nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2006
Graag bied ik u hierbij een verslag aan van de workshop over de wederopbouw
van Darfur op 21 en 22 juni jl., die onder Nederlands voorzitterschap
in Den Haag werd gehouden.
1. Doel van de workshop
Het was voor het eerst sinds de ondertekening van de «Darfur Peace
Agreement» (DPA) op 5 mei jl. dat vertegenwoordigers van de Regering
van Nationale Eenheid, van de rebellenbeweging «Sudan Liberation Movement»
(SLM) en van de belangrijkste internationale donoren weer met elkaar om tafel
zaten. Nederland was eerder dit jaar door de Soedanese partijen gevraagd een
voortrekkersrol te vervullen in het wederopbouwproces voor Darfur en heeft
met de workshop hiervoor de aftrap gegeven. Tijdens de workshop hebben de
deelnemers afspraken gemaakt over de aanpak van het wederopbouwproces in Darfur
en daarmee werd een begin gemaakt met de implementatie van het onderdeel «wealth
sharing» uit de DPA. Onderwerpen die tijdens de workshop aan de orde
kwamen, waren het in kaart brengen van de noden in Darfur, de financieringsmechanismen
voor de wederopbouw van Darfur en de donorconferentie voor Darfur welke is
voorzien vóór het einde van dit jaar.
2. Uitkomsten workshop
Op de eerste dag werden afspraken gemaakt over de «Core Coordinating
Group» (CCG). Nederland zal deze groep, waarin de Soedanese partijen
en de belangrijkste internationale donoren vertegenwoordigd zijn, voorzitten.
Deze groep zal toezien op het proces om de noden van Darfur in kaart te brengen
(«Darfur-Joint Assessment Mission», D-JAM). De tweede dag waren
ook andere donoren en vertegenwoordigers van ngo’s aanwezig en werd
het startsein gegeven voor de D-JAM. De partijen gaven aan de JAM te zien
als een cruciaal instrument om het vredesdividend voor de bevolking van Darfur
zichtbaar te maken. Tegelijkertijd werd aangegeven dat dit proces
alleen succesvol kan zijn als een verbetering van de veiligheidssituatie op
de grond wordt gerealiseerd. Tevens onderstreepten de partijen de noodzaak
de bevolking van Darfur actief bij de implementatie van de vrede te betrekken.
Hiervoor is het van belang dat de D-JAM nauw wordt gecoördineerd met
de implementatie van de andere onderdelen van de DPA, waaronder de«Darfur-Darfur-Dialoog».
Tevens kwamen de leden van de CCG overeen dat de JAM uit verschillende
onderdelen zal bestaan. In de eerste plaats zal de VN aanvangen met de planning
en implementatie van projecten die snel enige verbetering kunnen brengen in
de huidige situatie in Darfur. Tegelijkertijd zullen de Wereldbank en de African
Development Bank beginnen met de lange termijn planning voor wederopbouw,
waarbij de oorzaken van het conflict en van de onderontwikkeling van Darfur
centraal staan. Bovendien moet de financiële duurzaamheid van de wederopbouw
van Darfur worden gegarandeerd binnen de nationale context. De nationale regering
en het IMF zullen financieringsmechanismen hiervoor uitwerken, zodat de voor
groei en armoedebestrijding noodzakelijke macro-economische stabiliteit kan
worden bevorderd. Partijen en donoren onderstreepten het belang van coördinatie
tussen deze trajecten evenals betrokkenheid van Soedanese deskundigen en van
Soedanese instituties bij de uitvoering hiervan. Om de consolidatie van de
DPA te garanderen en de wederopbouw van Darfur te bewerkstelligen is lokale
en nationale capaciteitsopbouw essentieel.
3. Follow-up
Tijdens de workshop toonden Soedanese partijen en donoren hun betrokkenheid
door de constructieve en voortvarende wijze waarop afspraken werden gemaakt.
Ik heb gemerkt dat moeilijke onderwerpen als bijvoorbeeld een discussie over
het betrekken van de vele verschillende groeperingen uit Darfur bij dit proces,
niet uit de weg werden gegaan. Hierbij is het van belang dat ook prioriteit
wordt gegeven aan voorlichting over de DPA aan de bevolking. Om de DPA te
consolideren is het zaak dat de D-JAM spoedig van start gaat, voorwaarde hiervoor
is dat de implementatie van de DPA continueert en de veiligheidssituatie de
werkzaamheden van de teams, samengesteld uit Soedanese en internationale deskundigen,
mogelijk maakt. Het is de bedoeling dat het veldwerk midden juli a.s. een
aanvang neemt met het in kaart brengen van de wederopbouwbehoeften, op basis
waarvan nog dit jaar een donorconferentie voor Darfur gehouden zal worden.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A. M. A. van Ardenne-van der Hoeven