nr. 16
AMENDEMENT VAN HET LID DE KROM
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel II, onderdeel UU wordt, onder vernummering van punt 1 en 2
in punt 2 en 3, een nieuw punt 1 ingevoegd:
1. Het tweede lid komt te luiden als volgt:
2. Een houder van een vergunning verschaft de directeur van de dienst
ieder jaar alsmede tegelijk met de bekendmaking van een tariefwijziging aan
de betreffende afnemers een opgave van de tarieven die hij berekent en de
voorwaarden die hij gebruikt bij de levering van elektriciteit aan de in artikel
95a, eerste lid, bedoelde afnemers.
II
In artikel III, onderdeel Y wordt de huidige tekst vernummerd tot punt
1 ven wordt een nieuwe aanhef en een nieuw punt 1 ingevoegd:
1. Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden als volgt:
2. Een houder van een vergunning verschaft de directeur van de dienst
ieder jaar alsmede tegelijk met de bekendmaking van een tariefwijziging aan
de betreffende afnemers een opgave van de tarieven die hij berekent en de
voorwaarden die hij gebruikt bij de levering van gas aan de in artikel 43
bedoelde afnemers.
Toelichting
De in deze artikelen vermelde termijn van «vier weken voor de wijziging
van de tarieven» houdt geen rekening met de behoefte die er in de markt
bestaat aan een gedifferentieerd productaanbod en vormt een ongewenste administratieve
belasting voor de vergunninghouder. De klant en de vergunninghouder worden
onnodig beperkt in het maken van afspraken over wijzigingstermijnen en derhalve
in de mate waarin de marktontwikkelingen kunnen worden gevolgd. Zeker daar
waar sprake is van tariefverlagingen is dit niet in het belang van de klant.
Overigens worden generieke afspraken over wijzigingstermijnen vastgelegd in
model algemene voorwaarden, die in SER-verband worden overeengekomen tussen
de Consumentenbond en EnergieNed.
Ingevolge het voorgesteld amendement dient de vergunninghouder DTe en
de klant op hetzelfde moment in te lichten over een tariefwijziging. Dat biedt
de markt de gewenste flexibiliteit en is administratief minder belastend voor
de vergunninghouder. De wijzigingstermijn is dan immers niet tenminste vier
weken, maar is afhankelijk van de contractrelatie tussen vergunninghouder
en afnemer. Overigens behoudt DTe ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de
Gaswet de volledige bevoegdheid om in te grijpen in de tariefstelling van
vergunninghouders indien DTe van mening is dat sprake is van onredelijke tarieven.
De Krom