30 013
Wijziging van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 ter implementatie van richtlijn nr. 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PbEU L 345) en tot uitvoering van verordening nr. 809/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 april 2004 tot uitvoering van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de in het prospectus te verstrekken informatie, de vormgeving van het prospectus, de opneming van nformatie door middel van verwijzing, de publicatie van het prospectus en de verspreiding van advertenties betreft (PbEU L 149)

nr. 10
NADER VERSLAG

Vastgesteld 27 mei 2005

De vaste commissie voor Financiën1, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft na ontvangst van de nota naar aanleiding van het verslag besloten tot het uitbrengen van een nader verslag over het wetsvoorstel.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit nader verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

De leden van de CDA-fractie bedanken de regering voor de snelle beantwoording van de vragen die in het verslag zijn gesteld. Die vragen zijn naar de mening van deze leden ook, op één na, op een adequate en heldere wijze beantwoord. Op deze manier kan de regering wat deze leden betreft er zeker van zijn dat de Europese richtlijn inzake het prospectus op 1 juli geïmplementeerd zal zijn. Dat is niet alleen in het belang van de regering – die nu tijdig Europese regelgeving heeft omgezet in nationale wetgeving – maar ook zeker in het belang van de financiële sector. De leden van de CDA-fractie vinden een gelijk speelveld in Europa van groot belang voor alle instellingen die effecten aanbieden aan het publiek of de handel van effecten toelaten op een in een lidstaat gelegen of functionerende gereglementeerde markt. Deze leden zijn van mening dat het buitengewoon belangrijk is dat in alle lidstaten de eisen die gesteld worden aan het opstellen, goedkeuren en verspreiden van het prospectus gelijk zijn en dat beoogt deze Europese richtlijn.

De leden van de CDA-fractie constateren dat in de twee ontvangen nota's van wijziging de tekst van de wet zodanig wordt aangepast dat nog meer aangesloten wordt bij de terminologie en reikwijdte van de Europese prospectusrichtlijn. In de eerste nota van wijziging is artikel 3 van de Wet toezicht effectenverkeer compleet vernieuwd en wordt een nieuw artikel 3a voorgesteld. In de toelichting staat helder verwoord waarom gekozen is voor deze meer logische opbouw en waarop de AFM controleert. In de tweede nota van wijziging wordt een artikel 3b toegevoegd waarin gesteld wordt dat er een aanvullend document bij het prospectus aan de AFM moet worden voorgelegd indien voorafgaand aan de afsluiting van de aanbieding van effecten een belangrijke nieuwe ontwikkeling, materiele vergissing of onjuistheid voordoet die verband houdt met de informatie in het prospectus. De twee nota's van wijziging hebben de instemming van de leden van de CDA-fractie aangezien zij inderdaad voortvloeien uit de opmerkingen en vragen die gesteld zijn in het verslag. Deze leden danken de regering dan ook dat deze wijzigingen op eigen initiatief al zijn doorgevoerd.

Hierboven gaven de leden van de CDA-fractie al aan dat volgens hen één vraag niet adequaat was beantwoord. Deze leden begrijpen dat het toezicht op het prospectus naar een onafhankelijke toezichthouder moest gaan. Zij begrijpen ook nog dat het voor de hand ligt het toezicht van Euronext over te hevelen naar de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Zij begrijpen echter absoluut niet waarom de AFM hierin veel duurder is en veel meer kosten in rekening brengt dan Euronext. Volgens een artikel in de Telegraaf kost het goedkeuren van het prospectus voor obligaties door de AFM € 13 500 euro, terwijl dit bij Euronext € 2500 euro was. In het verslag zijn hier ook al vragen over gesteld omdat er enkele bedragen circuleerden over dit toezicht. De kosten voor controle van een aandelenprospectus zouden stijgen van € 4900 naar € 28 000 voor categorie A effecten. Voor categorie B effecten kost de controle €13 500 en voor aanvullende documenten (categorie C) moet € 850 worden neergeteld. De regering heeft hierop geantwoord dat de bedragen inmiddels naar beneden zijn bijgesteld omdat de voorbereidingskosten en de zogeheten indirecte kosten niet meer worden doorberekend in dit toezicht. De bedoeling is dat de kosten niet hoger uitkomen dan €9600, €3200 en €680. Maar dit is nog vele malen hoger dan dat Euronext in rekening bracht. Kan de regering dit verklaren? En hoe ligt dit in het buitenland, volgens informatie van de leden van de CDA-fractie zijn de kosten van controle van het prospectus ook in de ons omringende landen veel goedkoper. Kan de AFM daar wat van leren?

Wat controleert de AFM anders en/of meer dan Euronext? In de memorie van toelichting staat heel duidelijk dat het prospectus gecontroleerd moet worden op volledigheid, begrijpelijkheid en consistentie. Dit ligt ook in de lijn en geest van de Wet op het financieel toezicht waar in hoofdstuk 3 en meer in het bijzonder in de Wet financiële dienstverlening in artikel 31 wordt bepaald dat alle informatie voor de klant begrijpelijk, feitelijk juist en niet misleidend mag zijn.

De leden van de CDA-fractie nemen geen genoegen met een antwoord dat de prijzen kostendekkend zullen zijn. Want waarom liggen anders kostendekkende prijzen bij de AFM hoger dan bij andere instanties in binnen- en buitenland? De regering moet er juist op toezien dat kosten verlaagd worden.

De leden van de CDA-fractie verzoeken de regering hier echt een heel duidelijke verklaring voor te geven. Vooral omdat deze leden van mening zijn dat wij onszelf anders uit de markt prijzen ten opzichte van andere landen. Volgende week vindt er een algemeen overleg plaats over het vestigingsklimaat voor beleggingsinstellingen in Nederland. Hierover kan gezegd kan worden dat dit niet goed is en veel fondsen al naar het buitenland zijn vertrokken. De rest zal volgen als er fiscaal niet iets recht getrokken wordt ten opzichte van het buitenland. Hetzelfde dreigt te gebeuren voor het toezicht op prospectussen. Het is voor instellingen met een Europees paspoort gemakkelijk en financieel buitengewoon interessant om het prospectus in een ander vestigingsland te laten controleren.

De regering geeft in de nota naar aanleiding van het verslag aan dat de minister van Financiën dit aspect in relatie tot de kwaliteit van het toezicht in Europees verband aan de orde zal stellen. Kan worden aangegeven waar de minister zich voor wil inzetten? Dat andere landen de prijzen naar boven bijstellen? De leden van de fractie van het CDA vragen om een nadere en uitgebreide toelichting op dit punt.

Voor de leden van de CDA-fractie is dit een buitengewoon zwaar punt waar echt opheldering over moet komen. Zij hoeven hier niet nogmaals te herhalen hoe zij denken over de toezichthouder: de AFM. Deze leden zijn voor goed en degelijk toezicht maar vooral moet dit toezicht efficiënt en effectief zijn en risicogeoriënteerd worden uitgevoerd met zo min mogelijk nalevingskosten en administratieve lasten voor de sector. Dat lijkt met de implementatie van deze richtlijn niet te lukken. De leden van de CDA-fractie willen graag weten wat de regering hieraan gaat doen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het consultatiedocument Besluit toezicht effectenverkeer. Hebben zij het goed begrepen dat het definitieve besluit samen met de vrijstellingsregeling nog voor 1 juli met de Kamer wordt besproken?

De leden van de CDA-fractie hebben met de minister van Financiën ook regelmatig gesproken over hun zorgen met betrekking tot de groei van de toezichthouder en de scheiding tussen beleid en uitvoering. Deze leden houden deze ontwikkelingen scherp in de gaten. Graag willen zij van de regering de toezegging dat de minister van Financiën erop zal toezien dat bij de totstandkoming van Europese regelgeving er geen adviezen van het Comité van Europese Toezichthouders worden overgenomen die de zorgen van de leden van de CDA-fractie ten aanzien van deze punten doen vergroten.

De leden van de CDA-fractie verzoeken de regering de Tweede Kamer schriftelijk te informeren over Commissievoorstellen op het terrein van financiële markten, die de bijzondere belangstelling van de Kamer hebben en waarover de besluitvorming op het punt staat als hamerstuk te worden afgerond. In dit verband verwijzen deze leden naar een vergelijkbare toezegging van de staatssecretaris van Financiën aan de Kamer tijdens een recent plenair debat over o.a. het Europese wetgevingsproces op het terrein van fiscale regelgeving.

De leden van de CDA-fractie zouden het op prijs stellen als de minister van Financiën de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer zou willen informeren welke voorstellen ten aanzien van de financiële markten op dit moment in het onderhandelingsproces zitten in de Raad van Ministers in de EU.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Tichelaar

De griffier van de commissie,

Berck


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Bakker (D66), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GL), Halsema (GL), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Smits (PvdA), De Pater-van der Meer (CDA), Van As (LPF), Tichelaar (PvdA), voorzitter, Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), De Nerée tot Babberich (CDA), Koomen (CDA), Fierens (PvdA), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Heemskerk (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) en Van Egerschot (VVD).

Plv. leden: Rouvoet (CU), Koenders (PvdA), Dittrich (D66), Balemans (VVD), Kortenhorst (CDA), Vacature (algemeen), Duyvendak (GL), Van Gent (GL), De Ruiter (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Atsma (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Omtzigt (CDA), Eerdmans (LPF), Noorman-den Uyl (PvdA), Mosterd (CDA), Van Bommel (SP), De Vries (CDA), Hermans (LPF), Mastwijk (CDA), Rambocus (CDA), Stuurman (PvdA), Luchtenveld (VVD), Blom (PvdA), Douma (PvdA), De Vries (VVD) en Van Beek (VVD).

Naar boven