30 069
Uitvoering van verordening (EG) Nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen (Pb EU L 143) (Uitvoeringswet verordening Europese executoriale titel)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 29 april 2005

De vaste commissie voor Justitie1 belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen tijdig zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

I. Algemeen

De leden van de CDA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het Wetsvoorstel ter uitvoering van de EG-verordening (Nr. 805/2004) tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet betwiste schuldvorderingen. Deze leden zijn van mening dat het belangrijk is om de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen over niet-betwiste geldvorderingen te vereenvoudigen. Deze leden zijn van mening dat dit bijdraagt aan een betere werking van de interne markt, een lastenvermindering voor het bedrijfsleven en minder juridische obstakels voor burgers. Wel hebben deze leden enige vragen en opmerkingen.

Inleiding

Voor de leden van de CDA-fractie wordt uit de memorie van toelichting niet duidelijk of het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken gebonden zijn aan de verordening. De kracht van dit soort verordeningen is juist, zo menen deze leden, dat voor een veelheid van landen dezelfde procedure geldt. Daarom achten deze leden het van belang dat de desbetreffende landen ook gebonden zijn aan de verordening en deze implementeren. Kan de regering hierover helderheid verschaffen?

Toepassingsgebied

De regering stelt dat de verordening geldt in burgerlijke en handelszaken, onder uitsluiting van een aantal specifieke gebieden waaronder arbitrage. De leden van de CDA-fractie vragen of de verordening wel van toepassing is op aan arbitrage verwante procedures zoals mediation en bemiddeling. Procedures die tegenwoordig vaak gebruikt worden. Kan de regering hier nader op ingaan?

Bijzondere positie van de consumentschuldenaar

De leden van de CDA-fractie zijn met de regering van mening dat de consumentschuldenaar een bijzondere positie verdient aangezien gemakkelijk misbruik van de in de verordening voorgestelde procedure mogelijk zou zijn. Het is daarom positief dat in het geval van consumentenzaken extra bescherming wordt geboden aan de consument. Deze leden vragen hoe, in het omgekeerde geval, een goedwillende leverancier een geldvordering kan opeisen bij een kwaadwillende consument. Welke mogelijkheden heeft een dergelijke leverancier in dat geval?

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

De leden van de CDA-fractie merken op dat artikel 2 van het onderhavige wetsvoorstel de procedures regelt omtrent het verzoek tot waarmerking van een beslissing als Europese executoriale titel (verzoekschriftprocedure). Volgens deze leden is het voordeel van een Europese executoriale titel juist gelegen in de snelheid en de vereenvoudiging van de procedure. Daarom begrijpen deze leden niet waarom gebruik gemaakt kan worden van de procedures beschreven in artikel 2 lid 1 tot en met lid 3 als er ook een mogelijkheid is om de procedure van artikel 2 lid 4 te volgen. Volgens deze leden is deze procedure veel efficiënter. Is deze zienswijze juist? Zo ja, waarom is ook gekozen om de procedures op grond van artikel 2 lid 1 tot en met lid 3 mogelijk te maken?

De voorzitter van de commissie

De Pater-van der Meer

Adjunct-griffier van de commissie

Van Bemmel


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van de Camp (CDA), De Vries (PvdA), Van Heemst (PvdA), Vos (GL), Rouvoet (CU), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Albayrak (PvdA), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), Weekers (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Voorzitter, Çörüz (CDA), Verbeet (PvdA), Ondervoorzitter, Wolfsen (PvdA), De Vries (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Eerdmans (LPF), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Van Fessem (CDA), Straub (PvdA), Griffith (VVD), Van der Laan (D66), Visser (VVD), Azough (GL), Vacature (algemeen) en Vacature (algemeen).

Plv. leden: Jonker (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Timmer (PvdA), Halsema (GL), Van der Staaij (SGP), Kalsbeek (PvdA), Van Velzen (SP), Tjon-A-Ten (PvdA), Van Baalen (VVD), Blok (VVD), Hirsi Ali (VVD), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), Van Heteren (PvdA), Arib (PvdA), Buijs (CDA), Sterk (CDA), Varela (LPF), Joldersma (CDA), Ormel (CDA), Van Dijken (PvdA), Örgü (VVD), Lambrechts (D66), Rijpstra (VVD), Karimi (GL), Hermans (LPF) en Vergeer (SP).

Naar boven