Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 30075 nr. 9 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 30075 nr. 9 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 november 2007
Voortbouwend op de notitie «Wederopbouw na gewapend conflict» (30 075, nr. 1) heeft mijn ambtsvoorganger op 23 juni 2005 de Kamer geïnformeerd over de oprichting van een pool van tenminste zestig deskundigen op het gebied van hervorming van de veiligheidssector, de zogenaamde SSR-pool, vanaf 1 januari 2006 (30 075, nr. 34). In de defensiebegroting 2007 is aangekondigd dat Defensie de SSR-pool zou evalueren, waarbij onderzocht zou worden of de gekozen opzet in de praktijk voldoet. Gelet op de doelstelling van het huidige kabinet om de samenhang tussen het veiligheidsbeleid en het ontwikkelingsbeleid verder te versterken, is in de evaluatie ook gekeken naar mogelijkheden de SSR-pool van Defensie verder te professionaliseren en zo bij te dragen aan de versterking van het geïntegreerde veiligheidsbeleid. Hierbij bied ik u de bevindingen van de evaluatie aan.
Geïntegreerd veiligheidsbeleid
Sinds enkele jaren groeit de internationale erkenning voor de opvatting dat vrede, veiligheid en stabiliteit belangrijke voorwaarden zijn voor duurzame ontwikkeling. Duurzame wederopbouw vereist een geïntegreerde benadering waarin onder meer de beleidsinstrumenten Diplomacy, Defence en Development (3D) worden toegepast. Het kabinet ziet een coördinerende rol voor het ministerie van Buitenlandse Zaken bij de versterking van zowel de internationale samenwerking als de interdepartementale samenwerking met Defensie, Ontwikkelingssamenwerking, Economische Zaken, Binnenlandse Zaken, Justitie, Financiën en Onderwijs op het terrein van geïntegreerd veiligheidsbeleid en de 3D-benadering. Uw Kamer zal over de inzet in fragiele staten worden geïnformeerd, waarin ook voorstellen over de samenwerking tussen de betrokken departementen op het gebied van SSR worden gepresenteerd.
In het kader van de geïntegreerde benadering levert Defensie met de inzet van militaire middelen een bijdrage aan veiligheid en stabiliteit in een (post-)conflictsituatie. Daarmee worden de voorwaarden geschapen voor een duurzame politieke ontwikkeling en (weder)opbouw in een gebied. Maar ook kan Defensie in het wederopbouwproces, samen met andere departementen, noodzakelijke kennis en expertise leveren ten behoeve van de ontwikkeling of hervorming van de veiligheidssector. Uitgangspunten hierbij zijn dat wordt gewerkt in een internationaal kader en dat elk departement zich toelegt op die terreinen waarvoor het specifieke kennis en expertise kan bieden. Internationale afstemming en nationale regie over de departementale bijdragen is noodzakelijk voor een geïntegreerde Nederlandse wederopbouwstrategie in een gebied.
Afhankelijk van de omstandigheden kan de door Defensie te leveren expertise en capaciteit voor SSR worden ingebed in een lopende militaire missie. De pool is als instrument evenwel primair bedoeld om SSR-expertise te leveren in situaties waarin geen sprake is van een operationele militaire missie met Nederlandse betrokkenheid. Het kan hierbij gaan om zowel multilaterale als bilaterale wederopbouw inspanningen waaraan Nederland onder meer met Defensie expertise een bijdrage levert.
De behoefte aan een pool van burgers en militairen met specifieke deskundigheid waarmee Defensie kan bijdragen aan de ontwikkeling of hervorming van de veiligheidssector van andere landen is in deze evaluatie herbevestigd. Het op voorhand aanwijzen van de SSR-expertisegebieden, competenties en taalvaardigheden waarop het meest waarschijnlijk een beroep zal worden gedaan, stellen de defensieorganisatie en de SSR-deskundigen in staat zich gedegen op hun taak voor te bereiden en kennis en ervaring op het terrein van SSR te delen.
In de bijlage1 bij deze brief is een overzicht opgenomen van de SSR-projecten waaraan Defensie met personele middelen in 2006 en 2007 heeft bijgedragen. Dit overzicht is u ook toegezegd bij de beantwoording van de Kamervragen over de defensiebegroting 2008 (31 200 X, nr. 2). Voor de financiering van deze projecten is een beroep gedaan op onder andere het Stabiliteitsfonds van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Voor een overzicht van de aanwending van het Stabiliteitsfonds voor SSR verwijs ik u naar de jaarlijkse uitvoeringsrapportages die aan uw Kamer worden aangeboden. De rapportage over 2006 (30 800 V, nr. 91) is u op 13 april jl. toegezonden. De uitvoeringsrapportage Stabiliteitsfonds over 2007 zal de kamer in het voorjaar van 2008 worden toegezonden.
In de evaluatie zijn de bij de opzet van de pool gehanteerde uitgangspunten en veronderstellingen getoetst aan de huidige inzichten en ervaringen. Hieronder worden de bevindingen op hoofdlijnen geadresseerd.
Voltijds versus nevenfuncties. In de gekozen opzet voor de pool is ervan uitgegaan dat defensiemedewerkers vanaf hun reguliere functie in Nederland voor beperkte duur uitgezonden kunnen worden naar postconflict landen. Onderzocht is of deze korte inzet van deskundigen in nevenfunctie afdoende is. Hoewel het onttrekken van schaarse capaciteit voor SSR-uitzendingen dikwijls extra druk op de bedrijfsvoering met zich meebrengt, zijn er in de evaluatie geen gronden gebleken om terug te komen van de keuze om de pool op basis van nevenfuncties te vullen. Er zijn geen structurele knelpunten aan het licht gekomen ten aanzien van de beslaglegging op deze capaciteit voor SSR-missies. Wel zijn extra inspanningen nodig om het draagvlak voor het beschikbaar stellen van SSR-deskundigen binnen de defensieorganisatie te vergroten. Inmiddels is SSR uitgegroeid tot een volwaardige defensieactiviteit. Derhalve kan met de aanwijzing en uitzending van capaciteit voor SSR op dezelfde wijze worden omgegaan als bij reguliere uitzendingen gebruikelijk is. Dat houdt in dat bij de besluitvorming over de uitzending van SSR-expertise tevens de gevolgen voor de dagelijkse bedrijfsvoering en de prioriteit van andere operationele activiteiten moeten worden meegewogen. Ten slotte zal de mogelijke behoefte aan SSR-deskundigen voor langdurige uitzendingen, als voltijds functies, een blijvend punt van aandacht zijn.
Ambitieniveau. De huidige pool is primair opgezet met de ambitie om binnen één maand maximaal dertig SSR-deskundigen tegelijkertijd beschikbaar te kunnen stellen. Uit de evaluatie is onder andere naar voren gekomen dat voor het ambitieniveau de bijdrage van Defensie meer in samenhang moet worden bezien met de inbreng van SSR-deskundigheid van andere landen, NGO’s, departementen en het bedrijfsleven. Daarom is in overleg met het ministerie van Buitenlandse Zaken het ambitieniveau voor Defensie zowel kwalitatief als kwantitatief herijkt. Defensie zal voortaan deskundigen uit acht specifieke defensiedisciplines beschikbaar stellen om SSR-trajecten van langere duur in bilateraal of multilateraal verband te kunnen ondersteunen.
Vraaggestuurde opzet. SSR-missies komen in de praktijk vraaggestuurd tot stand. Dit houdt onder meer verband met het beginsel van local ownership, wat inhoudt dat het ontvangende land zelf verantwoordelijk blijft voor de hervormingen en dus de vraag aan ondersteuning moet bepalen. Gebleken is dat de ontwikkeling of hervorming van de veiligheidssector alleen goed van de grond komt wanneer een vertrouwensband tussen de betrokken landen en organisaties tot stand wordt gebracht. Om het vertrouwen van het ontvangende land te winnen kan het noodzakelijk zijn ook ondersteuning te verlenen op expertisegebieden die niet a-priori door de SSR-pool worden afgedekt.
Om beter te kunnen inspelen op het vraaggestuurde karakter zal de defensiecapaciteit op SSR-gebied flexibeler worden ingericht.
De gewenste opzet bestaat uit een zogenaamd «vier-schillen-model» met een eerste schil die bestaat uit een kleine kern van enkele voltijds functies bij de Directie Operaties van de Defensiestaf. Deze kern is specifiek toegerust om bij mogelijke SSR-verzoeken de vraag te verkennen en de uitvoering bij Defensie voor te bereiden en te begeleiden. Hiervoor is een formatieve uitbreiding van de operationele staf voorzien.
De tweede schil bestaat uit een pool van ongeveer zestig medewerkers met bestuurlijke en beleidsmatige kennis en ervaring verdeeld over acht defensiespecifieke disciplines. De pool ondersteunt in beginsel langlopende bestuurlijke hervormingen van veiligheidsinstituties in postconflict landen. In aanvulling op deze pool zal alle bestuurlijke kennis, competenties en ervaring bij Defensie op het terrein van SSR worden gebundeld. Tevens zullen meer gerichte maatregelen worden genomen ter bevordering van de Franse taalvaardigheid.
De derde schil omvat het overige beschikbare potentieel van uitzendbare defensiemedewerkers. In deze schil kan in beginsel een beroep worden gedaan op uitvoerende expertise voor maatwerk projecten onder meer op de gebieden materiële ondersteuning, opleiding en training. Ook deze projecten zullen in nevenfunctie worden verricht.
De vierde schil, tot slot, bestaat uit postactieve militairen en reservisten met specifieke en actuele militaire competenties op het gebied van SSR. Nader onderzoek is echter nodig naar de kaders waarbinnen het potentieel van postactieve militairen en reservisten kan worden benut.
In aanvulling op deze schillen kan in specifieke gevallen worden besloten tot de voltijds aanstelling van één of meerdere functionarissen om te voorzien in een langlopende capaciteitsbehoeften op SSR-gebied (voor uitzendingen langer dan een jaar).
Organisatorische belegging. Bij de oprichting van de pool werd besloten de aansturing en het beheer van de pool buiten de operationele lijn te beleggen. Deze aanpak is niet effectief gebleken. In overleg met het ministerie van Buitenlandse Zaken is daarom besloten de taken en verantwoordelijkheden op het gebied van SSR in de lijn te verankeren. Defensie zal deze taken en verantwoordelijkheden beleggen bij de Directie Operaties van de Defensiestaf.
De evaluatie van de SSR-pool is aanleiding geweest om een aantal concrete verbeteringen in de opzet en aansturing van dit instrument door te voeren. Deze verbeteringen moeten Defensie in staat stellen ook in de toekomst een professionele bijdrage te leveren aan de ontwikkeling of hervorming van de veiligheidssector in postconflict landen, als onderdeel van het Nederlandse geïntegreerde veiligheidsbeleid. De SSR-pool van Defensie staat zoals gezegd niet op zichzelf, maar moet gezien worden als bijdrage aan de Nederlandse capaciteit op het gebied van SSR. De opgedane ervaringen van Defensie met de SSR-pool kunnen door het ministerie van Buitenlandse Zaken en andere betrokken departementen eveneens worden benut bij de inrichting van een eigen capaciteit op het gebied van SSR.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30075-9.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.