30 075
Wederopbouw na gewapend conflict

29 237
Afrika-beleid

nr. 8
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 10 oktober 2006

De vaste commissie voor Europese Zaken1 en de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken2 hebben op 13 september 2006 overleg gevoerd met minister Bot van Buitenlandse Zaken en minister Van Ardenne-van der Hoeven voor Ontwikkelingssamenwerking over:

– het verslag van de Informele Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 1 en 2 september 2006 (21 501-02, nr. 702);

– de agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van donderdag 14 en vrijdag 15 september 2006 (21 501-02, nr. 703);

– de brief van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking d.d. 7 juli 2006 houdende het verslag van de workshop over de wederopbouw van Darfur op 21 en 22 juni jl. in Den Haag (30 075, nr. 7);

– de brief van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking d.d. 7 juli 2006 houdende informatie over de Nederlandse bijdragen aan Sudan en over de situatie in Tsjaad (29 237, nr. 50);

– de brief van de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking d.d. 8 september 2006 inzake de actuele situatie in Sudan (29 237, nr. 52).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Van Dijk (CDA) vraagt hoe de EU de samenwerking van Servië met het International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia en het hervormingsproces in Bosnië-Herzegovina kan bevorderen.

De regering van Sudan lijkt een VN-vredesmissie, bedoeld om een eind te maken aan de ernstige situatie in Darfur, af te wijzen. Hoe kan worden voorkomen dat na beëindiging van de African Mission in Sudan (AMIS) van de Afrikaanse Unie (AU) een vacuüm ontstaat? Is een langer verblijf van de AMIS een optie en zou dat aanvaardbaar zijn voor de regering van Sudan?

De Nederlandse regering pleit voor verdergaande hervorming van de krijgsmacht en de politie in Congo. Welke rol ziet zij daarbij voor zichzelf en voor de AU weggelegd?

Op zich is het positief dat Hamas en Fatah een Palestijnse regering van nationale eenheid lijken te gaan vormen, maar steun aan die regering is nog steeds alleen mogelijk als zij voldoet aan de drie eerder gestelde voorwaarden: het bestaansrecht van Israël erkennen, geweld afzweren en bestaande verdragen nakomen.

Als Iran niet wenst te spreken over het opschorten van de nucleaire verrijking, welke winst is dan in de afgelopen periode geboekt in de onderhandelingen met Iran? Wat zijn de resultaten van het overleg van Solana, de Hoge Vertegenwoordiger van de EU, met Rusland en China?

De heer Koenders (PvdA) vindt dat alle lidstaten van de EU moeten beschikken over dezelfde informatie op het moment waarop zij een standpunt moeten innemen over de situatie in Iran. Heeft ook de regering het als problematisch ervaren dat Nederland op dat moment niet over dezelfde informatie beschikte als sommige andere lidstaten van de EU? Klopt het dat het bezoek van Solana aan Iran ertoe heeft geleid dat beëindiging van alle nucleaire opwerkingsactiviteiten geen harde voorwaarde meer is voor het begin van onderhandelingen? Zo ja, dan moet dat gepaard gaan met betere inspecties. Zullen de voorstellen van Solana niet leiden tot wrijving tussen de EU en de VS?

Is gevolg gegeven aan het verzoek van de PvdA-fractie om te pleiten voor een onderzoek naar de door Israël in Libanon gebruikte clusterbommen? Welke aanpassingen van de routekaart voor het vredesproces in het Midden-Oosten acht de Nederlandse regering gewenst? Klopt het dat Israël het voornemen van eenzijdige terugtrekking uit de Westelijke Jordaanoever heeft opgegeven? Zal de vorming van een Palestijnse regering van nationale eenheid leiden tot versoepeling van de voorwaarden voor samenwerking met de Palestijnse regering, mede gelet op de desastreuze situatie in de Gazastrook? Neemt de Nederlandse regering eindelijk een besluit over deelname aan het versterkte Unifil, nu de Duitse regering heeft besloten tot deelname?

Alle mogelijkheden moeten gebruikt worden om, zonodig in samenwerking met de VS, tot interventie in Darfur over te gaan. De door Nederland gecoördineerde hulpverlening is gebaseerd op een vredesakkoord dat in feite niet meer functioneert. Welke gevolgen heeft dat voor de hulpverlening? Er moet in elk geval voor gezorgd worden dat hulpverlening mogelijk blijft en dat de AMIS, zolang die nog actief is, niet vanwege financiële redenen in problemen komt. Hoe gaat de Nederlandse regering om met het dilemma tussen de noodzaak van hulpverlening en het uitoefenen van druk op de Sudanese regering, die de hulpverlening op allerlei manieren kan frustreren?

De heer Duyvendak (GroenLinks) pleit voor maximale politieke druk op de regering van Sudan om een daadwerkelijke etnische zuivering van Darfur te voorkomen, de komst van een VN-vredesmacht mogelijk te maken en de AMIS haar werk te laten doen en niet al eind september te laten vertrekken. Is de minister bereid om ervoor te pleiten dat de EU op het hoogste politieke en diplomatieke niveau bij de regeringen van Rusland, China en Qatar gaat aandringen op verandering van hun houding ten opzichte van Sudan en Darfur?

Klopt het bericht dat Nederlandse veiligheidsdiensten in Sudan onderzoek doen naar illegale activiteiten van Sudanese regeringsleden en bestuursfunctionarissen? Zo ja, kan dat onderzoek dan leiden tot uitbreiding van de VN-sanctie van bevriezing van financiële tegoeden en wil de Nederlandse regering zich daarvoor inzetten?

Wat houdt de door de Nederlandse regering gewenste actievere politieke rol van Solana in Sudan precies in en wat is de rol van de Speciale Vertegenwoordiger van de EU voor Sudan, Haavisto?

Er zijn voorwaarden gesteld aan de hulpverlening aan Sudan, bijvoorbeeld eerbiediging van de wapenstilstand. Houdt Nederland vast aan die voorwaarden en worden zij gebruikt om druk uit te oefenen op de regering van Sudan? Wat zijn, na het uitstel van de donorconferentie, de verwachtingen op het punt van de bijdragen van andere landen aan de hulpverlening?

De heer Van Baalen (VVD) vraagt of de grootschalige schending van de wapenstilstand door de Sudanese regering gevolgen heeft voor de Nederlandse financiële bijdrage aan de opbouw van het noorden van Sudan.

De Nederlandse troepen in Gabon kunnen op afroep worden ingezet in Congo. Zijn zij daadwerkelijk ingezet naar aanleiding van de ongeregeldheden na de eerste ronde van de presidentsverkiezingen?

De regering moet spoedig een besluit nemen over deelname aan het versterkte Unifil. De VVD-fractie stelt zich terughoudend op, maar als de regering besluit om een fregat bij te dragen, moet de Kamer de gelegenheid hebben om dat voor het verkiezingsreces uitgebreid te bespreken.

Het is de vraag of de vorming van een Palestijnse regering van nationale eenheid een positieve ontwikkeling is. Zolang Hamas niet bereid is om aan de drie gestelde voorwaarden te voldoen, is er geen reden voor versoepeling van de houding ten opzichte van de Palestijnse regering.

Ten aanzien van Iran is sprake van een politiek van pappen en nathouden. Als Iran de onderhandelingen niet serieus neemt, moeten zij worden beëindigd en moeten sancties worden ingesteld, ook al zijn daarvoor weinig drukmiddelen beschikbaar. Welke voorstellen zijn nu aan de orde? Solana spreekt immers namens de regeringen van de EU-lidstaten, die dus moeten weten welke voorstellen aan de orde zijn en hoe daarop gereageerd wordt.

De EU onderhoudt geen relaties met het regime in Wit-Rusland, maar alleen met Wit-Russische ngo’s en de bevolking. Beziet de Nederlandse regering in dat verband ook de stedenbanden tussen Nederlandse en Wit-Russische steden en de sportcontacten?

Antwoord van de bewindslieden

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking onderschrijft dat meer politieke aandacht moet worden besteed aan de zeer zorgwekkende ontwikkelingen in Darfur. Het vredesakkoord van 5 mei 2006, dat nog niet door alle betrokken partijen is ondertekend, heeft niet geleid tot beëindiging van de gewelddadigheden. De situatie lijkt zelfs sterk te verslechteren: het aantal vluchtelingen neemt toe en de toegankelijkheid voor humanitaire hulpverlening is afgenomen door aanslagen op hulpkonvooien. Haavisto spant zich er zeer voor in om het akkoord van 5 mei te laten ondertekenen door degenen die dat nog niet hebben gedaan.

Een extra complicatie is dat de AMIS op 30 september zou moeten vertrekken. De internationale gemeenschap heeft echter duidelijk gemaakt dat daar pas sprake van kan zijn wanneer een transitie verzekerd is naar een VN-troepenmacht. Die troepenmacht krijgt op basis van resolutie 1701 van de Veiligheidsraad van de VN een zwaarder mandaat (een «artikel 7»-mandaat) dan de AMIS. De transitie naar een VN-troepenmacht van 22 000 Afrikaanse en Aziatische troepen zou eind 2006 geregeld moeten zijn. De AMIS heeft het, gelet op haar situatie, op zich goed gedaan, maar er moet sprake zijn van een betere uitrusting, een betere leiding, een betere aansturing en een zwaarder mandaat.

Van alle kanten moet de druk op de Sudanese overheid toenemen, zodat zij de omvorming van de AMIS in een VN-vredesmissie accepteert. De VS en het Verenigd Koninkrijk zetten zich daar zeer voor in en ook Haavisto en Solana moeten daarbij een rol spelen. Daarbij gaat het ook om het verwerven van steun van bijvoorbeeld China, Rusland, Qatar, Egypte en de Arabische Liga. Nederland onderhoudt op dit punt intensieve contacten met alle betrokken landen en met de Arabische Liga. De Nederlandse minister-president zal erop toezien dat hierover tijdens de EU/China-Top rechtstreeks met Chinese regeringsleden wordt gesproken en de minister van Buitenlandse Zaken zal tijdens de Algemene Vergadering van de VN alle belangrijke landen aanspreken op hun verantwoordelijkheid ten aanzien van het opvoeren van de druk. Daarbij is het van groot belang dat de Veiligheidsraad resolutie 1701 over de omvorming van de AMIS in een VN-missie unaniem heeft aangenomen. De minister is ervan overtuigd dat de Sudanese overheid op een gegeven moment akkoord zal gaan met de komst van de VN-missie als de gezamenlijke druk opgevoerd blijft worden. Tot dat moment moet de AMIS in stand blijven en versterkt worden. Voor de korte termijn is daar voldoende geld voor dankzij de donorconferentie in Brussel. Als de omvorming niet snel plaatsvindt, is er een financieringsprobleem en moet er opnieuw «gecollecteerd» worden om te voorkomen dat er een vacuüm ontstaat. Het heeft geen zin om een alternatief voor deze beleidslijn te ontwerpen, want de Sudanese regering zal zelf niet in staat zijn om de orde te herstellen. De AU zelf steunt de omvorming van de AMIS in een VN-vredesmissie van harte en heeft afgelopen jaar de Sudanese regering het voorzitterschap van de AU onthouden.

Vanwege de stagnatie van het wederopbouwproces kan op korte termijn geen donorconferentie worden gehouden. Wel wordt een «stock taking»-bijeenkomst gehouden waar ook wordt geprobeerd om de druk op de Sudanese overheid te vergroten. Er zijn nieuwe middelen beschikbaar gesteld voor de hulpverlening in de vluchtelingenkampen. De financiering van de hulp verloopt niet via de Sudanese overheid, maar via VN-organisaties en particuliere organisaties. De wederopbouw ten behoeve van het vredesproces tussen Noord- en Zuid-Sudan verloopt via het trustfonds van de Wereldbank. Dat vredesproces mag niet stagneren vanwege de problemen in Darfur. Voortzetting van de wederopbouw in Zuid-Sudan is het beste antwoord op het conflict in Darfur, want beëindiging van die wederopbouw speelt degenen in de Sudanese regering die niets zien in een gezamenlijke regering, in de kaart.

Het International Criminal Court (ICC) verricht, tot nu toe met medewerking van de Sudanese regering, nog steeds onderzoek naar gruweldaden in Darfur. Tot nu toe biedt dat onderzoek geen houvast. Het blijven voeren van de dialoog is daarom vooralsnog de enige optie, want juist de mensen in Darfur en het vredestraject en de wederopbouw in Zuid-Sudan zouden nadelige gevolgen ondervinden van een vertrek van de hulpverleners uit Sudan. Het zou dus goed zijn als het ICC-onderzoek zo snel mogelijk duidelijkheid verschaft, want de resultaten van dat onderzoek kunnen een zuiverende werking hebben op de houding van de Nederlandse regering ten opzichte van Sudanese gesprekspartners.

Er is de minister niets bekend van onderzoek door Nederlandse veiligheidsdiensten naar illegale activiteiten van Sudanese regeringsleden en bestuursfunctionarissen. Dat is ook niet de taak van Nederland, maar van de internationale gemeenschap en de AU. Binnen de Veiligheidsraad van de VN wordt al heel lang gediscussieerd over het bevriezen van tegoeden van sommige leiders van rebellenbewegingen en beperking van hun bewegingsvrijheid; de AU heeft al besloten tot bevriezing van tegoeden. De effectiviteit en de uitvoerbaarheid van dit alles zijn echter helaas beperkt. De minister zegt toe dat zij zal nagaan of een dergelijk onderzoek toch plaatsvindt door Nederlandse veiligheidsdiensten en dat zij de Kamer zal informeren als daar sprake van is.

Vooral op het punt van het leger zijn vorderingen gemaakt met de hervorming van de veiligheidssector in Congo, maar die hervorming moet de komende jaren worden geïntensiveerd, vooral bij de politie en de douane. Dit hervormingsprogramma wordt overigens niet alleen in Congo uitgevoerd, maar in alle landen van het Grote Merengebied. Het feit dat er verkiezingen zijn gehouden en de wijze waarop zij georganiseerd zijn, zijn positief. Helaas hebben na de eerste ronde van de verkiezingen gevechten plaatsgevonden tussen de troepen van de president en de troepen van de vice-president, maar de tweede verkiezingsronde is in voorbereiding. Daarmee wordt hopelijk duidelijk wie president wordt en wie vice-president.

De minister van Buitenlandse Zaken deelt mee dat Nederland, als de ontwikkelingen in de regio en het verloop van de verkiezingen in oktober dat toestaan, in beginsel instemt met het vertrek van de Hoge Vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap in Bosnië-Herzegovina in de eerste helft van 2007, waarna er een goed uitgerust kantoor van de Speciale Vertegenwoordiger van de EU moet komen. Die vertegenwoordiger neemt weliswaar niet de bijzondere bevoegdheden van de Hoge Vertegenwoordiger over, maar moet wel een centrale rol spelen in de coördinatie van de houding van de internationale gemeenschap ten opzichte van Bosnië-Herzegovina, op een manier waarmee de lokale autoriteiten na de verkiezingen goed kunnen leven. De betrokkenheid van de EU-lidstaten dient vorm te krijgen via een goed functionerend overleg, waarin pragmatisch wordt bezien welk beleid ten opzichte van Bosnië-Herzegovina gewenst is. Naar aanleiding van de komende verkiezingen is politieke onrust ontstaan. De verdere ontwikkelingen moeten dus worden afgewacht.

Naar aanleiding van de conclusies van de Razeb van 25 augustus hebben de beide presidentskandidaten in Congo besloten om een gemengde commissie in te stellen om het geweld van na de verkiezingen te onderzoeken en om de door de EU gewenste gedragscode op te stellen. De Nederlandse troepen zijn naar het vliegveld van Kinshasa gevlogen voor de beveiliging daarvan toen er enkele dagen voor de verkiezingen berichten kwamen over mogelijke onlusten in Kinshasa, maar zijn niet bij gevechtshandelingen betrokken geweest. Het geweld na de verkiezingen toont aan dat een coherente en krachtige stimulering van de hervorming van de Congolese veiligheidssector (krijgsmacht, politie, justitie en douane) essentieel is. Nederland steunt dat proces. De aanwezigheid van Nederlandse militairen is tot eind november toegezegd. Als de VN tijdig verzoeken om een korte verlenging van die aanwezigheid, staat de regering daar niet afwijzend tegenover, mits er geen sprake is van taakuitbreiding en de huidige samenwerking met Duitsland wordt voortgezet. Uiteraard geldt dan de gebruikelijke procedure voor het overleg met de Kamer.

De EU houdt vast aan de drie eisen die aan de Palestijnse regering worden gesteld. Volgens zojuist binnengekomen informatie wordt een regering van nationale eenheid gevormd die Israël en de bestaande overeenkomsten impliciet erkent, zodat alleen het afzweren van geweld nog een punt voor verdere bespreking zou zijn; uit eerdere contacten met president Abbas is de minister gebleken dat op dat punt wordt gedacht aan een wapenstilstand voor 20 jaar. Als deze berichten correct zijn, is dit een belangrijke stap voorwaarts, ook vanwege het positieve oordeel van Israël over een regering van nationale eenheid. De formulering van het regeerakkoord is echter nog niet bekend. De komende Razeb is in dit kader van groot belang, want Europese steun is een belangrijk element: de EU draagt met 9000 man bij aan de vredesmissie in Libanon, is de grootste donor en probeert politieke invloed uit te oefenen. Het is van belang om een einddoel te verbinden aan de «routekaart naar vrede».

Zoals bekend staat de Nederlandse regering, als Duitsland besluit om aan de versterkte Unifil deel te nemen en het mandaat dus stevig genoeg vindt, welwillend tegenover een bijdrage in de vorm van een fregat. Nu Duitsland dat besluit heeft genomen, zal de regering spoedig een formeel besluit nemen en een artikel 100-brief naar de Kamer sturen, waar de besluitvorming hopelijk snel zal plaatsvinden. De aanwezigheid van Franse en Italiaanse schepen heeft er overigens al toe geleid dat Israël heeft besloten tot opheffing van het embargo op de zee- en luchtvaart van Libanon.

Nadat de ministers tijdens het Gymnich-overleg op de hoogte waren gesteld van de hoofdlijnen van de reactie van Iran op het door de EU en Rusland aangeboden pakket, stemden zij ermee in dat Solana weer met Iran zou spreken, niet om te onderhandelen, maar om toelichting te vragen op enkele onduidelijkheden in het aanbod dat hij op vertrouwelijke basis van Iran had ontvangen. Uitgangspunt daarbij bleef dat Iran het nucleaire verrijkingsproces moet beëindigen. Tijdens de Razeb zal Solana zijn evaluatie geven van het Iraanse aanbod, dat naar verluidt erop neerkomt dat Iran bereid is om het verrijkingsproces twee maanden op te schorten, maar dan wel direct met het onderhandelingsproces wil beginnen. Na die twee maanden zou Iran dan beoordelen of het verrijkingsproces definitief kan worden beëindigd. Er kan getwijfeld worden aan de oprechtheid van Iran, maar het dilemma is dat bij het toepassen van sancties de dialoog wordt beëindigd en de IAEA geen enkele toegang tot informatie meer zal ontvangen, zodat Iran dan in feite een vrijbrief krijgt. Bovendien zijn Rusland en China nog steeds niet bereid om in VN-verband aan betekenisvolle sancties mee te werken zolang een dialoog mogelijk blijft. Zolang onduidelijk is hoe concreet de Iraanse concessie is en wat zij inhoudt, kunnen de onderhandelingen trouwens ook niet worden beëindigd, want dan zou het Westen in de beklaagdenbank terechtkomen. Als Iran echter geen werkelijke concessies wil doen, komt er een moment waarop de Veiligheidsraad zich moet uitspreken over sancties.

De minister had verzocht om de situatie in Wit-Rusland ter sprake te brengen in de Top tussen EU en Rusland, maar omdat Iran en Midden-Oosten veel tijd vergden, was hier geen mogelijkheid toe. Hij zegt toe dat hij de vragen van het lid Van Baalen over de stedenbanden en de sportcontacten tussen Wit-Rusland en Nederland schriftelijk zal beantwoorden.

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken,

Van Heteren

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,

Van Aartsen

De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,

Van Toor


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Dijksma (PvdA), De Haan (CDA), Koenders (PvdA), Atsma (CDA), Karimi (GroenLinks), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), Van der Staaij (SGP), Waalkens (PvdA), Weekers (VVD), Balemans (VVD), Van Baalen (VVD), Van Winsen (CDA), Van den Brink (LPF), Herben (LPF), Duyvendak (GroenLinks), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Heteren (PvdA), voorzitter, Van Dijk (CDA), Dubbelboer (PvdA), Van der Laan (D66), ondervoorzitter, Brinkel (CDA), Szabó (VVD), Jonker (CDA) en Van Schijndel (Groep Eerdmans/Van Schijndel).

Plv. leden: Kruijsen (PvdA), Hessels (CDA), Leerdam (PvdA), Çörüz (CDA), Halsema (GroenLinks), Bussemaker (PvdA), De Wit (SP), Eijsink (PvdA), Rouvoet (ChristenUnie), Douma (PvdA), Wilders (Groep Wilders), Veenendaal (VVD), Schippers (VVD), Algra (CDA), Varela (LPF), Özütok (GroenLinks), Vergeer (SP), Ormel (CDA), Nijs (VVD), Buijs (CDA), Fierens (PvdA), Dittrich (D66), Ferrier (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Spies (CDA) en Snijder-Hazelhoff (VVD).

XNoot
2

Samenstelling: Leden: De Haan (CDA), Koenders (PvdA), Karimi (GroenLinks), Timmermans (PvdA), ondervoorzitter, Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), Wilders (Groep Wilders), Van Baalen (VVD), Van Aartsen (VVD), voorzitter, Van den Brink (LPF), Herben (LPF), Ormel (CDA), Ferrier (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Dijk (CDA), Nawijn (groep Nawijn), Fierens (PvdA), Tjon-A-Ten (PvdA), Eijsink (PvdA), Samsom (PvdA), Brinkel (CDA), Szabó (VVD), Jonker (CDA), Koşer Kaya (D66), Nijs (VVD) en Van Schijndel (Groep Eerdmans/Van Schijndel).

Plv. leden: Dijksma (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Arib (PvdA), De Wit (SP), Leerdam (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Griffith (VVD), Varela (LPF), Haverkamp (CDA), Rambocus (CDA), Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Kant (SP), Eski (CDA), Çörüz (CDA), Wolfsen (PvdA), Waalkens (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Van Winsen (CDA), Veenendaal (VVD), Kortenhorst (CDA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Van Fessem (CDA) en Dittrich (D66).

Naar boven