30 015 Bodembeleid

Nr. 103 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 november 2021

Op 16 april 2021 is uw Kamer door mijn voorganger geïnformeerd over het rapport van het «Review-Onderzoek Granuliet Over de Maas»1 van Arcadis.

Op 26 april 2021 is er vervolgens een YouTube filmpje2 verschenen met aandacht voor het toegepaste granuliet in de leeflaag van de naastgelegen plas, Moleneindse Waard. In het filmpje wordt aangegeven dat er granuliet omhoog zou zijn gekomen wat voor troebel water zou hebben gezorgd, en dit zou niet in lijn zijn met het uitgevoerde review-onderzoek. Daarom heb ik Arcadis gevraagd om de situatie te bekijken en te beoordelen of de mogelijke aanwezigheid van granuliet in de leeflaag van invloed is op de conclusies van het reviewonderzoek. Het aanvullend onderzoek is door Arcadis uitgevoerd en het addendum op het rapport van 15 oktober jongstleden treft u als bijlage bij deze brief3. Tevens informeer ik u over de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 13 oktober jongstleden over het verzoek van de gemeente West Maas en Waal om handhavend op te treden tegen de toepassing van granuliet in het gebied »Over de Maas». Onderstaand licht ik – mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat – de uitkomsten van het aanvullend onderzoek en uitspraak van de Raad van State uitspraak kort toe.

Aanvullend onderzoek

Uit het addendum van 15 oktober jongstleden volgt dat het aannemelijk is dat granuliet in de afdeklaag van de Moleneindse Waard plaatselijk aanwezig is. Uit het onderzoek blijkt verder dat het niet waarschijnlijk is dat granuliet aan de oppervlakte ligt als gevolg van erosie van de afdeklaag. Voor de afdeklaag is voornamelijk gebiedseigen grond gebruikt. Door de wijze waarop het grondwerk is uitgevoerd, kunnen onregelmatigheden in de afdeklaag niet worden uitgesloten. Plaatselijk kan granuliet daardoor aan het oppervlak komen. Arcadis stelt verder dat het wel aannemelijk is dat gemiddeld genomen een afdeklaag aanwezig is van een halve meter, zoals voornoemd kan niet wordt uitgesloten dat het granuliet plaatselijk aan het oppervlak aanwezig is. Het granuliet voldoet overigens aan de milieu hygiënische kwaliteit achtergrondwaarde – schoonste klasse voor grond – en kan daarmee op grond van het Besluit bodemkwaliteit ook als afdeklaag worden gebruikt.

Tijdens het aanvullend onderzoek zijn visueel geen effecten waargenomen op het ecosysteem. Er zijn geen verschillen geconstateerd tussen de plaatsen waar visueel mogelijk granuliet is waargenomen en de plaatsen waar dit niet het geval is. Er is geen sprake van een zichtbare remming van het gewenste streefbeeld en natuurdoeltype door granuliet.

In het addendum is door Arcadis geconcludeerd dat de bevindingen niets veranderen aan de conclusies van het «Review-Onderzoek Granuliet Over de Maas»; er is geen sprake van negatieve gevolgen voor mens en milieu of op de ontwikkeling van het ecosysteem.

Met de toesturen van het addendum op het reviewonderzoek van Arcadis geef ik invulling aan de toezegging in het commissiedebat Leefomgeving van 9 september 2021 en een toezegging in een Tweede Kamerbrief van 30 augustus 20214.

Conclusies onderzoeken

Er zijn de afgelopen jaren door verschillende partijen onderzoeken uitgevoerd naar de milieuhygiënische aspecten van het granuliet dat is toegepast in het project Over de Maas. Op grond van deze onderzoeken is de conclusie steeds dat het toepassen van granuliet geen schadelijke gevolgen heeft voor de milieukwaliteit en de leefomgeving.

Ook Arcadis heeft geconcludeerd dat de toepassing van granuliet in Over de Maas geen negatieve effecten heeft voor mens en milieu in de eindsituatie of tijdens de uitvoering. Arcadis heeft daarbij vastgesteld dat in geen enkel monster van grond, grondwater of oppervlaktewater acrylamide is aangetroffen.

Niettegenstaande deze onderzoeken en de kwaliteit van de review zoals uitgevoerd door Arcadis, hebben RIVM en Deltares aangegeven de komende periode te willen bezien of daarmee nog sprake is van ontbrekende wetenschappelijke kennis over het gedrag van polyacrylamide in anaerobe omstandigheden. Omdat ik het belangrijk vind kennis te kunnen nemen van nieuwe wetenschappelijke inzichten en ontwikkelingen zal ik hen vragen daaraan invulling te geven en mij over de uitkomsten daarvan te informeren.

Uitspraak Raad van State

Op 13 oktober 2021 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in de zaak van het door de gemeente West Maas en Waal ingestelde beroep tegen de beslissing op bezwaar over het afgewezen verzoek om handhavend op te treden tegen de toepassing van granuliet in het gebied «Over de Maas». Hierbij informeer ik u – zoals 30 augustus 2021 in een Tweede Kamerbrief5 toegezegd – over enkele hoofdpunten van de uitspraak:

  • Granuliet is terecht als »grond» in de zin van het Besluit bodemkwaliteit aangemerkt;

  • Er is geen aanleiding te oordelen dat granuliet kankerverwekkende stoffen bevat, zodat granuliet te kwalificeren is als een niet gevaarlijke stof. Het is zeer onwaarschijnlijk dat met het toepassen van granuliet in de plas nadelige gevolgen voor mens en milieu optreden;

  • Het granuliet in het gebied «Over de Maas» is nuttig toegepast.

Met deze uitspraak is bevestigd dat het verzoek om handhavend op te treden gegeven de daarvoor geldende wettelijke kaders terecht is afgewezen. Daarnaast heeft de gemeente West Maas en Waal op 4 november 2021 haar beroep bij de bestuursrechter van de rechtbank Gelderland tegen de beslissing op bezwaar over het afgewezen verzoek om handhavend op te treden tegen de toepassing van granuliet in het gebied «Over de Maas» ingetrokken. Hiermee is een einde gekomen aan beide juridische procedures.

Hoe verder?

Momenteel loopt, zoals aangegeven in de brief van 16 april 2021, ten aanzien van de verondiepingen in algemene zin een beleidsonderzoek diepe plassen. In dat kader wordt onder meer een brede bestuurlijke dialoog gevoerd over het diepe plassenbeleid. Bij het beleidsonderzoek betrek ik de aanbevelingen van de heer Kuijken6 uit zijn rapport «Kleine korrels, grote discussie» en de door uw Kamer ingediende moties7. De bedoeling is om te komen tot bouwstenen voor nieuw beleid.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg


X Noot
1

Kamerstuk 30 015, nr. 99.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 3876.

X Noot
5

Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 3879.

X Noot
6

Kamerstuk 30 015, nr. 80.

X Noot
7

Kamerstuk 30 015, nr. 67, Kamerstuk 35 300 XII, nr. 46, Kamerstuk 30 015, nr. 92.

Naar boven