30 072
Internationale kinderontvoering

nr. 19
MOTIE VAN HET LID DE WIT C.S.

Voorgesteld 18 december 2008

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het uitgangspunt van het Haags Kinderontvoeringsverdrag is dat het kind zo spoedig mogelijk wordt teruggeleid naar het land van de laatste verblijfplaats;

overwegende, dat het instellen van hoger beroep tegen een beslissing van een rechter tot teruggeleiding van het kind in de regel geen schorsende werking heeft, met als gevolg dat het kind soms teruggeleid is voordat er een beslissing is in hoger beroep;

van mening, dat dit een onwenselijke situatie is omdat een beslissing van de lagere rechter moet kunnen worden aangevochten;

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat hoger beroep tegen een beslissing tot teruggeleiding van een kind op grond van het Haags Kinderontvoeringsverdrag schorsende werking heeft, en dat teruggeleiding pas plaatsvindt nadat de beslissing in hoger beroep is genomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De Wit

Teeven

Arib

Azough

Naar boven