betrekking op
de uitkeringen die uit hoofde van de Wet financieel statuut van het Koninklijk
Huis worden verstrekt. Gezien de aard van onderhavige begroting is deze op
grond van artikel 8 van de comptabiliteitswet 2001 uitgezonderd van de VBTB-systematiek.
Desalniettemin heb ik in de memorie van toelichting van deze begroting en
-in lijn daarmee- in het jaarverslag inzicht verstrekt in de integrale kosten
die in relatie staan tot het Koninklijk Huis.
2
Waarom heeft de Algemene Rekenkamer de onderliggende
processen ten aanzien van aan het Koninklijk Huis verbonden kosten niet kunnen
beoordelen? Heeft de Algemene Rekenkamer, mede in het licht van de motie-Kalsbeek,
u wel gevraagd om deze onderliggende gegevens? Zo ja, wat was hierop uw antwoord?
Zo neen, waarom niet? Op welke wijze zal de Algemene Rekenkamer in zijn onderzoek
over 2005 wel aandacht besteden aan de verantwoording van deze kosten? Welke
informatie acht de Algemene Rekenkamer hiertoe noodzakelijk? Zal zij u deze
informatie vragen?
Met de AR is besproken op welke wijze de regering via het jaarverslag
verantwoording wilde afleggen overeenkomstig de vastgestelde begrotingen.
Gelet op de onafhankelijke positie van de AR en het feit dat deze vraag ook
gaat over de wijze waarop de AR inhoud heeft gegeven aan haar bevoegdheden
kan ik deze vraag verder niet beantwoorden. Ik heb de AR verzocht in deze
uw Kamer nader te informeren.
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), voorzitter,
Vos (GroenLinks), Cornielje (VVD), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Van Beek
(VVD), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep
Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Wolfsen (PvdA),
Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA),
Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (LPF), Boelhouwer (PvdA),
Szabó (VVD) en Van Hijum (CDA).
Plv. leden: Klaas de Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA),
Halsema (GroenLinks), Schippers (VVD), Dubbelboer (PvdA), Kant (SP), Rijpstra
(VVD), Slob (ChristenUnie), Hirsi Ali (VVD), Griffith (VVD), Rambocus (CDA),
Van Gent (GroenLinks), Çörüz (CDA), Hermans (LPF), Van Haersma
Buma (CDA), Koser Kaya (D66), Bruls (CDA), Van Bochove (CDA), Algra (CDA),
Hamer (PvdA), Varela (LPF), Leerdam (PvdA), Balemans (VVD), Eski (CDA) en
Vergeer (SP).