30 068
Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs om meer ruimte te scheppen voor samenwerking tussen in die wetten geregelde onderwijsinstellingen

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 6 juni 2005

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel C, wordt in artikel 25a, derde lid onderdeel e, «de rijksvergoeding» vervangen door: de bekostiging.

B

In artikel I, onderdeel C, worden in artikel 25a, vierde lid, de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In onderdeel a vervalt aan het slot het woord «en».

2. In onderdeel b wordt de slotpunt vervangen door: , en.

3. Toegevoegd wordt een nieuw onderdeel c, luidend:

c. kan worden bepaald dat een in het eerste lid bedoelde leerling voor de toepassing van daarbij aan te wijzen wettelijke voorschriften wordt aangemerkt of mede wordt aangemerkt als deelnemer in de zin van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

C

In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 96s «de rijksvergoeding» vervangen door: de bekostiging.

D

In artikel I, onderdeel E, wordt in artikel 99, achtste lid, «de rijksvergoeding» vervangen door: de bekostiging.

Toelichting

Deze nota van wijziging, die ik indien mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, bevat allereerst een drietal (identieke) wetstechnische wijzigingen: «rijksvergoeding» moet worden vervangen door «bekostiging».

Daarnaast voegt deze nota van wijziging in artikel 25a WVO de mogelijkheid in om bij algemene maatregel van bestuur te bepalen dat voor de toepassing van bij voorbeeld de Wet medezeggenschap onderwijs (WMO) een in het VO ingeschreven leerling die vanaf een bepaald moment in zijn curriculum uitsluitend nog VAVO (dus aan een BVE-instelling) volgt, (mede) wordt aangemerkt als deelnemer aan die BVE-instelling. Dat geeft de leerling/deelnemer de mogelijkheid om medezeggenschaprechten in de context van die BVE-instelling uit te oefenen. Een mogelijkheid die volgens de WMO als het gaat om BVE-instellingen is voorbehouden aan deelnemers in de zin van de WEB, en dus niet toekomt aan leerlingen, ingeschreven aan een VO-school.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven