30 015 Bodembeleid

Nr. 78 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2020

In mijn brief van 31 maart 20201 heb ik aangeven dat de heer Kuijken bereid is gevonden te kijken naar de keten waarbinnen in het kader van het Besluit bodemkwaliteit invulling wordt gegeven aan de totstandkoming van een BRL, accreditatie en de afgifte van productcertificaten en hier lessen uit te trekken. Ik heb toen aangegeven dat het onderzoek naar verwachting begin juli is afgerond. Tijdens het notaoverleg Bodem met uw Kamer op 12 mei 2020 is het onderzoek van dhr. Kuijken procesmatig aan de orde geweest.

Zoals u bekend is de afgelopen tijd hard gewerkt aan de evaluatie van het kwaliteitsborgingssysteem (kwalibo). Dit naar aanleiding van de brief van

11 december 20182 waarin de beleidsevaluatie is aangekondigd. Deze rapportage bevindt zich in de eindfase. Er zijn belangrijke raakvlakken tussen de aan de heer Kuijken verleende opdracht en deze evaluatie. Daarom heb ik hem recent gevraagd deze evaluatie te betrekken bij zijn bevindingen en aanbevelingen. Dhr. Kuijken is daartoe bereid.

Deze uitbreiding van zijn opdracht vergt wat extra tijd. Dit betekent dat het rapport uiterlijk 1 september zal worden opgeleverd. Ik streef ernaar de rapportage kwalibo en de rapportage van dhr. Kuijken gelijktijdig aan uw Kamer aan te bieden.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstuk 30 015, nr. 63

X Noot
2

Kamerstuk 30 015, nr. 56

Naar boven