nr. 4
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 17 december
2004 en het nader rapport d.d. 25 maart 2005, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens
de Minister-President, Minister van Algemene Zaken en de Ministers van Defensie
en van Justitie. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 12 november 2004, no. 04.004298, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
mede namens de Minister-President, Minister van Algemene Zaken en de Ministers
van Defensie en van Justitie, bij de Raad van State ter overweging aanhangig
gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de invoering van een nieuw stelsel
voor bewaking en beveiliging, met memorie van toelichting (hierna: WIV 2002).
De Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar
maakt daarbij de volgende kanttekening met betrekking tot de taken van de
Militaire inlichtingen- en veiligheidsdienst.
Volgens de memorie van toelichting krijgen in het nieuwe stelsel voor
bewaking en beveiliging de Algemene inlichtingen- en veiligheidsdienst (hierna:
AIVD) en de Militaire inlichtingen- en veiligheidsdienst (hierna: MIVD) de
taak om dreigingsanalyses en risicoanalyses op te stellen. Een dreigingsanalyse
is een gevraagde of ongevraagde (continue) analyse van concrete en potentiële
dreigingen tegen een of meer bepaalde personen, objecten en/of diensten binnen
het domein van de overheid.2 Bij een risicoanalyse
worden niet alleen concrete en potentiële dreigingen geanalyseerd, maar
worden ook de mogelijkheden van de bedreigde persoon, object of dienst om
zich tegen deze bedreigingen teweer te stellen, in beschouwing genomen.3
De AIVD krijgt tot taak het opstellen van dreigings- en risicoanalyses
ten behoeve van de bewaking en beveiliging van bepaalde personen en objecten
(artikel 6, tweede lid, onder f, WIV 2002, zoals voorgesteld). De MIVD krijgt
het opstellen van een dreigingsanalyse ten behoeve van de beveiliging van
bepaalde personen en de bewaking en beveiliging van bepaalde objecten en diensten
met een militaire relevantie tot taak (artikel 7, tweede lid, onder f, WIV
2002, zoals voorgesteld). Naar het oordeel van de Raad wordt in de memorie
van toelichting niet duidelijk gemaakt waarom de MIVD niet de bevoegdheid
is gegeven om risicoanalyses op te stellen ten aanzien van de in het voorgestelde
artikel 7, tweede lid, onder f, van de WIV 2002 genoemde personen, objecten
en diensten met een militaire relevantie.
De Raad adviseert hierop nader in te gaan in de toelichting.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 12 november
2004, nr. 04.04298, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 17 december 2004, nr. W01.04.0554/I, bied ik U
hierbij aan.
Overeenkomstig het advies van de Raad is in de memorie van toelichting
een passage opgenomen die duidelijk maakt waarom niet de MIVD de bevoegdheid
is gegeven risicoanalyses op te stellen ten aanzien van de in het voorgestelde
artikel 7, tweede lid, onder f, van de WIV 2002 genoemde personen, objecten
en diensten met een militaire relevantie.
Wij hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt in het wetsvoorstel enkele
redactionele verbeteringen aan te brengen. Voorts zijn de volgende wijzigingen
van de WIV 2002 in het wetsvoorstel en de memorie van toelichting opgenomen.
Artikel 21, achtste lid, is aangepast aan de tekst van de Comptabiliteitswet
2001.
In artikel 89, waarin de strafbaarstelling van de overtreding van enkele
bepalingen van de WIV 2002 is geregeld, worden enkele artikelen geschrapt
die inmiddels gewijzigd zijn waardoor de grondslag voor de strafbaarstelling
is komen te vervallen.
In artikel 91, dat regelt op welke besluiten de Awb niet van toepassing
is, zijn ook de besluiten in het kader van de nieuwe taakonderdelen van AIVD
en MIVD opgenomen.
De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht
zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U, mede namens de Minister-President, Minister van Algemene Zaken
en de Ministers van Defensie en van Justitie, verzoeken het hierbij gevoegde
gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. Remkes