30 063
Overgangsrecht inzake de beëindiging van het recht op toeslag op grond van de Toeslagenwet binnen de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte en Zwitserland

nr. 4
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT¹

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 3 maart 2005 en het nader rapport d.d. 30 maart 2005, aangeboden aan de Koningin door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 22 februari 2005, no. 05.000662, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende overgangsrecht inzake de beëindiging van het recht op toeslag op grond van de Toeslagenwet binnen de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte en Zwitserland, met memorie van toelichting.

Op grond van artikel 10, eerste lid, van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van de Europese Gemeenschap van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PbEG L149) (hierna: verordening 1408/71) worden toeslagen op grond van de Toeslagenwet (hierna: Tw) geëxporteerd. Op grond van artikel 10 bis van deze verordening kunnen bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties worden uitgezonderd van de algemene exportverplichting indien ze zijn vermeld op bijlage II bis bij verordening 1408/71. Toeslagen zijn aan te merken als dergelijke prestaties.

Op 31 juli 2003 heeft de Commissie een voorstel voor een verordening bij de Raad ingediend tot wijziging van verordening 1408/71.² Onderdeel van deze wijziging is het plaatsen van de Tw op bijlage II bis van deze verordening (bijlage I, onder 2, onderdeel J, b). Vanaf het moment van inwerkingtreding van deze wijziging is de export van toeslagen binnen de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte (hierna: EU/EER) niet langer mogelijk.

Het wetsvoorstel regelt, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de voorgestelde wijziging, het overgangsrecht voor toeslaggerechtigden die op het moment van inwerkingtreding van de wijziging van verordening 1408/71 wonen in de EU/EER of in Zwitserland, waar verordening 1408/71 ook van toepassing is.

De Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar plaatst een opmerking over de intrekking van verordening 1408/71.

De Raad vestigt de aandacht op verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PbEU L 166) (hierna: verordening 883/2004). Verordening 883/2004 zal verordening 1408/71 intrekken (zie artikel 90). Op grond van artikel 70, tweede lid, onder c, van verordening 883/2004 blijft echter de mogelijkheid bestaan om de exporteerbaarheid van toeslagen te beperken, door het plaatsen van de Tw op de bij dat artikel behorende bijlage (bijlage X). De inhoud van deze bijlage is echter nog niet vastgesteld.

De Raad adviseert in de toelichting in te gaan op de vraag of na de intrekking van verordening 1408/71 de nu voorgestelde beperking van de exporteerbaarheid van de toeslagen gecontinueerd zal worden op basis van bijlage X bij verordening 883/2004.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 22 februari 2005, nr. 05.000662, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 3 maart 2005, nr. W12.05.0046/IV, bied ik u hierbij aan.

De Raad van State kan zich met het voorstel van wet verenigen, maar plaatst een opmerking over de intrekking van Verordening (EEG) nr. 1408/71. Verordening (EU) 883/2004 zal Verordening (EEG) nr. 1408/71 op termijn vervangen. Op grond van artikel 70, derde lid, juncto artikel 70 tweede lid, onderdeel c, van Verordening (EU) 883/2004 blijft het mogelijk om de exporteerbaarheid van de toeslagen te beperken door bijschrijven van de Toeslagenwet op de bij die Verordening behorende bijlage X. De inhoud van bijlage X is echter nog niet vastgesteld. De Raad adviseert in de memorie van toelichting in te gaan op de vraag of na de intrekking van Verordening (EEG) nr. 1408/71 de beperking van de exporteerbaarheid van de toeslagen gecontinueerd zal worden.

Deze opmerking van de Raad heeft geleid tot aanpassing van de memorie van toelichting. Dienaangaande is vermeld dat de Commissie nog een voorstel voor de bij Verordening (EU) 883/2004 behorende bijlage X moet indienen bij de Raad. Dit voorstel zal zijn gebaseerd op de op dat moment geldende tekst van bijlage II bis van Verordening (EEG) nr. 1408/71. Het Europees Parlement en de Raad zullen de inhoud van bijlage X vaststellen vóór de datum van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004. Aangezien de Toeslagenwet op dat moment is bijgeschreven op bijlage II bis, wordt de exportbeperking van de toeslag derhalve gecontinueerd na de intrekking van Verordening (EEG) nr. 1408/71 op basis van bijlage X bij Verordening (EG) nr. 883/2004.

Tevens heeft het kabinet gemeend in de memorie van toelichting een verduidelijking te moeten aanbrengen ten aanzien van de Verordening waarmee de TW op bijlage II bis van Verordening (EEG) nr. 1408/71 wordt geplaatst. Deze Verordening is op 8 maart 2005 aangenomen door het Europees Parlement, maar zal op het moment dat dit wetsvoorstel wordt ingediend bij de Tweede Kamer nog niet zijn aangenomen door de Raad. Deze Verordening heeft daardoor nog geen nummer. Op het moment van plaatsing van deze wet in het Staatsblad zal het nummer van deze Verordening alsnog in de wet worden opgenomen. In de memorie van toelichting wordt de desbetreffende Verordening aangeduid als «de wijzigingsverordening».

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge u verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. A. L. van Hoof

---

1 De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

2 COM(2003) 468 definitief.