30 034
Bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn en tot het treffen van een regeling van inkomen voor deze personen alsmede voor verzekerden die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)

30 118
Regels omtrent de invoering en financiering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen alsmede met betrekking tot de intrekking van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)

nr. 17
BRIEF VAN DE MINISTER PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2005

In reactie op het verzoek van het lid van uw Kamer de heer Vendrik van 15 juni jl., wil ik u als volgt berichten.

Zoals ik in mijn brief van 28 februari jl. aan u – om te beginnen – al heb uiteengezet (kamerstuk 29 800 III, nr. 20), vloeit uit de aard van de Nederlandse parlementaire democratie onlosmakelijk voort dat er een band is tussen kabinet en de coalitiefracties in de Tweede Kamer. In het verlengde hiervan heb ik aangegeven dat het gegeven deze band geen betoog behoeft dat vormen van contact, overleg, ontmoeting, etcetera niet alleen mogelijk maar zelfs noodzakelijk zijn. Het overleg tussen mij en de beide vice-minister-presidenten en de minister van SZW met de fractievoorzitters in de Tweede Kamer van de kabinetscoalitie past hier in. Dit overleg staat aan het voor vrijdag a.s. voorziene (voortgezette) parlementaire overleg over de WIA van uw Kamer met de minister van SZW niets in de weg.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

Naar boven