nr. 2
VOORSTEL VAN RIJKSWET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 23 november 2001
te Boedapest tot stand gekomen Verdrag inzake de bestrijding van strafbare
feiten verbonden met elektronische netwerken ingevolge artikel 91, eerste
lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens
het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met
gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het
Koninkrijk der Nederlanden in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Het op 23 november 2001 te Boedapest totstandgekomen Verdrag inzake
de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken,
waarvan de Engelse en Franse tekst is geplaatst in Tractatenblad 2002, 18,
en de vertaling in het Nederlands in Tractatenblad 2004, 290, wordt goedgekeurd
voor het gehele Koninkrijk.
Artikel 2
Deze rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van
de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Minister van Buitenlandse Zaken,