30 095
Raming der voor de Tweede Kamer in 2006 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 27 mei 2005

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van de Raming voor 2005, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat het Presidium de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over de Raming voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

Inleiding

Efficiencymaatregelen

Artikel 2 Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Stb. 1969, 594) en outplacement

Artikel 3 Wetgeving en controle tweede Kamer

2. Begrotingsvoorstellen

3. Operationele doelstellingen en prestatiegegevens

Zelfstandige begrotingsautoriteit

Samenwerking met de Eerste Kamer

De ondersteuning van de kerntaken van het parlement

(medewetgeving en controle)

Controle

Papierarm parlement/E(lectronic)-parlement/Parlis

Managementstijl en personeelsbeleid

Huisvesting

Prestatiegegevens

4. Budgettaire gevolgen van beleid

Artikelonderdeel 01 apparaatuitgaven

04 Staten-Generaal Algemeen

Artikel 4 Wetgeving en controle Eerste Kamer en Tweede Kamer

1. Algemene doelstelling

3. Operationele doelstellingen en prestatiegegevens

De samenwerking met de Eerste Kamer

Inleiding

De leden van de fracties van CDA, PvdA, VVD, GroenLinks, D66 en ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming voor 2006. Ter voorbereiding op de mondelinge behandeling van de Raming hebben zij de volgende vragen en opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie vragen het Presidium om de antwoorden op de gestelde vragen bij de Raming uiterlijk 9 juni a.s. te ontvangen. Dit met het oog op een goede voorbereiding van de bijdrage voor het notaoverleg op 20 juni a.s.

De leden van de VVD-fractie zien als een logisch vervolg op de verkiezing van de Kamervoorzitter de verkiezing van de Presidiumleden. Daaraan gekoppeld zijn de leden van de VVD-fractie voorstanders van een toedeling van portefeuilles en verantwoordelijkheden binnen het Presidium. Kan het Presidium meedelen of, indien een meerderheid wordt gevonden, de uitvoering mogelijk is na de volgende verkiezingen?

De leden van de ChristenUnie-fractie spreken hun waardering uit voor de voorgelegde uiteenzettingen over de organisatie, de realisatie van het afgelopen jaar en de plannen voor het komende jaar.

Efficiencymaatregelen

De leden van de CDA-fractie constateren dat wordt voorgesteld de Raming voor 2006 vast te stellen op 102,5 miljoen euro. In 2004 was dat 106,8 miljoen euro en werd er, zoals uit het jaarverslag blijkt, ruim 111 miljoen euro uitgegeven. Dit betekent dat wordt voorgesteld een bedrag van bijna 9 miljoen euro minder uit te geven. Waarop is deze ambitie gebaseerd? In hoeverre is het, tegen de achtergrond van het jaarverslag van vorig jaar, realistisch om dit voorstel in de Raming op te nemen? Betekent dit ook dat voorstellen voor bezuinigingen worden gedaan en op welke wijze worden deze dan precies voorgesteld? De leden van de CDA-fractie hebben behoefte aan een nadere uitgebreide argumentatie op deze punten.

In de begroting van volgend jaar zijn niet opgenomen de eventuele extra kosten door de mogelijke invoering van het burgerinitiatief, zoals uitgewerkt door het Presidium. Streefdatum van invoering is januari 2006. Kan het Presidium meedelen uit welke post dit burgerinitiatief betaald zal worden, vragen de leden van de PvdA-fractie.

De leden van de fracties van VVD en D66 wijzen op het feit dat een besluit over het niet verhuizen van ambtelijke diensten door de Kamer niet is genomen (zie handelingen Raming-2005). Deze leden gaan ervan uit dat het Presidium zich houdt aan de gedane toezeggingen op dit punt.

Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement

Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Stb. 1969, 594) en outplacement

Met betrekking tot de voorstellen ten aanzien van pensioenen en wachtgelden voor oud-leden wordt gesteld dat door de verkiezingen in mei 2002 en januari 2003 een versterkt beroep op de wachtgeldregeling voor oud-leden is gedaan. De Raming laat zien dat dit beroep in 2004 alweer fors lager was dan in 2003. Daarnaast wordt gesteld dat 0,2 miljoen euro voor outplacementfaciliteiten beschikbaar is terwijl in 2004 27 000 euro aan outplacementfaciliteiten is uitgegeven. De leden van de CDA-fractie willen graag een toelichting op dit punt. Wat zijn de gemiddelde kosten voor een outplacementtraject, wordt voldoende gebruik gemaakt van de beschikbare mogelijkheden, is er een directe relatie te leggen tussen het verminderen van de aanspraken op wachtgelden en uitgaven voor outplacement? In hoeverre maken oud-leden die in 2002 of 2003 de Tweede Kamer hebben verlaten, nog aanspraak op wachtgelden? Is het de verwachting dat de beschikbare middelen ook ingezet zullen worden gegeven het feit dat in 2004 slechts een klein deel van het beschikbare bedrag is gebruikt?

Is nu duidelijk wat de outplacement van oud Kamerleden heeft opgeleverd, vragen de leden van de PvdA-fractie. Zowel vorig jaar als het jaar ervoor hebben deze leden gevraagd naar de resultaten van de outplacement. Lezen zij goed dat er € 200 000 euro voor outplacement beschikbaar is en slechts € 27 000 is uitgegeven? Zo ja, hoe is dit grote verschil te verklaren? Zo nee, wat wordt er dan bedoeld?

Artikel 3 Wetgeving en controle tweede Kamer

2. Begrotingsvoorstellen

De leden van de CDA-fractie krijgen graag een toelichting op de posten elektrische sloten en financiering ARSG in de tabel die op bladzijde 5 van de toelichting is opgenomen. Wat wordt hiermee bedoeld?

Ten aanzien van de begrotingsvoorstellen staat in de Raming dat in 2005 een structurele uitbreiding van de beveiligingsdienst met 1,5 fte heeft plaatsgevonden en dat de inhuur van beveiliging in 2005 met 0,480 mln. euro is verhoogd. De leden van de CDA-fractie zijn enigszins verrast over deze relatief beperkte verhoging in relatie tot de mate waarin de beveiliging in het afgelopen jaar is verscherpt en versterkt. Zijn dit inderdaad de volledige kosten die voortvloeien uit het versterken van de beveiliging en kan hiermee ook in 2006 worden volstaan?

Recent is een raad van economische adviseurs aangesteld. Hiervoor is een tijdelijk budget voorzien dat deels in 2006 beschikbaar is. Gesteld wordt dat na een jaar uit de evaluatie moet blijken welk budget hiervoor structureel benodigd is. De leden van de CDA-fractie hebben echter geen voorziening aangetroffen in de Raming terwijl in elk geval helder is dat de raad voor langer dan een jaar is ingesteld. Op welke wijze wordt in de kosten voorzien?

In de Raming wordt terecht gewezen op de mogelijke consequenties die de vertaling van de aanbevelingen van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten en de subsidiariteitstoets voor de Raming kunnen hebben. De leden van de CDA-fractie zijn zich ervan bewust dat de consequenties voor de Raming niet precies kunnen worden weergegeven maar vragen toch om een schatting en nadere argumentatie, bijvoorbeeld aan de hand van een of enkele scenario's.

Vorig jaar heeft de Kamer bij de behandeling van de Raming de motie-Rambocus aangenomen. Deze motie vraagt om de bij Raming voor 2006 en daarna binnen het beschikbare volume voorrang te geven aan fractieondersteuning boven ambtelijke ondersteuning. De leden van de CDA-fractie vinden de uitvoering van deze motie nauwelijks terug in de Raming voor 2006. Gesteld wordt dat de verwerking van de taakstelling Balkenende II ten laste van het apparaatskostenbudget heeft plaats gevonden en dat hiermee tevens beoogd wordt uitvoering te geven aan de motie-Rambocus. Tegelijkertijd wordt op verschillende plaatsen in de Raming aangekondigd dat wellicht uitbreiding van de formatie van de Kamer nodig is. Deze leden verwijzen in dat verband naar de passages over beveiliging, een mogelijke uitbreiding van de Diensten Commissieondersteuning, Bureau Wetgeving en het Onderzoeks- en Verificatiebureau. Tegen deze achtergrond moeten de leden van de CDA-fractie helaas constateren dat de motie-Rambocus nauwelijks serieus wordt uitgevoerd.

De leden van de CDA-fractie willen bij de Raming graag meer aandacht besteden aan de verhouding tussen de centrale ondersteuning van het werk van de Tweede Kamer door het ambtelijke apparaat van de Kamer en en de politieke ondersteuning bij de fracties. Deze leden zijn van oordeel dat de positie van de Tweede Kamer en in het bijzonder van de politieke fracties in de toekomst verder versterkt dient te worden. Om op adequate wijze «tegenmacht» te kunnen organiseren en het controlerende en medewetgevende werk beter te kunnen doen, dient de positie van vooral de fracties te worden versterkt. De leden van de CDA-fractie nodigen het Presidium van harte uit om over dit onderwerp een visie te formuleren die als vertrekpunt gebruikt zou kunnen worden om te komen tot een werkelijke uitvoering van de motie-Rambocus.

De bezuinigingsmaatregelen van de Kamer, zoals vermindering kopieerkosten voor de Kamer, administratiekosten rekeninghouders restaurantbedrijf zijn een lastenverzwaring voor de fracties, stellen de leden van de fracties van VVD en D66 vast. Hoe is dit te rijmen met de uitgangspunten van de aangenomen motie-Rambocus? Op welke wijze is het Presidium voornemens om de motie Rambocus in 2005 en later uit te voeren?

Voorgesteld wordt om bij Voorjaarsnota € 100 000 extra te besteden aan de themacommissies. De leden van de fractie van GroenLinks vragen naar een overzicht van de themacommissies die in de loop der jaren ingesteld zijn. Wat zijn de resultaten die inmiddels zijn afgerond en wat is de gebleken meerwaarde van de commissies. Daarnaast vragen zij om een argumentatie voor de intensivering. Waarvoor is deze intensivering bedoeld?

Daarnaast vragen deze leden hoe de taakstelling die bij Voorjaarsnota op de begroting toegepast wordt, zal worden ingevuld.

Het Presidium stelt dat voor de uitvoering van de door de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten voorgestelde versterking van de controlefunctie van de Kamer het debat met de commissie wordt afgewacht. Dit debat is inmiddels gevoerd en heeft geresulteerd in een aangenomen motie-Van Hijum c.s. Kan er inzicht gegeven worden in de manier waarop deze motie zal worden uitgevoerd en wat de voortgang ervan is?

De leden van de fractie van de ChristenUnie plaatsen kanttekeningen bij de voorgestelde verwerking van de motie-Rambocus. De motie heeft als strekking voorrang te geven aan politieke ondersteuning van Kamerleden boven ambtelijke ondersteuning. Dit is slechts verwerkt door de taakstelling Balkenende II niet voor de fracties door te voeren.

Anders beschouwd moet evenwel worden vastgesteld dat de budgetten voor fracties in totaal niet of nauwelijks toenemen, terwijl de apparaatskosten, zie het uitgavenoverzicht onder paragraaf 4, in elk geval veel forser toe lijken te nemen. In meerjarig opzicht hebben deze leden ook de indruk dat het aantal Kamerambtenaren de neiging heeft stelselmatig toe te nemen; bij de fracties is sprake van stabilisatie. Anderzijds worden fracties bij gelijke budgetten herhaaldelijk voor nieuwe uitgaven geplaatst, bijvoorbeeld om het sterk toegenomen emailverkeer op te vangen, maar veel meer voorbeelden zijn te noemen.

In dit verband plaatsen zij tevens enkele kanttekeningen bij de tendens inhoudelijke politieke ondersteuning van de Kamerfracties in toenemende mate ook bij ambtelijke diensten te leggen, onder meer in de staven van de DCO's. Zij stellen vast dat daar wel grenzen aan zitten. Het is zeer de vraag of er wel behoefte is aan substantiële inhoudelijke ondersteuning van de fracties door DCO's. Aanleiding voor deze twijfel is het vereiste van politieke neutraliteit. Daarmee is de speelruimte op het vlak van inhoudelijke ondersteuning beperkt. In bijvoorbeeld wetgevingsrapporten zou je dan weliswaar kunnen terugvallen op meer technische analyses, maar daar bestaat weer minder behoefte aan bij de leden, zo is hun indruk, terwijl in de Raming juist wordt voorgesteld het instrument wetgevingsrapporten meer te gebruiken. Maar het vraagstuk speelt ook bij andere vormen van inhoudelijke ondersteuning. Hoe deskundig een advies ook is, het advies vraagt uiteindelijk om een politieke vertaling, die een ambtelijke adviseur uit de aard der zaak niet kan leveren. Zij vragen het Presidium hierop te reageren.

3. Operationele doelstellingen en prestatiegegevens

Zelfstandige begrotingsautoriteit

De leden van de PvdA-fractie willen een zo groot mogelijke financiële onafhankelijkheid van de Kamer ten opzichte van de regering en vinden dat de oplossing zoals het kabinet voorstelt in de tweede wijziging van de Comptabiliteitswet, onvoldoende tegemoet komt aan de wens van de Kamer zoals neergelegd in de motie-Dubbelboer (kamerstuk 29 527 nr 15). Ook hier willen deze leden aan de orde stellen, zoals zij dat gedaan hebben bij de Comptabiliteitswet, dat zij vinden dat de zelfstandige begrotingsautoriteit steviger verankerd moet worden in de wet en zij kondigen hier dan ook aan dat zij voorstellen zullen doen bij de behandeling van de Comptabiliteitswet.

Samenwerking met de Eerste Kamer

Sinds 2004 hebben de Staten-Generaal een permanente vertegenwoordiger bij het Europese Parlement. Welke ervaringen zijn hiermee zijn opgedaan, in welke mate wordt een beroep gedaan op de permanente vertegenwoordiger, is hiermee afdoende voorzien in de veronderstelde behoefte, vragen de leden van de CDA-fractie.

In de Raming wordt verondersteld dat als gevolg van het steeds belangrijker worden van Europese wetgeving en beleidsontwikkeling en de subsidiariteitstoets een groter beroep zal worden gedaan op de staf van de commissie voor Europese Zaken en de overige medewerkers van de Diensten Commissieondersteuning. De leden van de CDA-fractie onderkennen het belang van een tijdige en intensieve betrokkenheid van het nationale parlement bij Europese ontwikkelingen. Zij vragen echter of dit zo een op een tot een groter beslag op de ambtelijke ondersteuning zal leiden en vragen om een nadere argumentatie op dit punt.

Kan het presidium meedelen wat de bevindingen en de tot nu toe bereikte resultaten zijn van de permanente vertegenwoordiger van de Kamer in Brussel, vragen ook de leden van de VVD-fractie.

Het Presidium schrijft dat na ratificatie van de Europese Grondwet personele uitbreiding noodzakelijk is. Ook bij de uitwerking van de subsidiariteitstoets zinspeelt het Presidium op uitbreiding van de formatieruimte. Deze leden vragen waar deze verwachtingen op zijn gebaseerd, aan welke taken wordt gedacht en of niet kan worden volstaan met een interne herschikking van taken.

De leden van de D66-fractie zien met het Presidium het toenemend belang van deskundigheid op het gebied van Europese wet- en regelgeving. Welke alternatieven om aan het grotere beroep op deskundigheid over Europese wet- en regelgeving te kunnen beantwoorden, ziet het Presidium voor uitbreiding van de formatie op dit gebied?

De ondersteuning van de kerntaken van het parlement (medewetgeving en controle)

De leden van de CDA-fractie hebben veel waardering voor het werk dat de medewerkers van Bureau Wetgeving verrichten. In de Raming wordt onder andere melding gemaakt van de inzet van wetgevingsjuristen van de Academie voor de Wetgeving. Ook worden enkele andere ontwikkelingsmogelijkheden geschetst. Deze worden echter niet vertaald in budgettaire consequenties. De leden van de CDA-fractie willen graag weten of en zo ja, welke consequenties voor de Raming te voorzien zijn.

Hoe zijn de ervaringen geweest bij het bureau wetgeving met zijn versterking door stagiaires en aanstellen van juridische expertise van ministeries? Is dit voldoende gebleken, vragen de leden van de PvdA-fractie.

Het Presidium stelt dat het voornemens is om bureau wetgeving een rol te geven bij het opstellen van initiatiefnota's, aldus de leden van de fractie van GroenLinks. De vraag is in hoeverre hiervoor ondersteuning door een ambtelijke dienst gewenst is. Zijn er signalen gekomen van leden die behoefte hadden aan ondersteuning die zij niet konden krijgen van de fractie? Welke rol ziet het Presidium weggelegd voor bureau wetgeving?

Daarnaast vragen deze leden naar een overzicht van de initiatiefnota's die sinds de wijziging van het Reglement van Orde (RvO) zijn ingediend. Tenslotte vragen zij naar de procedure die gevolgd wordt bij de behandeling van een initiatiefnota. Is hiervoor een protocol opgesteld en hoe wordt daarmee omgegaan?

Controle

Gesteld wordt dat de verschuiving van vaste commissies in de richting van tijdelijke, onderzoeks- en themacommissies nog steeds opgeld doet. De leden van de CDA-fractie herkennen deze trend. Zij hechten eraan te beklemtonen dat op het gebied van de ambtelijke ondersteuning sprake moet zijn van een verschuiving en niet van een intensivering. Keuzen die op dit punt in de Raming in het vooruitzicht worden gesteld, zullen binnen dit budgettair neutrale kader moeten blijven.

Op nog al wat onderdelen vinden veranderingen plaats in de werkwijze waarbij (nog) niet duidelijk is wat de personele consequenties zijn. De subsidiariteittoets, tijdelijke, onderzoeks- en themacommissies worden in dit verband genoemd. Is het toch mogelijk om een indicatie te geven van de extra hoeveelheid personeel dat hiermee is gemoeid, vragen de leden van de PvdA-fractie.

Bij de VBTB zijn de ervaringen wisselend. Dit jaar werden jaarverslagen door het kabinet erg laat aangeleverd. Deze leden wachten verder af welk resultaat de evaluatie van dit jaar zal opleveren.

De leden van de D66-fractie hechten aan de (inhoudelijke) ondersteuning van de controlerende taken van het parlement. Zij zijn gecharmeerd van het idee van een parlementair budgetinformatiesysteem (zoals het Amerikaans Congres kent) dat tussentijds informatie verschaft over de aanwending en uitputting van door de Kamer gevoteerde begrotingsgelden.

Deze leden zouden graag inzicht krijgen in de raming van de kosten van de afzonderlijke organisatieonderdelen die zich met de ondersteuning van de controlerende taak bezighouden (Rijkuitgaven en OVB).

Papierarm parlement/E(lectronic)-parlement/Parlis

De leden van de CDA-fractie onderkennen het belang van digitale informatievoorziening. Zij volgen de ontwikkelingen op dit gebied kritisch en denken dat op dit punt nog forse verbeterslagen mogelijk zijn.

In elk geval vragen deze leden aandacht voor de kwaliteit van de voorziening bij de leden thuis. De in het vooruitzicht gestelde verbeteringen zijn niet of te laat gerealiseerd en de kwaliteit van de netwerkverbinding laat onvoorstelbaar veel te wensen over. Op welke termijn en hoe wordt hier nu eindelijk de lang in het vooruitzicht gestelde verbetering gerealiseerd?

De leden van de CDA-fractie onderschrijven de ambitie om tot een papierarm parlement te komen. Tegelijkertijd vragen deze leden aandacht voor het risico van verschuiving van kosten. Als vergaderstukken of andere stukken alleen nog elektronisch beschikbaar worden gesteld, zal zich naar de stellige overtuiging van deze leden de situatie voordoen dat vervolgens alle stukken door de leden en medewerkers individueel worden geprint. Dit gebeurt dan met apparatuur die hierop eigenlijk niet is berekend en ook tegen hogere kosten. Bovendien dreigt een verschuiving van beheerskosten in de richting van de fracties. Kan de vraag worden beantwoord of deze risico's inderdaad aanwezig zijn en op welke wijze deze worden ondervangen?

Kan preciezer worden meegedeeld welke activiteiten onder het project Staten-Generaal digitaal vallen?

Het contract voor mobiele telefonie met Orange/Dutchtone loopt af in 2006. Oriënteert het Presidium zich reeds op andere providers? De leden van de CDA-fractie uiten nogmaals hun ontevredenheid over de dekking van de huidige mobiele telefoons. De ontvangst is zeker op en nabij trajecten waar intercitytreinen lopen zo goed als waardeloos.

Tevens hebben de leden van de CDA-fractie de indruk dat niet voldoende gebruik gemaakt wordt van overlegfora waarin ook Kamerleden zitting hebben zoals het STOI en het GAA. Kan worden toegezegd dat het Presidium over zaken die automatisering betreffen of raken, geen besluiten neemt dan nadat deze fora hierover aan het Presidium advies hebben uitgebracht?

De leden van de PvdA-fractie stemmen in met het streven naar een papierarm parlement. Hoeveel minder papier is er gebruikt? Is het Presidium eigenlijk tevreden over het streven naar een papierarm parlement? Ook als in overweging wordt genomen dat vaak bijlagen op het ministerie in druk zijn verschenen, maar deze niet aan het parlement worden toegezonden, zodat uitdraaien gemaakt moeten worden van de bijlagen bij de mails? Overigens zijn er ook berichten dat sommige bijlagen niet worden meegezonden of dat slordig geïnformeerd wordt waar bijlagen te vinden zijn. Is het mogelijk om een van de serviceverlenende diensten tot centraal informatiepunt te maken? Hierop ontvangen deze leden graag een reactie.

De interactiviteit van het parlement moet worden vergroot. Ook dit streven steunen zij. Is het mogelijk om digitale debatten te entameren: een soort publiek parlementair forum te creëren met stellingen op basis van actuele discussies in het parlement?

Kan het Presidium de kosten weergeven van de investeringen voor mobiele telefoons voor de leden inclusief de personele component en de gesprekskosten, vragen de leden van de VVD-fractie. Welke afschrijvingstermijn wordt gehanteerd bij de mobiele telefoons voor leden? Kan het Presidum meedelen of, en zo ja welke, voorzieningen zijn getroffen om de klachten over de bereikbaarheid van de mobiele telefoons van leden te verhelpen?

Nieuw Intranet van de Kamer is met veel tamtam ingevoerd. Hoe staat het met de uitvoering van een intranet voor fracties, vragen de leden van de VVD-fractie.

Kan inzicht worden gegeven in de geraamde kosten voor interne voorlichting, vragen de leden van de D66-fractie. Wat gaan we daarvoor doen en wat willen we daarmee bereiken? De afgelopen maanden hebben de leden van de D66-fractie met enige verbazing kennisgenomen van de interne voorlichtingscampagnes ten behoeve van het nieuwe intranet «plein 2». Deze leden zijn vooral verbaasd over de relatie tussen de vrij intensieve campagne (compleet met posters, stickers, kartonnen bureauwegwijzers en proefopstellingen met breedbeeld monitoren) en de vrij beperkte werkelijke veranderingen.

Deze leden hebben het idee dat het gebruikersgemak van intranet nog wel iets kan worden verbeterd en hebben daarover de volgende vragen:

• Waarom is bij schorsingen van de plenaire vergaderingen alleen op intranet te zien dat er geschorst is en niet tot hoe laat er geschorst is en welk onderwerp van de agenda op dat moment aan de orde is?

• Waarom staan alleen uitgaande commissiebrieven op de intranet commissiepagina en niet alle inkomende brieven aan de commissie?

• Waarom is het op convocaties voor algemene overleggen niet mogelijk de op de agenda staande brieven «aan te klikken» en dan bij het desbetreffende document te komen?

• Waarom is de Kamerbode niet via het intranet raadpleegbaar?

• Hoe lang duurt het dat een ingediende motie via intranet (parlando) te raadplegen is?

• Waarom zijn de (concept)verslagen van vergaderingen van vaste kamercommissies nog op geen enkele commissiepagina raadpleegbaar?

De leden van de D66-fractie zijn blij dat de eerste resultaten zichtbaar zijn van het reduceren van de papierstroom. Een gevolg hiervan is dat het voor fracties omslachtiger wordt de stukken voor algemeen overleggen te verzamelen. Zij pleiten voor de mogelijkheid dat een kopieerbaar setje van de stukken voor een algemeen overleg via de commissiebureaus beschikbaar komt. Komt dit overeen met de doelstellingen van het nieuw parlementair informatiesysteem (Parlis)? Wanneer in 2005 wordt dit systeem in gebruik genomen?

Zou de papieren oplage van de Kamerbode niet drastisch naar beneden kunnen als de Kamerbode via het intranet raadpleegbaar wordt?

De leden van de D66-fractie informeren of het mogelijk is om de fractiesecretarissen te attenderen (bijvoorbeeld via SMS) over het feitelijke tijdstip waarop de regeling van werkzaamheden begint.

Managementstijl en personeelsbeleid

Met teleurstelling hebben de leden van de CDA-fractie geconstateerd dat de voorziening voor kinderopvang opnieuw later dan voorzien geopend zal worden. Wat is de oorzaak van de vertraging en kan zekerheid worden geboden over het precieze moment van opening? In hoeverre heeft een latere opening ook consequenties voor gebruikers van de kinderopvang in die zin dat deze mensen opnieuw extra voorzieningen moeten treffen?

Is het het Presidium bekend of er bij de Kamerbewoners de behoefte aan een fitnessruimte bestaat, vragen de leden van de PvdA-fractie. Zo ja, wat is hiervan de uitkomst? Zo nee, zou die behoefte kunnen worden gepeild? Is het mogelijk om een fitnessruimte binnen het gebouw van de Tweede Kamer in te richten en welke kosten zouden daarmee gemoeid zijn?

Huisvesting

De aanpassingen en verbeteringen van de beveiligingsloges en toegangen zijn voor iedere bewoner en bezoeker van de Kamergebouwen zichtbaar en merkbaar. Zijn alle kosten die hierbij gemaakt zijn, op te vangen binnen de voor 2005 voorziene budgettaire ruimte, vragen de leden van de CDA-fractie.

Deze leden vragen in dit verband aandacht voor nog twee punten. Gebleken is dat de Kamergebouwen nog steeds niet voldoende toegankelijk zijn voor gehandicapten. Zij betreuren dit zeer. Kan worden meegedeeld waar welke onvolkomen nog aanwezig zijn en wanneer deze verholpen worden?

Ook hebben deze leden geregeld gemerkt dat de bezoekerspassen aan tijden gekoppeld zijn en dat bezoekers op het moment dat het bezoek langer heeft geduurd dan voorzien niet met hun bezoekerspas het pand kunnen verlaten. Zij vinden dit buitengewoon ongastvrij en willen graag dat hiermee zo snel mogelijk anders wordt omgegaan.

Voor 2006 is een aanpassing voorzien van de plenaire vergaderzaal, merken de leden van de PvdA-fractie op. Op bladzijde 10 staat dat er gestreefd wordt naar het toegankelijk maken van de informatie in de plenaire zaal. Kan duidelijker worden geantwoord wat er zal gebeuren? Worden de bankjes uitgerust met intra- en/of internetfaciliteiten? Wordt ook gekeken naar de mogelijkheden en de voor- en nadelen van elektronisch stemmen? Wanneer wordt de mogelijkheid van elektronisch stemmen ingevoerd, vragen ook de leden van de D66-fractie.

De leden van de PvdA-fractie vragen of er bij de herinrichting van de plenaire zaal ook gekeken kan worden naar de indeling van spreekgestoelte en plaats van het kabinet. Deze leden menen dat de situatie in de zaal niet optimaal is en dat er gestreefd moet worden naar een indeling waarbij Kamer en regering meer tegenover elkaar komen te spreken, dan zoals nu naast elkaar (Vak K en spreekgestoelte). Ook bij commissievergaderingen vinden deze leden dat de indeling ongelukkig is. Zijn er initiatieven te verwachten om ook hier beter recht te doen aan het principe dat regering en Kamer «tegenover» elkaar staan?

Voorts wordt meegedeeld dat de schoonmaakwerkzaamheden zullen worden uitbesteed.

De leden van de PvdA-fractie vragen of bij het aannemen van personeel of bij het uitbesteden van werkzaamheden aan externe bedrijven, rekening wordt gehouden met veiligheidsrisico's. Op dit moment is het zo dat bezoekers aan het gebouw door detectiepoortjes moeten. Maar personeel en (oud-)Kamerleden worden niet extra gecontroleerd. Is of wordt overwogen om veiligheidspoortjes te installeren voor iedereen die naar binnen wil?

Is de sluiting van CIP balie om 21.00 uur gerealiseerd? Zo ja, welke besparing heeft dat opgeleverd? Is bekend of er klachten zijn wegens deze vervroegde sluitingstijd?

De leden van de VVD-fractie merken op dat de inrichting beveiligingscontrole bij de vernieuwde ingang Plein eruit ziet als tijdelijk en niet professioneel. Is dat de bedoeling?

Kan het Presidium zeggen welke afschrijvingstermijn wordt gehanteerd voor het meubilair? Wordt dit niet te snel vervangen? Aan welke werkzaamheden denkt het Presidium bij zijn voornemen om de plenaire zaal te renoveren?

De leden van de GroenLinks-fractie zouden graag inzicht willen hebben in de schoonmaakinspanning in de gebouwen van de Kamer. De indruk bestaat bij deze leden dat de inspanning het afgelopen jaar verminderd is. Kunnen deze leden een overzicht krijgen van de wijze waarop de afgelopen jaren de gebouwen worden schoongemaakt en de ontwikkeling van het budget? Graag met een onderbouwing van eventuele veranderingen in het budget door de jaren heen. Kan daarbij aangegeven worden welke schoonmaakinspanning geleverd zou kunnen en moeten worden om de overlast van muizen te verminderen? Wat zouden hiervan de budgettaire gevolgen zijn? Daarnaast vragen deze leden naar een reden waarom er gestart wordt met een proef tot uitbesteding van de schoonmaak. Welke voordelen worden er gezien? Denkt het Presidium hiermee efficiencyvoordelen te behalen, en zo ja, hoe groot zijn deze dan? Om hoeveel arbeidsplaatsen gaat het?

Ten aanzien van het restaurantbedrijf vragen de leden van de fractie van GroenLinks naar een overzicht van de producten in de restaurants en bij vergaderservice die biologisch zijn dan wel voorzien van een keurmerk eerlijke handel, zoals Max Havelaar/Fair Trade. Zij vernemen graag het beleid van de Kamer aangaande het duurzaam inkopen. In hoeverre verstrekken de restaurants in de Kamer nu biologische producten ( wat is het assortiment) en hoe duurzaam is de koffie en thee? Is de indruk juist dat het aantal biologische producten dat verkrijgbaar is in de Kamer is afgenomen (zuivel, eieren)? Is er een plan van aanpak om het percentage biologische producten te doen toenemen? Is er door desbetreffende facilitaire diensten onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om het assortiment biologische producten uit te breiden en zo ja, wat is daarvan het resultaat? Zou dit in relatie bezien kunnen worden met ervaringen van andere restaurants van overheidsdiensten met biologische producten? Is er onderzoek gedaan naar de kostenaspecten van het uitbreiden van het assortiment van biologische producten?

Het voornemen is de schoonmaak van het gebouw uit te besteden. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of dit veiligheidsproblemen zou kunnen geven, als het gaat om een deugdelijke screening van mensen die permanent toegang hebben tot het gebouw.

Prestatiegegevns

De leden van de CDA-fractie wachten met belangstelling de evaluatie af van de wijziging van het Reglement van Orde. Wanneer worden de resultaten daarvan bekend? Vooruitlopend daarop hebben deze leden in elk geval de indruk dat de ingevoerde veranderingen niet lijken te brengen wat ervan verwacht werd. Tevens vragen zij het Presidium wat de stand van zaken is met betrekking tot de uitvoering van de motie-Bruls/Van Beek die vraagt om voorstellen met betrekking tot cultuurverandering.

Kan het Presidium aangeven hoeveel debatten via de nieuwe-spoeddebattenregel (30 leden) zijn gehouden en door welke fracties die zijn aangevraagd, vragen de leden van de VVD-fractie.

Het aantal schriftelijke vragen stijgt, zo blijkt uit het overzicht. Graag ontvangen deze leden een uitsplitsing van het aantal gestelde vragen per fractie.

Het aantal verworpen moties is in de jaren 2003 en 2004 verhoudingsgewijs aanmerkelijk hoger dan in de jaren 2000, 2001 en 2002. Deze leden verzoeken een uitsplitsing van de verworpen moties per fractie over deze jaren. Waarin ligt volgens het Presidium de oorzaak van het verschijnsel?

De leden van de VVD-fractie zien een aanzienlijke tijdbesparing èn een aanzienlijke efficiencyslag als het bij algemeen overleggen mogelijk wordt om moties in te dienen.

Daarmee worden VAO's overbodig, de plenaire vergadering wordt daarmee ontlast en een debat wordt in één keer afgerond. Kan het presidium antwoorden of zij deze mening deelt en of en zo ja, welke wijzigingen van het RvO hiervoor nodig zijn.

De leden van de D66-fractie vragen naar de uitvoering van de motie-Dijksma (29 267 nr 8) over verbetering van het vragenuur.

4. Budgettaire gevolgen van beleid

Artikelonderdeel 01 apparaatuitgaven

De leden van de CDA-fractie vinden de informatie onder artikel onderdeel 01 apparaatuitgaven onvoldoende. Zij missen de raming van uitgaven voor de jaren 2005 en 2006. Zij willen deze informatie graag alsnog ontvangen om zich een beeld te kunnen vormen van de meest recente ontwikkelingen. Ook willen zij graag de cijfers zien van de formatieve voorstellen die bij gelegenheid van de Voorjaarsnota 2005 verwerkt zullen worden zoals aangegeven in de Raming.

In de Raming voor 2005 stond dat de formatie van het ambtelijk personeel 507,6 fte's omvatte. In de Raming voor 2006 is dit gegroeid tot 554,2. Deze toename kan op basis van de tekst van de Raming slechts gedeeltelijk worden verklaard. De leden van de CDA-fractie vragen het Presidium om de verschillen ten opzichte van 2005 precies en per organisatieonderdeel in beeld te brengen, inclusief een overzicht van het aantal fte's per schaal zoals de leden van de CDA-fractie ook bij de Raming voor 2005 hebben gevraagd. Zij vragen om daarbij preciezer mee te delen waar de mensen die behoren tot de 43.67 fte bij de Dienst Automatisering en de 65,67 fte bij de Dienst Informatievoorziening zich mee bezighouden.

De leden van de CDA-fractie krijgen voorts graag een overzicht van de kosten die de tijdelijke commissie infrastructuur heeft gemaakt en een kostenvergelijking met de commissie die onderzoek heeft gedaan naar de bouwfraude.

De leden van de CDA-fractie vragen het Presidium concreet aan te geven op welke wijze de door de Algemene Rekenkamer geconstateerde tekortkomingen in het beheer worden aangepakt. De Algemene Rekenkamer stelt dat in het bijzonder voor het naleven van de voorschriften voor contractbeheer en het verplichtingenbestand, het naleven van aanbestedingsvoorschriften en de betalingsverificatie nog onvolkomenheden aanwezig zijn.

De leden van de VVD-fractie merken op dat de gemiddelde fractiekosten per vergaderuur zij vermeld, met een stijgende lijn tot 2003 en een daling in 2004. Kan het Presidium zeggen welke reeksen door elkaar zijn gedeeld?

In dit overzicht dalen de kosten van uitzending van leden. Wat is daarvan de oorzaak?

Is het waar dat de kosten van een reis van de commissie BuZa naar Mozambique € 60 000,– bedroegen? Zo ja, kan het Pesidium aangeven wat daarvan de reden is?

De formatieve omvang van de Kamerorganisatie is per 01-01-2005 uitgebreid weergegeven. Hoe verhouden deze aantallen zich ten opzichte van eerdere jaren?

04 Staten-Generaal Algemeen

Artikel 4 Wetgeving en controle Eerste Kamer en Tweede Kamer

1. Algemene doelstelling

Sinds enige tijd is een dienst zoals de Dienst Verslag en Redactie (voormalige Stenografische Dienst) een onderdeel van de organisatie van de Tweede Kamer, merken de leden van de PvdA-fractie op. Voor die tijd had de Stenografische Dienst nog een Gemengde Commissie als bevoegd gezag en de dienst had een eigen directeur. De genoemde dienst en eerder ook andere diensten zijn gestroomlijnd en onder de organisatie van de Tweede Kamer gebracht. De dienst Verslag en Redactie werkt op basis van een dienstverleningsovereenkomst ook voor de Eerste Kamer. Het lijkt voor de hand te liggen deze stroomlijning van de organisatie voort te zetten door ook de Griffie Interparlementaire Betrekkingen – die nu nog tussen Eerste en Tweede Kamer «in hangt» – onder te brengen bij de Tweede Kamer organisatie. Zou dit een verbetering van de dienstverlening door de Griffie Interparlementaire betrekkingen met zich mee kunnen brengen? Hoe zit het met de onafhankelijkheid van het toezicht op het functioneren van de griffie en bijvoorbeeld de stenografische dienst? Wie bepaalt nu eigenlijk waar en op welke manier verslag wordt gedaan, bijvoorbeeld bij buitenlandse bezoeken?

3. Operationele doelstellingen en prestatiegegevens

De samenwerking met de Eerste Kamer

Vorig jaar is gesproken over de mogelijke besparing die samenwerking met de Eerste Kamer zou opleveren. Uitdrukkelijk is uitgesproken dat het in ieder geval niet meer mocht kosten. Is dat ook het geval, vragen de leden van de VVD-fractie.

De voorzitter van de commissie,

Noorman-den Uyl

De griffier van de commissie,

De Gier


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Voorzitter, Vos (GL), Cornielje (VVD), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Van Beek (VVD), Ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GL), Wolfsen (PvdA), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (LPF), Boelhouwer (PvdA), Szabó (VVD), Van Hijum (CDA) en Vacature (algemeen).

Plv. leden: De Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA), Halsema (GL), Schippers (VVD), Dubbelboer (PvdA), Kant (SP), Rijpstra (VVD), Slob (CU), Hirsi Ali (VVD), Griffith (VVD), Rambocus (CDA), Van Gent (GL), Vacature (PvdA), Çörüz (CDA), Van As (LPF), Van Haersma Buma (CDA), Koser Kaya (D66), Bruls (CDA), Van Bochove (CDA), Algra (CDA), Hamer (PvdA), Varela (LPF), Leerdam, MFA (PvdA), Balemans (VVD), Eski (CDA) en Vergeer (SP).

Naar boven