30 070
Wijziging van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de invoering van een nieuw stelsel voor bewaking en beveiliging

nr. 6
BRIEF VAN DE MINISTER PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN EN VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2005

1. Inleiding

Hierbij bieden wij u het convenant aan inzake de samenwerking tussen de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD)1. Het van kracht worden van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002 (WIV 2002), alsmede de nieuwe initiatieven om de samenwerking tussen de beide diensten te versterken gaven aanleiding te komen tot een formeel convenant. Met de ondertekening van dit convenant wordt tevens invulling gegeven aan de toezegging uit de kabinetsreactie op het rapport van de commissie bestuurlijke evaluatie AIVD (TK 29 876, nr. 3). Het convenant vormt het kader voor de huidige samenwerking en benoemt daarnaast een aantal gebieden waarop de samenwerking zal worden geïntensiveerd. Het convenant zal in de Staatscourant worden gepubliceerd.

2. Complementariteit en versterkte samenwerking

De beide diensten voeren hun onderscheiden taken, zoals vastgelegd in de WIV 2002, zelfstandig uit. Dit convenant doet hieraan geen afbreuk. Een heldere taakverdeling biedt immers de beste garantie op het voorkomen van doublures. Waar mogelijk en relevant werken de diensten echter samen. De afgelopen jaren is deze samenwerking zowel kwalitatief als kwantitatief toegenomen. Zo bent u reeds eerder op de hoogte gesteld van de voorgenomen samenwerking op het gebied van signaalinterceptie (Stcrt. 9 oktober 2003). Ook op het gebied van de buitenlandtaken van de diensten, en meer specifiek op de onderzoeksterreinen contra-proliferatie en contra-terrorisme, waar beide diensten hun eigen onderscheiden verantwoordelijkheid hebben, is sprake van verdergaande samenwerking en zijn reeds gezamenlijke rapportages opgesteld. Complementariteit van beide diensten en het voorkomen van doublures staan bij deze samenwerking voorop. Het is van belang dat de beide diensten elkaar versterken en aanvullen waar mogelijk. De in de kabinetsreactie op het rapport van de commissie bestuurlijke evaluatie AIVD aangekondigde en in dit convenant vastgelegde afstemming van de jaarplannen van beide diensten draagt hier verder aan bij. Ook binnen Nederland wordt steeds meer samengewerkt. Zo neemt de MIVD sinds begin 2005 deel aan de CT-infobox en wordt regelmatig overleg gevoerd tussen de beide diensthoofden in aanwezigheid van de coördinator.

In het convenant zijn concrete afspraken vastgelegd over de vorm en invulling van de samenwerking op onder andere de volgende terreinen: de uitwisseling van gegevens, de samenwerking in het kader van operationeel onderzoek, de wederzijdse technische ondersteuning bij de uitvoering van bijzondere bevoegdheden, de internationale samenwerking en de uitvoering van veiligheidsonderzoeken door beide diensten. Tevens zal op jaarlijkse basis worden bezien hoe tot personele uitwisseling kan worden gekomen. Ten slotte zullen gezamenlijke opleidingen worden voorbereid en verzorgd.

3. Samenwerking: een continue proces

Het convenant geeft de aanzet tot structurele intensivering van de samenwerking tussen de AIVD en de MIVD. De vele onderwerpen en voornemens uit dit convenant zullen door de beide diensten verder worden uitgewerkt en uitgevoerd. Wij hechten grote waarde aan verbetering van de samenwerking en beschouwen dit als een groeiproces. Derhalve hebben wij ook gekozen voor het opnemen van concrete termijnen voor de implementatie van de voornemens. De SG's van BZK, Defensie en AZ zullen de voortgang elk kwartaal bespreken. Tevens geven wij daarmee invulling aan de door de commissie bestuurlijke evaluatie AIVD gewenste grotere rol voor de SG's bij de samenwerking tussen de inlichtingendiensten. De betrokkenheid van AZ bij de totstandkoming van dit convenant doet recht aan de wettelijke rol van de coördinator van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten bij de afstemming van beleid tussen de AIVD en de MIVD.

Ten slotte zullen de partijen bij dit convenant de uitvoering en werking van dit convenant jaarlijks evalueren en waar nodig aanpassen.

4. Ten slotte

Met dit convenant zetten wij een belangrijke eerste formele stap in de verdergaande samenwerking tussen de AIVD en MIVD. Waar in de praktijk al meer werd samengewerkt, zijn alle initiatieven tot verbetering van deze samenwerking nu verankerd in een convenant met duidelijke afspraken en verifieerbare doelen. Het is nu van belang deze breed gedragen doelen om te zetten in resultaten. Wij zullen hierover jaarlijks aan de Tweede Kamer rapporteren via de jaarverslagen van de diensten.

De Minister-President,

Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

De Minister van Defensie,

H. G. J. Kamp


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven