30 063
Overgangsrecht inzake de beëindiging van het recht op toeslag op grond van de Toeslagenwet binnen de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte en Zwitserland

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 24 mei 2005

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

ALGEMEEN

1. Inleiding

De leden van de PvdA hebben kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Deze leden hebben steeds ingestemd met de Wet beperking export uitkeringen (Wet BEU) en met de keuze om de Toeslagenwet (TW) niet exporteerbaar te laten zijn. Het is een voorziening, geen werknemersverzekering. Deze leden hebben naar aanleiding van dit wetsvoorstel nog wel enkele vragen, vooral over het overgangsrecht.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het overgangsrecht dat zal gelden na de beëindiging van het recht op toeslag op grond van de toeslagenwet binnen de Europese Unie (EU), Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland. Deze leden staan achter de beperking van de export van uitkeringen op grond van de TW binnen de EU/EER door de wet BEU alsook achter het overgangsrecht dat zal gaan gelden voor huidige uitkeringgerechtigden in deze landen. Echter bestaan er nog wel enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie vragen de regering aan te geven welke uitkeringen als gevolg van de beëindiging van het recht op toeslag op grond van de toeslagenwet binnen de Europese Unie, Europese Economische Ruimte en Zwitserland komen te vervallen.

De leden van de SP-fractie zeggen niet overtuigd te zijn van de noodzaak van voorliggend wetsvoorstel.

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij willen daarover enkele vragen stellen. Deze vragen komen hieronder aan de orde.

2. Beperking van de export op grond van de Toeslagenwet binnen de EU/EER door plaatsing op bijlage II bis bij Verordening (EEG) nr. 1408/71

De leden van de VVD-fractie merken op dat uit de memorie van toelichting duidelijk wordt dat de huidige verordening (EEG) nr. 1408/71zal worden vervangen door verordening (EEG) nr. 883/2004. Op grond van artikel 70, derde lid, juncto artikel 70, tweede lid, onderdeel c, van verordening (EG) nr. 883/2004 kunnen bijzondere niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties worden uitgezonderd van exportverplichting als ze op bijlage X vermeldt staan. De Commissie moet voor bijlage X nog een voorstel doen, welke gebaseerd zal zijn op bijlage II bis verordening (EEG) nr. 1408/71. De aan het woord zijnde leden vragen de regering aan te geven of het is veilig gesteld dat de bestaande lijst in bijlage II bis zal worden overgenomen in bijlage X verordening EEG nr. 883/2004. Zo neen, welke maatregelen neemt de regering om dit veilig te stellen.

De leden van de SP-fractie vragen of het klopt dat leden van CDA, PvdA en D66 in het Europese Parlement een amendement hebben ingediend om te voorkomen dat de Toeslagenwet op bijlage II bis van Verordening 1408/71 wordt geplaatst?

De leden van de SP-fractie willen graag weten wat de «wederkerigheid» inhoudt indien de Toeslagenwet op de bijlage II bis is geplaatst. Kan de regering per land binnen de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte en voor Zwitserland aangeven of voorzien wordt in een uitkering die overeenkomt met de Toeslagenwet? Wat zijn de toelatingseisen? En hoe hoog is de uitkering?

Heeft de regering naast de TW-uitkering andere uitkeringen aangemeld voor bijlage II bis van Verordening 1408/71? Zo ja, welke en waarom?

3. Vormgeving overgangsrecht

De leden van de PvdA-fractie vragen of het klopt dat het bij de huidige groep TW-ontvangers gaat om een relatief kleine en snel uitfaserende groep (1365 TW-gerechtigden eind 2002)? Wat zijn de huidige kosten uit hoofde van de TW voor deze groep op dit moment? Klopt het dat de groep vooral bestaat mensen in de generatie van voor 1971. Klopt het dat het voor deze groep arbeidsongeschikten niet zo makkelijk zal zijn iets aan de eigen situatie te veranderen en tegelijk de kans op een toeslag in het huidige woonland minimaal is, aangezien een regeling zoals de TW in die landen eenvoudig niet bestaat?

Klopt het dat er nog steeds derdelanders (o.a. mensen uit Marokko, de Kaapverdische Eilanden en Tunesië) zijn die, zolang de bilaterale verdragen met die landen niet zijn aangepast, nog wel de TW krijgen buiten Nederland? Om hoeveel mensen gaat het en hoe lang zal die situatie nog voortduren, zo vragen de leden van de PvdA-fractie.

De leden van de VVD-fractie vragen zich af wat de numerieke gevolgen zijn van plaatsing van de toeslagenwet op bijlage II bis van Verordening (EEG) nr. 1408/71. Kan de regering per soort uitkering aangeven hoeveel Nederlanders hun recht op toeslag verliezen en welke besparing dat met zich meebrengt? Kan tevens worden aangegeven wanneer bekend zal worden hoeveel buitenlanders in Nederland hierdoor recht krijgen op een toeslag en welke kosten dat met zich meebrengt. Wanneer de Kamer deze cijfers tegemoet kan zien, zo vragen de aan het woord zijnde leden.

Uit de vormgeving van het overgangsrecht blijkt dat er geen overgangsrecht bestaat voor prestaties die na 1 juni 1992 op bijlage II bis van verordening (EEG) nr. 1408/71 zijn geplaatst. Het wordt aan de lidstaten overgelaten of er overgangsrecht komt en zo ja, hoe dit wordt vormgegeven. De regering heeft gekozen voor een overgangsrecht in de vorm van gefaseerde afbouw in 3 jaarlijkse termijnen. De leden van de VVD-fractie vragen hoe andere landen met het overgangsrecht omgaan ten aanzien van prestaties die na 1 juni 1992 op de bijlage van verordening (EEG) nr. 1408/71 zijn geplaatst. Loopt Nederland in lijn met de andere landen?

De leden van de SP-fractie vragen of de regering conform de considerans bij de wijzigingsverordening is nagegaan of overgangsregelingen of bilaterale oplossingen nodig zijn om rekening te houden met de situatie van personen van wie de verkregen rechten worden aangetast? Zo neen, waarom niet? En zo ja; tot welke uitkomst heeft dat geleid?

4. Financiële consequenties

De leden van de PvdA-fractie vragen of de kosten van uitvoering van deze wet in een redelijke verhouding staan tot de kosten van natuurlijke uitfasering van de bestaande gevallen. Welke problemen voorziet de regering als gekozen zou worden voor een natuurlijke uitfasering van de bestaande gevallen in plaats van de afbouw in drie jaar?

De leden van de VVD-fractie merken op dat de regering geen extra uitkeringslasten verwacht terwijl men niet weet hoeveel in Nederland wonende personen met een loondervingsuitkering in aanmerking zullen komen voor een toeslag en welke uitkeringlasten hiermee gepaard gaan. Deze leden waarop deze verwachting is gebaseerd.

Als gevolg van de plaatsing van de TW op bijlage II bis van Verordening (EEG) nr. 1408/71 zal er een verschuiving plaatsvinden van de Wet werk en bijstand (WWB) naar de TW. De leden van de VVD-fractie vragen de regering aan te geven of en zo ja, welk effect dit zal hebben voor het macrobudget voor de WWB en welk effect dit heeft op de gemeenten.

De leden van de SP-fractie willen weten wat de verklaring is voor het verschil tussen de 2680 TW-uitkeringen die in 1996 in de EU/EER-landen werden gedaan (kamerstuk 25 757, nr. 3, blz. 9) en de circa 1300 uitkeringen in 2003. En ook voor de daarmee gemoeide bedragen, respectievelijk 16 mln. gulden en 4,5 mln. euro.

Waarom zijn geen gegevens beschikbaar over personen die in Nederland wonen en een loondervingsuitkering hebben uit een van de EU/EER-landen? Registreren andere EU/EER landen niet de omvang van export van loondervingsuitkeringen, zo vragen de leden van de SP-fractie.

5. Uitvoeringstoets

De leden van de SP-fractie vragen wat de inhoud van de jurisprudentie op grond waarvan kennelijk personen met een loondervingsuitkering buiten de EU/EER hun toeslag hebben behouden.

Voor welke niet EU/EUR landen zijn nog verdragswijzingen nodig om het export verbod van TW-uitkeringen te effectueren? Op welke termijn zullen deze verdragen zijn aangepast? En wat zijn eventuele belemmeringen dat deze verdragen 5 jaar na invoering van de Wet BEU nog niet zijn aangepast?

De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat het UWV met de voorgestelde afbouwregeling procesrisico's signaleert en relatief veel bezwaar- en beroepszaken verwacht. Zij vragen zich af of de regering niet te gemakkelijk voorbij gaat aan deze risico's. Kan de regering garanderen dat de voorgestelde eerbiedigende werking adequaat is en ook bij de rechter stand houdt?

Het UWV wijst op de mogelijke ongelijke behandeling tussen toeslaggerechtigden in de EU/EER en toeslaggerechtigden daarbuiten. In reactie hierop stelt de indiener dat Nederland aan de landen buiten de EU/EER heeft voorgesteld de verdragen aan te passen teneinde de export van toeslag naar die landen alsnog te beëindigen. Het is de leden van de fractie van de ChristenUnie niet duidelijk waarom de Toeslagenwet in een zo laat stadium op bijlage II bis bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 is geplaatst. Kan dit nog worden toegelicht? Verder informeren zij naar de planning met betrekking tot het aanpassen van de verdragen in het kader van de Wet BEU. Deze leden veronderstellen dat die aanpassing een formaliteit is, maar dat het mogelijk is dat een verdrag met een van de betreffende verdraglanden niet op korte termijn zal worden aangepast. Dit kan ertoe leiden dat gedurende de periode waarin een of meer verdragen niet worden aangepast sprake blijft van ongelijke behandeling. In hoeverre is dat verdisconteerd in de beoogde afbouwregeling?

6. Handhavingsaspecten

De leden van de VVD-fractie vragen wat het effect is op de administratieve lasten en de fraudegevoeligheid mede gezien het feit dat het UWV er in de uitvoeringstoets op wijst dat door het wegvallen van de TW er een groter risico ontstaat op het niet doorgeven van extra inkomsten en omdat het UWV aandacht vraagt voor de problematiek rondom woonfictie (een gerechtigde heeft geen recht op toeslag als hij buiten Nederland woont, maar wel als hij buiten Nederland verblijft).

ARTIKELEN

Artikel II

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of de wijzigingsverordening al van kracht is. Op welk moment zullen de betrokkenen worden geïnformeerd over de voorgenomen wijzigingen?

De voorzitter van de commissie,

Smits

De griffier van de commissie,

Nava


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Noorman-den Uyl (PvdA), Bakker (D66), De Vries (VVD), De Wit (SP), Van Gent (GL), Verburg (CDA), Hamer (PvdA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GL), Mosterd (CDA), Smits (PvdA), voorzitter, Örgü (VVD), Weekers (VVD), Rambocus (CDA), De Ruiter (SP), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Huizinga-Heringa (CU), Bruls (CDA), Varela (LPF), Eski (CDA), Koomen (CDA), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), Stuurman (PvdA), Kraneveldt (LPF), Hirsi Ali (VVD).

Plv. leden: Depla (PvdA), Koser Kaya (D66), Blok (VVD), Kant (SP), Halsema (GL), Smilde (CDA), Verbeet (PvdA), Timmer (PvdA), Tonkens (GL), Omtzigt (CDA), Adelmund (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Visser (VVD), Algra (CDA), Vacature (algemeen), Vietsch (CDA), Van der Vlies (SGP), Hessels (CDA), Hermans (LPF), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van Dijk (CDA), Van Egerschot (VVD), Van Dijken (PvdA), Blom (PvdA), Kalsbeek (PvdA), Van As (LPF), Schippers (VVD).

Naar boven