30 097
Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, de Wet kinderopvang, de Huursubsidiewet en enige andere wetten

nr. 6
VERSLAG

Vastgesteld 20 mei 2005

De vaste commissie voor Financiën1 belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave Blz.

• Algemeen 1

• Inleiding 1

• Vooringevulde aanvraagformulieren 2

• De naamswijziging 3

Algemeen

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel van wet.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel.

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel om diverse wijzigingen aan te brengen op de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en enkele andere wetten. Graag stellen zij een aantal vragen ter verduidelijking.

Inleiding

De leden van de CDA-fractie hechten bijzonder aan een herkenbare en gemakkelijk toegankelijk, uniform systeem van toeslagen voor inkomensafhankelijke tegemoetkomingen in kosten.

Om deze reden hebben de leden dan ook een motie ingediend om tot een uniform begrippenkader te komen: zorgtoeslag, huurtoeslag en kinderopvangtoeslag. Met dit wetsvoorstel voert de regering die motie uit.

De toegang tot de toeslagen dient gewaarborgd te worden door mensen op een laagdrempelige manier informatie aan te bieden over de regelingen en de formulieren zo eenvoudig mogelijk te houden. De moeilijkste vraag op het formulier is ongetwijfeld de schatting van het inkomen in het komend jaar – daarop zullen de toeslagen gebaseerd zijn. Daarom hebben deze leden er bij de regering ook op aangedrongen dat mensen hulp krijgen bij het schatten van het inkomen: dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid dat mensen een formulier toegestuurd krijgen, waarop het geschatte inkomen voor het komende jaar al is ingevuld, evenals het inkomen van de partner: de toeslagen worden immers toegekend op basis van het huishoudinkomen. Bij beide gedeeltes van het wetsvoorstel hebben de leden van het CDA nog een aantal vragen.

De leden van de PvdA-fractie merken op dat bij de behandeling van het wetsvoorstel AWIR (29 764 en 29 765) bleek dat de Kamer graag een vereenvoudigde aanvraagprocedure voor inkomensafhankelijke regelingen wilde. Zo kan de Belastingdienst/Toeslagen ook ongevraagd mensen op hun mogelijke rechten attenderen. Het niet-gebruik van deze regelingen kan zo worden tegen gegaan. De leden van de PvdA-fractie juichen dat toe.

Vooringevulde aanvraagformulieren

De leden van de CDA-fractie merken op dat de belastingdienst/toeslagen een formulier kan toesturen, maar hoeft dat niet te doen. In de memorie van toelichting merkt de regering op dat zij slechts voor de zorgtoeslag de inkomensgegevens van de partner zal vermelden en dan alleen als er sprake is van huwelijk of geregistreerd partnerschap en dan alleen als er sprake is van een minimuminkomen dan wel een AOW uitkering.

De leden van de CDA-fractie hebben daarbij de volgende vragen. Vallen onder deze groep ook mensen zonder inkomen, zoals bijvoorbeeld echtgenotes, die geen betaalde baan hebben?

Wie zullen een aanvraagformulier toegestuurd krijgen met de inkomensinformatie al vermeld? Waarom is ervoor gekozen om de groep zo sterk in te perken: ware het niet logischer geweest om meer onzekere inkomensgegevens in te vullen, maar het aanvraagformulier dan te laten tekenen door beide partners?

In de memorie van toelichting wordt vermeld dat voorbedrukte aanvraagformulieren slechts zullen gelden voor de zorgtoeslag en niet voor de andere toeslagen. Echter bij de wetsbehandeling is gemeld door de regering dat er één formulier zou zijn voor het aanvragen van de zorgtoeslag en de huurtoeslag samen. Wordt dat formulier toegestuurd of moeten mensen twee formulieren invullen, eentje voorbedrukt en eentje niet?

Door invoering van de wet WALVIS beschikt de regering over een adequate informatiebron van actuele inkomensgegevens, die gebruikt dient te worden bij het invullen van de gegevens. Als iemand vanuit een langdurige bijstandssituatie op 1 september een baan aanvaardt met een bruto-inkomen van € 2000 per maand, wat is dan zijn geschatte jaarinkomen?

Na hoeveel tijd zal de persoon, die tijdens het jaar een baan aanvaardt, geïnformeerd worden dat zijn geschatte inkomen fors afwijkt van zijn werkelijke inkomen? Immers die gegevens zijn voorhanden in de polisadministratie en worden gebruikt bij de schatting van het inkomen.

Kan iedereen met het formulier voor de zorgtoeslag ook een aanvraag indienen voor de huurtoeslag om zo het niet-gebruik zo veel mogelijk tegen te gaan?

De leden van de fractie van de PvdA hebben enkele vragen. De Belastingdienst/Toeslagen zou indien zij het initiatief neemt om een concept aanvraagformulier toe te zenden van de wettelijke basis die nu wordt voorgesteld alleen gebruik maken van voorbedrukte inkomensgegevens van een partner indien men wettelijk gehuwd is of een geregistreerd partnerschap heeft. Deze leden vragen waaruit blijkt in de wet dat deze bevoegdheid zich tot deze twee mogelijkheden beperkt. Dient de Belastingdienst/Toeslagen zich niet eerst ook ervan te vergewissen of de gehuwden/geregisterd partners op het zelfde adres staan ingeschreven? Zal te allen tijde er eerst een check op de Gemeentelijke basisadministratie plaatsvinden voordat een voorgedrukt aanvraagformulier wordt toegezonden? Ook stelt de regering voor om van deze bevoegdheid alleen gebruik te maken indien er sprake is van minima en van AOW-ers. Waarom wordt de bevoegdheid tot deze doelgroep beperkt? Indien de Belastingdienst/Toeslagen meent dan de doelgroep vergroot zou moeten worden bijvoorbeeld tot mensen met een inkomen tot modaal kan deze Dienst dat dan eigenstandig besluiten of is daarvoor ministeriële toestemming nodig. Is de regering bereid een verruiming van de bevoegdheid eerst aan de Kamer voor te leggen?

Is de regering bereid om binnen twee jaar te rapporteren over de effectiviteit van het gebruik van voorgedrukte aanvraagformulieren met daarbij aangegeven in welke mate er sprake is van het beperken van niet-gebruik en de mate waarin bij partners toch onjuiste gegevens verstrekt worden?

De leden van de SGP-fractie merken op dat het wetsvoorstel de mogelijkheid aan de Belastingdienst geeft om een aanvraagformulier toe te zenden voor degenen die vermoedelijk een tegemoetkoming zullen kunnen ontvangen, waarop zo mogelijk reeds de inkomensgegevens ingevuld zullen worden. Deze leden vragen zich af in welke situaties een dergelijk vooringevuld formulier zinvol kan zijn. Er zal immers niet altijd bij de Belastingdienst duidelijkheid zijn over de hoogte van het inkomen, omdat het altijd gaat om een schatting. Kan de regering nader toelichten aan welke groepen mensen deze vooringevulde formulieren zullen worden gestuurd?

De naamswijziging

De leden van de CDA-fractie zijn uiteraard tevreden met de naamswijziging, maar hebben nog een paar resterende vragen.

Is met dit wetsvoorstel het woord huursubsidie uit alle wetten verwijderd?

Zullen burgers in de communicatie vanaf het najaar 2005 alleen nog maar met de nieuwe termen worden geconfronteerd? Wanneer zal de lagere regelgeving gewijzigd zijn, zodat ook daarin alleen de nieuwe termen voorkomen? Houdt bestaande lagere regelgeving waarin de termen nog niet tijdig zijn omgezet nog rechtskracht?

De regering gaat in het wetsvoorstel tevens in op het voorstel uit – de mede door het lid Van der Vlies van de SGP-fractie ondertekende – de motie Verburg c.s. (29 765 nr. 33) «huursubsidie» en «tegemoetkoming kinderopvang» te wijzigen. De leden van de SGP-fractie hebben over het – overigens ook in de motie voorgestelde – begrip «kinderopvangtoeslag» de vraag of het niet taalkundig beter is om te spreken over de «toeslag kinderopvang». Graag ontvangen zij hierop een reactie.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Tichelaar

De adjunct-griffier van de commissie,

Vente


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Bakker (D66), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GL), Halsema (GL), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Smits (PvdA), De Pater-van der Meer (CDA), Van As (LPF), Tichelaar (PvdA), voorzitter, Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), De Nerée tot Babberich (CDA), Koomen (CDA), Fierens (PvdA), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Heemskerk (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) en Van Egerschot (VVD).

Plv. leden: Rouvoet (CU), Koenders (PvdA), Dittrich (D66), Balemans (VVD), Kortenhorst (CDA), vacature algemeen, Duyvendak (GL), Van Gent (GL), De Ruiter (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Atsma (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Omtzigt (CDA), Eerdmans (LPF), Noorman-den Uyl (PvdA), Mosterd (CDA), Van Bommel (SP), De Vries (CDA), Hermans (LPF), Mastwijk (CDA), Rambocus (CDA), Stuurman (PvdA), Luchtenveld (VVD), Blom (PvdA), Douma (PvdA), De Vries (VVD) en Van Beek (VVD).

Naar boven