30 089 (R 1788)
Goedkeuring van het op 13 mei 2004 te Straatsburg tot stand gekomen Protocol nr. 14 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, betreffende wijziging van het controlesysteem van het Verdrag (Trb. 2004, 191 en 285)

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 5 juli 2005

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen en gemaakte opmerkingen tijdig en voldoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

ALGEMEEN

De leden van de fractie van de PvdA erkennen het belang van hervormingen teneinde de werklast van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te verminderen. Daarbij dient er garantie te zijn dat een nieuwe ontvankelijkheidsdrempel geen belemmering voor het aanmelden van serieuze klachten mag opleveren. De leden van de fractie van de PvdA vragen daarom of er op enig moment een evaluatie zal komen van het Protocol en of eventuele ernstige negatieve effecten van het Protocol op de noodzakelijke toegankelijkheid van het Hof dan nog teniet kunnen worden gedaan. De leden van de fractie van de PvdA verwachten en hopen dat Protocol nr. 14 met enige vaart zal worden geratificeerd zodat het Hof op efficiënte wijze het succesvolle werk zal kunnen voortzetten.

De leden van de fractie van de VVD hebben met belangstelling en instemming kennisgenomen van onderhavige goedkeuringswet. De stijging van de werklast van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 5.000 zaken begin jaren negentig tot 18.000 ten tijde van de inwerkingtreding van Protocol nr. 11 in 1998 en tot 35.000 in 2003 maakt dit Protocol nr. 14 noodzakelijk. De leden van de fractie van de VVD kunnen daarom instemmen met de voorgestelde wijzigingen, zoals het filteren van klachten door een alleenzittende rechter, de vereenvoudigde procedure voor kloonzaken en de nieuwe ontvankelijkheidsdrempel. Dit alles moet het Hof kunnen ontlasten. De leden van de fractie van de VVD vragen zich wel af of met dit Protocol het Hof ook een nieuwe verdubbeling van het aantal zaken in vijf jaar aankan. Wordt er een verdere stijging van het aantal zaken verwacht?

SPECIFIEKE VRAGEN

De leden van de fractie van de PvdA nemen met instemming kennis van de mogelijkheden binnen het Protocol om een betere naleving van de uitspraken van het Hof door de lidstaten mogelijk te maken. Zij vragen zich daarbij af in welke mate de Raad van Europa nieuwe lidstaten zal ondersteunen via technische assistentie en hoe versterkte mechanismen voor monitoring voor alle lidstaten vorm zouden kunnen krijgen. Hierbij denken zij dan bijvoorbeeld aan de recente uitspraken ten aanzien van Tsjetsjenië.

De leden van de fractie van de PvdA vinden het van het allergrootste belang dat Nederland zich ook zelf nauwgezet houdt aan uitvoering van uitspraken van het Hof. Deze leden dringen dan ook ten zeerste aan op nauwkeurige en vlotte uitvoering van uitspraken van het Hof. Hoe gaat de Nederlandse regering er in de toekomst zorg voor dragen dat rechtelijke uitspraken van het Hof met de grootst mogelijke voortvarendheid ten uitvoer worden gebracht en er geen tijd verloren gaat, zoals met de «interim measures» met betrekking tot Somaliland en Puntland het geval was?

De leden van de fractie van de VVD zijn van mening dat de regering in het Nader Rapport wel heel makkelijk voorbij gaat aan de stijging van de werklast die, volgens de Raad van State, van dit Protocol uitgaat voor de griffie. Het is niet voldoende te stellen dat binnen de Raad van Europa de discussie over flankerende maatregelen teneinde de capaciteit van de griffie te verhogen nog niet is uitgekristalliseerd. Als de werklast van de griffie door dit Protocol juist toeneemt, zou het dan niet verstandig zijn met de inwerkingtreding van dit protocol te wachten tot de flankerende maatregelen bij de griffie uitgekristalliseerd zijn? Kan de regering aangeven wat de stand van zaken op dit terrein binnen de Raad van Europa is? Is er uitzicht op een oplossing voor de griffie? De leden van de fractie van de VVD verwachten een heldere uiteenzetting van de regering over wat dit Protocol voor de werklast van de griffie betekent, wat daarvan de gevolgen zijn en op welke termijn en in welke richting de oplossing daarvan zich aan het uitkristalliseren is.

De voorzitter van de commissie,

De Haan

De adjunct-griffier van de commissie,

Van Toor


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Rijpstra (VVD), Dijksma (PvdA), De Haan (CDA), Voorzitter, Koenders (PvdA), Karimi (GL), Timmermans (PvdA), Ondervoorzitter, Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), Wilders (Groep Wilders), Van Baalen (VVD), Van As (LPF), Herben (LPF), Ormel (CDA), Ferrier (CDA), Duyvendak (GL), Huizinga-Heringa (CU), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Dijk (CDA), Fierens (PvdA), Tjon-A-Ten (PvdA), Eijsink (PvdA), Van der Laan (D66), Brinkel (CDA), Szabó (VVD), Jonker (CDA), Nijs MBA (VVD).

Plv. Leden: Snijder-Hazelhoff (VVD), Dubbelboer (PvdA), Van Fessem (CDA), Samsom (PvdA), Vos (GL), Arib (PvdA), De Wit (SP), Leerdam, MFA (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Hirsi Ali (VVD), Varela (LPF), Van den Brink (LPF), Haverkamp (CDA), Rambocus (CDA), Halsema (GL), Van der Staaij (SGP), Kant (SP), Eski (CDA), Çörüz (CDA), Wolfsen (PvdA), Duivesteijn (PvdA), Waalkens (PvdA), Dittrich (D66), Van Winsen (CDA), Veenendaal (VVD), Kortenhorst (CDA), Oplaat (VVD).

Naar boven